Nominatie Gouden Label – "Over Lang Lang kunnen we… kort zijn", zei iemand. Of deze lapidaire uitspraak een grapje was op de in het Nederlands wat komisch klinkende naam van het Chinese piano-icoon hebben we nooit kunnen achterhalen. Of bedoeld werd dat Lang Lang wat kort van stof was of niet veel meer dan een media-clown die jong en oud en vooral heel China in het ootje nam met spektakel aan de vleugel, weten we evenmin. Let wel 'nam', in de verleden tijd, want hoewel ook wij vonden dat die snaak zwaar overdreef (opnieuw in de verleden tijd), is het de hoogste tijd voor een grondige revisie van deze opinie. Lang Lang, intussen 30, is een briljant pianist geworden en wie daar nu nog anders over denkt… doet dit allicht niet zonder enige naijver.
Nominatie Gouden Label – "Over Lang Lang kunnen we… kort zijn", zei iemand. Of deze lapidaire uitspraak een grapje was op de in het Nederlands wat komisch klinkende naam van het Chinese piano-icoon hebben we nooit kunnen achterhalen. Of bedoeld werd dat Lang Lang wat kort van stof was of niet veel meer dan een media-clown die jong en oud en vooral heel China in het ootje nam met spektakel aan de vleugel, weten we evenmin. Let wel 'nam', in de verleden tijd, want hoewel ook wij vonden dat die snaak zwaar overdreef (opnieuw in de verleden tijd), is het de hoogste tijd voor een grondige revisie van deze opinie. Lang Lang, intussen 30, is een briljant pianist geworden en wie daar nu nog anders over denkt… doet dit allicht niet zonder enige naijver.
Simon Rattle voorstellen hoeft al lang niet meer. Hij is al enige tijd chef-dirigent van de befaamde Berliner Philharmoniker en slaagt erin de superieure kwaliteit van dit orkest zo hoog te houden dat intussen Herbert von Karajan bijna – maar niet helemaal – vergeten is. Tijden veranderen, horen we om de haverklap (al of niet positief bedoeld). Mensen ook en visies op 'eeuwige' muziek – ook van grootmeesters à la Mozart, Beethoven, Brahms enzovoort – blijken ook niet 'eeuwig' vast te liggen. Rattle innoveert maar heeft een diepgeworteld respect voor de partituur. Daar staat alles in, als het ware 'voorgekauwd' door de componist. Was het maar zo simpel.
Geen twee pianoconcerto's – gecomponeerd met amper een tiental jaar ertussenin – zijn zo verschillend als het derde van Sergei Prokofiev (1891-1953) en het tweede van Béla Bartók (1881-1945).
Prokofievs Concerto nr. 3, in C – opus 26, uit 1921, is zowat het meest evenwichtige, het knapste ook van de vijf. Melodie en ritme zijn enerzijds gedurfd maar ook aan hoogstandjes op de piano dankt dit concerto zijn populariteit. Maar de nuances en de dialogen tussen solist en orkest zijn minder agressief dan in vroeger werk van Prokofiev. Hier is ook plaats voor subtiele humor en zelfs voor melancholie (zie hieronder).
Bartóks Concerto nr. 2, in g – Sz 95, uit 1931, is relatief lichtvoetig en gebruikt herkenbaar thematisch materiaal maar is daarom niet makkelijker. Net zoals zijn tijdgenoot Prokofiev, geeft Bartók blijk van een grote inspiratie qua melodie maar, meer dan in zijn eerste concerto, krijgt hier het orkest een belangrijke rol toebedeeld.
Om deze twee mijlpalen uit de pianoliteratuur van de 20ste eeuw op één cd samen te brengen, wist een herboren (!) Sony Classical zowat de best mogelijke combinatie van grootmeesters in hun vak te strikken. Lang Lang droomde er al geruime tijd van om samen met Simon Rattle en met de Berliner Philharmoniker samen te kunnen werken: "De hout- en koperblazers van dit orkest lijken wel van een andere planeet en Simon Rattle bereikt een unieke diepgang met dit orkest – vooral in stillere passages. Een aantal van mijn diepste muzikale emoties kon ik met dit orkest beleven".
