Was Gioacchino Rossini een fantast in het componeren van ijzingwekkende coloratuuraria’s, even vindingrijk was hij bij het vinden van sprankelende melodieën in zijn komische werken. De voorstelling van de minder bekende opera buffa La Scala di Seta, die de Opéra Royal de Wallonie presenteert, is daar een uiterst geslaagde illustratie van. Vocale speelsheid gaat twee uur lang hand in hand met spitsvondige geestigheid. Muzikale ontspanning van topniveau.
Het beperkte aantal personages voelt zich in de enscenering zo goed thuis, dat ze duidelijk de hele voorstelling genieten van het Rossiniaanse verwarringsspel van geliefden en misverstanden. Het verhaaltje is clichématig simpel in de traditie van de opera buffa. Een voogd wil het jonge meisje Giulia uithuwelijken aan een rijke partij (Blansac). Maar zij is al in het geheim getrouwd met Dorvil, de man van wie ze houdt en die ze via de “zijden ladder” ’s nachts in haar kamer laat. Lucilla, de nicht van Giulia, is ook verliefd op de rijke partij en via de volgens Rossini-recept verwarrende afspraken en ontmoetingen komt alles uiteindelijk voor mekaar. De voogd legt zich bij de feiten neer en Lucilla huwt met Blansac.
Een belangrijke rol in het waterdunne verhaaltje is weggelegd voor de dienaar Germano, die zich hier als een grandioze komiek ontpopt. De muziek van Rossini is nu eens sentimenteel, dan weer ironisch, maar altijd speels en pittig. En zo wordt ze door zangers en orkest ook vertolkt. Acteren doen alle zangers verbluffend knap en overtuigend. Vocaal zijn de prestaties zeer goed, op wat detailkritiek na. Maria Mudryak (Giulia) zingt haar verliefdheid (en ergernis) uit in enkele mooie aria’s waarbij ze soms wat kelig klinkt als ze in de hoogste tonen gaat. Tenor Ioan Hotea is een mooie lichte tenor met soepele stem en aangenaam timbre. Julie Bailly was een uitstekende Lucilla, net als haar uiteindelijke partner Laurent Kubla. Filippo Fontana speelde hilarisch als de dienaar Germano, zonder dat hij vocaal steken liet vallen. Dirigent Christopher Franklin kreeg goede respons van het orkest, dat misschien her en der nog wat vinniger mocht klinken. Maar dat deed in elk geval wel clavecinist Sylvain Bousquet, die ontzettend leuk op bepaalde handelingen op de scène inspeelde (het oppikken van de bloemen, het aanbellen of openen van de deur).
Spiegel
Met Damiano Michieletto hebben we dit seizoen al kennis kunnen maken in de voorstelling van Donizetti’s Elisir d’amore in de Muntschouwburg (Koninklijk Circus). Het commentaar van toen, geldt ook hier perfect: de enscenering is geestig van begin tot einde zonder ook maar ergens lomp of plat te worden. Hoe krijg je het voor mekaar een zanger/acteur twintig keer te laten opkomen en dwaasweg te doen alsof hij een deur opent, terwijl er eigenlijk helemaal geen deur is – zonder dat het vervelend wordt of belachelijk? Hij slaagt daarin, misschien omdat het zo perfect op Rossini’s muziek geënsceneerd is? Michieletto bezit de kunst om elke beweging, elke handeling van een personage zo geestig te maken, dat je er elke keer om kan lachen. Een kous uittrekken? Ze door een pseudo-minnaar dan ook nog als een pochette in een vestzakje laten steken? Flauw? Neen, om te gieren! Een seut als Lucilla zijn en je dan ontpoppen als een sexy verleidster: in deze regie doet Julie Bailly het met veel overtuiging en vooral met een dierenprint topje! Over het dak omhoog klauteren – langs de zogenaamde “zijden ladder” – terwijl de foute minnaar al lang binnen is? Het publiek in de zaal ziet het gebeuren, want alles wordt gespiegeld: gag geslaagd.
Die spiegel is de kern van de hele enscenering. Alles speelt zich af op een appartement waarvan de kamers als op een plan geschetst zijn (pranzo, bagno, letto, tetto, enzovoort). De ouverture speelt zich af terwijl de schetstekening van het appartement geleidelijk opgevuld wordt met de meubelstukken volgens plan. De deuren zijn getekend met de richting van openen. De kern van de vondst is dat het hele appartement weerspiegeld is in een bovenhangende spiegel, die essentieel is voor de toeschouwer in de zaal. De spiegel levert het basisingrediënt van het komische gehalte dat niet stuk te krijgen is en van scène tot scène tot hilarische toestanden leidt. Een eenvoudig procedé, maar je moet er maar opkomen! Het resultaat in de Opéra Royal de Wallonie leidde in elk geval tot veel bijval van een blijgezind publiek. Na La Gazetta (juni 2014) voegt de Opéra Royal de Wallonie met deze La Scala di Seta een volgende absoluut geslaagde productie van een vroege opera buffa van Rossini aan zijn repertoire toe. Bravo!