Klassiek Centraal poogt om met de (on)regelmaat van de klok aandacht te geven aan wat men noemt ‘de zijlijn, aan de kant van de liefhebbers en amateurs’ (het zijn woorden die denigrerend aan ons gericht werden…) en dat doet KC omdat het belangrijk is om niet alleen de grote namen, die iedereen al kent, aan bod te laten komen maar ook diegenen die om welke reden dan ook (nog) onbekend zijn maar die de bekendheid wel verdienen.
Klassiek Centraal poogt om met de (on)regelmaat van de klok aandacht te geven aan wat men noemt ‘de zijlijn, aan de kant van de liefhebbers en amateurs’ (het zijn woorden die denigrerend aan ons gericht werden…) en dat doet KC omdat het belangrijk is om niet alleen de grote namen, die iedereen al kent, aan bod te laten komen maar ook diegenen die om welke reden dan ook (nog) onbekend zijn maar die de bekendheid wel verdienen. Zo ontdekten we al meermaals begaafde musici en mocht een recensie van Klassiek Centraal voor hen een referentie zijn om podia aangeboden te krijgen. Het is een van de vele redenen waarom ons webmagazine bestaat.
Brosella en de Kunsthumaniora Brussel
Brosella, een interculturele en multi-actieve vzw die door vele passionele vrijwilligers wordt in leven gehouden onder de bezielende leiding van ‘Rieke’ Henri Vandenberghe, stapte vier jaar geleden met de Kunsthumaniora Brussel, geleid door de al even bezielde directeur Jurgen Waeyenberg in de boot voor het project Kristal Klaar. Bedoeling? Getalenteerde leerlingen van de tweede en derde graad middelbaar in een inspirerende omgeving een echt concert laten spelen samen met hun leraars. De reeks Kristal Klaar – verwijzend naar de Spiegelzaal van De Markten – werd geboren en is op korte termijn een begrip geworden. Niet alleen ouders en vrienden komen naar de concerten, ook een groeiend publiek vindt meer en meer de weg naar de zaal met spiegels van kristal en roccocokrullen.
De leerlingen
Donderdag 1 maart waren leerlingen van de klas altviool aan de beurt om, samen met hun leraar Marc Claes, hun kunnen te laten horen. Ja natuurlijk hadden de drie die nog geen 20 zijn plankenkoorts maar het was weinig in vergelijk met hun meester wiens knieën bijna hoorbaar knikten. Mooi hoe hij meeleeft met zijn leerlingen die de toekomstige altviolisten worden in orkesten, kleine(re) ensembles en/of een solisten loopbaan uitbouwen
Georg Philipp Telemann spelen met zenuwen is niet van de poes maar wat een leerschool voor zelfbeheersing op een podium! Alleen daarom al is het goed zo’n werkals het concerto voor vier (alt)violen te programmeren. Je voelt dat het tijdens het spelen zelf meer vorm krijgt. Mooi.
Jong Talent Ilse Polleunis speelde twee volwaardige werken – een goede zaak om jongeren het grote repertoire te laten spelen zoals het is zonder het te infantiliseren of vereenvoudigen – van Ernest Bloc h en Robert Schumann. Blochs Rapsodie uit de Suite Hébraïque werd met veel sterke overmoed en overtuiging gespeeld. Een tip? Gooi er de glissando’s in die het werk meer de melodramatische inhoud geven, het bijna overdreven theatrale. De leraar speelde op voorzichtig en liet zijn leerlinge de glissando’s niet spelen. Een volgende keer het risico wagen? Schumanns Adagio en Allegro opus 70 is As is een zeer warm werk van een man die al te gemakkelijk manisch depressief wordt genoemd. Een ziekte die hem alleen de twee laatste levensjaren trof maar die wel leidde tot wondermooie diepzinnige composities. De jonge altvioliste slaagt er in om de diepe kleuren al naar boven te halen maar door de koorts der planken blijft de strijkstok soms wat halfweg steken. O zo menselijk… Een raad – mag ik? – voor àlle instrumentalisten: vergeet dat je een instrument speelt en zing, sluit de ogen en zing, maak van je instrument, in dit geval de altviool, je stem, je ziel en je hart de overmacht nemen. Je zal verstelt staan van het resultaat. Muziek is buikgevoel, komt van binnen in je wezen en uit zich zo. Klanken die alles vertellen zonder woorden, een wonder op zich.
De leraars
Ooit leerden ze ook gaan voor ze konden lopen. Ooit waren ze amateurs en ik begreep toen ze speelden dat ze nog steeds liefhebbers zijn. Geen liefde, geen muziek. We hoorden liefde, we hoorden muziek. Het Amici Della Musica Strijkkwartet speelde na de pauze het Divertimento in F van Wolfgang Amadeus Mozart en het Amerikaans Strijkkwartet van Antonin Dvorak.
Mozart had haast. Haaa… De leerlingen mogen niet lopen maar de leraars deden het deze keer wel. Ja hoor, de spanning van het meeleven met de leerlingen van voor de pauze zat nog in alle vingerkootjes maar spelenderwijs werd Mozart de echte Mozart. Wat een zalig ‘tussendoortje’ dit aartsmoeilijk divertimento dat ‘amateurs in de rand’ niet moeten proberen spelen.
Geen detail ging verloren in het kwartet van Dvorak. Wat een grandioos werk toch dat heimwee naar het vaderland Tsechië verraadt, dat verwondering en bewondering kent voor andere muziek: die van ‘de zwarten’ in een enorm land, de VSA, dat op volle ontplooiïng staat en een eigen identiteit poogt te creëren. De leraars zijn nu helemaal in de ban van het meesterschap van de componist en vergeten de plankenkoorts, ze zijn nu de echte professionelen en keren het werk binnenste buiten. Een vertolking die ons details laat horen waar we eerder niet zo op gelet hebben. Tussen het publiek zitten te luisteren wie voor de pauze lieten horen dat zij, binnen een aantal jaar, klaar zijn om dan als meesters in het vak Dvorak en Mozart en zoveel meer te spelen…