Schitterende studio-opname
Natuurlijk werd niet over één nacht ijs gewandeld. Zowel Lang Lang als Rattle hadden Prokofiev en Bartók, samen met de Berliner, reeds live uitgevoerd eer ze deze schitterende studio-opname realiseerden.
Lang Lang vindt dat Prokofiev 3 én Bartók 2 tot de meest veeleisende partituren behoren die een pianist zich eigen kan maken – zowat op gelijke voet met Brahms 2 en Rachmaninov 3. "Ik was er rijp voor", zegt Lang Lang. "Aan Prokofiev heb ik vijftien jaar gestudeerd en aan Bartók negen jaar". Waarbij we nogmaals herinnerd worden aan de uitspraak: There is no easy way to success, only a steep stairway. Succes boek je alleen door hard te werken.
Het resultaat, moet gezegd, is indrukwekkend. Lang Lang heeft bijvoorbeeld ook zeer stil leren spelen (dat hadden we voordien nog niet gehoord). Is het dankzij de ijzeren discipline van Sir Simon Rattle of gewoon een metafysische symbiose tussen beide musici… maar zelden hebben we zulke grootse uitvoering gehoord van deze toch niet makkelijke – maar o zo grote – muziek.
De hemelse klarinetsolo bij de aanvang van Prokofiev 3 brengt ons meteen in de juiste sfeer. Maar er wordt ons weinig tijd gegund voor veel mijmeren. Kort daarna vliegt Prokofiev er met volle kracht tegenaan. Gewoon meeslepend en kippenvel van bij de eerste korte pianosolo met respons, opnieuw door de klarinet… en je bent vertrokken voor een avontuur zonder weerga.
De diepste ontroering, heimwee naar zijn vaderland, verwekt Prokofiev in het tweede, meer dan tien minuten lange deel Andantino. Geen zeemzoete materie, let wel. Tijdens de Variaties I-V en het afsluitende Thema van dit deel gaat het er stevig aan toe. Het afrondend Allegro ma non troppo bevat dan weer bij melomanen bekende melodieën, doch het ritme en het tempo zijn benevelend. Nauwelijks te begrijpen hoe ze het doen. Mensen toch!
cum laude
In Bartók 2 blijkt hoe Lang Lang enorm gegroeid is. Hij heeft intussen het spektakel-om-het-spektakel verlaten en maakt puntgave muziek. Ook en vooral met aartsmoeilijke dingen als dit eerste deel Allegro. Met de steun van Rattle en van de Berliner, dat wel, maar het solistisch werk staat als een huis. Zoals vaak, in bijna alle bijzondere brokken muziek (vooral in concerto's) uit de hele geschiedenis, zit de kern van diepgang en muzikaliteit in het tweede deel. De langste strook op deze cd, het Adagio-Presto-Adagio in Bartók 2, grijpt je bij de keel, bijna een kwart uur lang. Ook hierin zijn Simon Rattle en Lang Lang geslaagd: cum laude. Ik luister tot driemaal toe eer ik aan het schrijven geraak. Ik ben totaal van de wereld. Het slagwerk en het intense pianospel van het derde deel, Allegro molto, is als het ware een verlossing, maar begrijp me niet verkeerd: tot het allerlaatste moment zit je op het puntje van je stoel.
Met dvd
Deze cd wordt uitgegeven als een dubbelalbum, met als toetje een dvd onder de titel The Highest Level, een documentaire van 60 minuten over hoe adrenaline en opwinding, maar ook spanning en uitdaging door de aders gieren van muzikanten en hun team tijdens de realisatie van dit project.
Nominatie Gouden Label? Nope ! Dit is goud van het zuiverste karaat. Allicht de beste opname die ik de jongste jaren gehoord heb. Het meest glanzende Gouden Label uit de geschiedenis van deze door mijzelf bedachte vorm van bekroning voor een muzikale prestatie 'hors normes'.