Het Stadsfestival, De Zomer is van Mechelen, begint opnieuw met BROEK. Bart Vanvoorden, artistieke leiding kunstencentrum nona en programmator, legde de lat hoog en haalt coryfeeën binnen. Hij presenteert een heel weekend met een waaier van artistieke vormen: dans, theater, muziek, circus op 5 verschillende podia in een natuurlijk en heilzaam kader: het provinciaal groendomein Vrijbroekpark. Dit geeft het geheel een aparte dynamiek in een dialoog tussen stijlen, tendensen, smaken en leeftijden. Het wordt dé plek voor verhalen, muziek, toon en ritme. Kunst meets natuur en vice versa. Aan Klassiek Centraal geeft hij wat meer informatie prijs.
VR: Een derde editie van Broek. Nu heeft u het goed in de vingers.
Oefening baart kunst. We zijn ermee begonnen in 2019. Dat was een wild idee en beweegredenen die verschillend waren. Enerzijds omdat we hier in het centrum van de stad zitten met twee zalen en die geraken telkens goed gevuld. Toch zijn we steeds op zoek naar nieuwe toeschouwers. Hoe kunnen we letterlijk uit de muren breken en op een nog zichtbaardere plek aanwezig zijn? Dat was één beweegreden om het festival op te starten. Het andere was dat we altijd op zoek gaan naar wat er in Mechelen nog niet is. De groene rand vonden we een beetje onder benut als het ging om culturele invulling. Als kunstorganisatie moeten we ook daar een aanbod kunnen bieden.
VR: Voorstellingen in openlucht is dat ook een streven om het publieksbereik te verbreden? De drempelvrees is weg!
Klopt. Als ik spreek over nieuwe toeschouwers bedoel ik net dat. Zichtbaar zijn op een plek waar veel mensen komen en niet per se de mensen die naar onze zalen komen. Zonder ons aanbod echt aan te passen toch naar een andere context gaan waardoor we een breder publiek kunnen aanspreken.

VR: Het festival BROEK is deels participatief (gratis) en deels betalend.
Het is de eerste keer dat we één voorstelling gratis aanbieden. Dat gaat gebeuren midden in onze BarBROEK, de centrale plaats waar we ook verzamelen blazen voor de andere voorstellingen. Het is eigenlijk een geste toe naar het publiek maar net zo goed naar jonge kunstenaars toe. Het zijn in dit specifieke geval dansers die net op de grens zitten van afstuderen en het professionele veld. Zo bieden we hun een podium. Het heet heel toepasselijk ‘ONAF – Combination Theory’. Waardoor er ook een drempel minder is voor het publiek om hen aan het werk te zien.
VR: Jullie hebben niet de eerste de beste weten te strikken.
Jan Martens, een van onze toonaangevende choreografen staat deze zomer op de legendarische Cour d’Honneurs in Avignon. Hij is ook 2x geselecteerd voor het Theaterfestival. Maar eerst is hij te gast bij BROEK met een productie uit 2011 ‘Sweat Baby Sweat’.
BROEK brengt geen creaties. Het zijn voorstellingen die al bestaan. We vragen de uitvoerende kunstenaars om die aan te passen aan de openlucht, aan de schoonheid van de natuurlijke omgeving en ruimte.
VR: Gaan ze daar gretig op in, of is er enig voorbehoud?
Het is geen must. Als ze dat niet zien zitten programmeren we hun werk hier in de zaal. De meeste vinden dat een zeer interessante uitdaging én het levert ook interessant werk op. In die zin dat de voorstelling anders wordt door ze gewoon in de openlucht, in de context van de natuur te zetten. Er wordt een nieuwe en extra betekenis gegenereerd wat normaal gezien niet aanwezig is in de zaal. Jan Martens ging daar gretig op in. Wij volgen deze choreograaf/danser al heel lang. Hij passeert hier met al zijn voorstellingen. We dachten welke voorstellingen uit zijn reeds omvangrijke oeuvre kan het best werken in de context van BROEK? We kwamen in gezamenlijk overleg uit bij ‘Sweat Baby Sweat’.

VR: Hij is de ideale man. Hij maakt een breed publiek warm voor hedendaagse dans.
Daar kan ik mij achter scharen. Hij maakt voorstellingen die inderdaad een breder publiek, dan alleen maar het publiek van deSingel, kan bekoren. Maar dat geldt niet alleen voor hem. Het gehele aanbod van nona heeft een breed publieksbereik. Alleen zijn sommige kunstenaars die we programmeren vaak nog niet zo bekend. Jan Martens zijn bekendheid groeit. Dat is heel leuk omdat wij hem al die jaren hebben ondersteund.
VR: Hij liet zich inspireren door de concentratie, spanning en symboliek van circusacrobatiek om een voorstelling te maken over de liefde.
‘Sweat Baby Sweat’ is een uiterst traag en intiem duet waarin een man en een vrouw acrobatische kracht met mentale kwestbaarheid verbinden, een blik op de liefde voorbij alle clichés. Bijzonder mooi.
VR: Het dans minnend publiek komt goed aan zijn trekken. Nog een naam met weerklank is de Belgisch-Burkinese choreograaf Serge Aimé Coulibaly. Hij brengt contrasterend ‘Kalakuta Republik’ een heel energetische dansvoorstelling.
Ja, de voorstelling bestaat uit twee delen met een korte ombouw tussenin. Het bestaat uit twee heel verschillende delen. Het eerste is zwart/wit. Letterlijk ook in het gebrek aan kleur. Na de pauze is het meer een feest van kleur wat zich ook uit in de kostumering en het lichtplan. Het is inderdaad een zeer expressieve en energetische voorstelling. Die op een andere manier genereus is dan Jan Martens ‘Sweat Baby Sweat’ die verstillend werkt. ‘Kalakuta Republik’ is geïnspireerd op het leven van de legendarische Nigeriaanse muzikant Fela Kuti, uitvinder van de afro-beat, maar ook boegbeeld van het verzet in Afrika. Serge Aimé Coulibaly vertaalt Kuti’s strijd naar een energieke en geëngageerde dansvoorstelling, sensueel en wild.

VR: BROEK is een interculturele ontmoetingsplaats, jullie konden ook het Franse circusgezelschap Un Loup pour l’Homme strikken. Zij brengen ‘Cuir’. Geen traditioneel circus. Zij benaderen acrobatie als een visie op de mensheid die bestaat uit sociale individuen die even verschillend als van elkaar afhankelijk zijn.
‘Cuir’ is een duet over aantrekkingskracht én trekkracht tussen Arno Ferrera & Gilles Polet. In een krachtige body-to-body confrontatie manipuleren twee mannen in een harnas van leer elkaars lichaam.
VR: Niet alleen gevestigd talent ook jong aanstormend talent, ontluikende makers krijgen een podium.
Dat is natuurlijk één van de lijnen van het huis. Dat willen we ook doortrekken in het park. Ik sprak reeds over het gratis spektakel in BarBROEK. Het andere jong werk is teksttheater van Carine Van Bruggen, Stan Martens & Mich Van Landeghem ‘The Rules of Attraction’. Zij brengen een afstudeervoorstelling dat vorig jaar al opgevoerd werd in Gent. Nu passen ze de voorstelling aan aan het decor van het park.

VR: Het wordt de komende dagen een heuse explosie van festivals. Is er veel belangstelling voor BROEK?
Absoluut. Het ziet er veelbelovend uit. De ticketverkoop verloopt goed. Uitverkocht zijn we evenwel nog niet.
VR: Dezer dagen is het weer uiterst wisselvallig. Dan slaat een programmator zijn tikkertje wel even over, vermoed ik. Het weekend ziet er gelukkig beter uit.
Dat zijn de risico’s van het vak als je een openluchtfestival organiseert. Je bent sowieso afhankelijk van het weer. Ja, de mensen kijken een beetje de kat uit de boom. Maar net zoals de vorige twee edities stevenen we af op mooi weer. Met de goede weersvoorspellingen voor het weekend wordt het vast en zeker een mooie en druk bezochte editie.
VR: Cultuur midden in de natuur heeft iets zuiverend.
Het is in elk geval een andere belevenis dan in een zaal. Als voorstellingen die geconcipieerd zijn voor een black box of een zaal dan plots in een andere context staan, worden er nieuwe betekenissen gegenereerd. De artiesten moeten echt meedenken. Hoe kan de invallende duisternis een effect hebben op de betekenis van de voorstelling, de dramaturgie ervan?
Het publiek ondergaat zo’n voorstelling anders. In die zin is het inderdaad zuiverend.