Het prestigieuze Bayerisches Staatsorchester verzorgde een van de grote symfonische concerten van het Klarafestival. Hun dirigent was niemand minder dan de Russische topdirigent Vladimir Jurowski, die vanaf het seizoen 2021-22 ook hun chef-dirigent is. Laat daarbij als soliste dan nog de Franse sopraan Sabine Devieilhe aantreden en de affiche is van het hoogste karaat.
Het programma was evenwel allesbehalve vanzelfsprekend, laat staan gemakkelijk. Met “Four Sea Interludes” van Benjamin Britten en zijn niet zo toegankelijke liedcyclus “Les Illuminations” wordt veeleer een beroep gedaan op geconcentreerd luisteren dan op achterover zittend genieten. Hetzelfde geldt voor de suite op Debussy’s opera “Pelléas et Mélisande” in de bewerking van Erich Leinsdorf. “La Valse” van Maurice Ravel is dan haast een lichte uitsmijter van het programma, hoewel het dansante ook wel angels heeft. Van bij de eerste “Interlude” (“Dawn”) nam het orkest je meteen mee door zijn indrukwekkende klank. Wat een weelde aan kleur brengen deze muzikanten voort met hun indringende strijkersklank, alsof de violen zich verenigen tot één groot vioolcorpus. Prachtig gewoon. Doorheen de vier interludes zag je als het ware de opera aan je ogen voorbij komen, zo duidelijk zorgde Jurowski voor een dramatische interpretatie van Brittens instrumentale tussenspelen. Je leefde mee met de dorpsgemeenschap van het vissersdorp en je hoorde de woeste zee en het opjutten van de eigenzinnige en eenzame Peter Grimes door de woedende dorpelingen. Dezelfde ervaring bij het intimistische drama van “Pelléas et Mélisande”. De mysterieuze klank van de geheimzinnige Mélisande in “Une fontaine dans le parc”, de dreigende angst in de ondergrondse gewelven, het etherische van de sterfscène.
Devieilhe, een ster zonder sterallures
We kenden Sabine Devieilhe al als een heel mooie sopraan, maar wat ze in “Les Illuminations” van Benjamin Britten ten gehore bracht overtreft superlatieven. De cyclus van tien liederen voor hoge stem en strijkers op teksten van Rimbaud componeerde Britten in 1939 in Amerika. In drie van de liederen komt eenzelfde motief terug, wat er een cyclische eenheid aan geeft. Die herhaling van “J’ai seul la clef de cette parade sauvage” gaf Devieilhe een extra mysterieus accent. De liederen in pure fin de siècle stijl zijn aartsmoeilijk zowel vocaal als wat interpretatie betreft. Devieilhe bracht er een ronduit sublieme vertolking van. Haar lenige stem kan de hoogste tonen zingen en ze blijft toch loepzuiver. Haar virtuositeit vormt een magische harmonie met de soepele strijkers.

De bisnummers van dit concert stonden in het teken van de dramatische situatie van de oorlog in Oekraïne. Na de liedcyclus zette Vladimir Jurowski zich aan de piano en vertolkte met Devieilhe een Oekraïens volkslied waarin de treurige vocalise aangrijpend vertelde over het oorlogsleed van een kind. Op het einde van het concert liet Jurowski een rariteit van Debussy spelen, “Berceuse héroïque” een stuk dat Debussy onder de indruk van de eerste Wereldoorlog componeerde in november 1914 als hommage aan Koning Albert en zijn dappere soldaten. Jurowski droeg het hier uitdrukkelijk op aan de dappere president Zelenski en het Oekraïense volk. Een geëngageerde keuze, die het publiek luid toejuichte. In elk stuk stuurde Vladimir Jurowski zijn orkest telkens naar de perfecte interpretatie. De precisie van zinderende celli in een lange pizzicatopassage, warme klarinetten en flitsende fluiten. Slagwerk en kopers, alles speelde in een onwaarschijnlijke harmonie. De ranke figuur van de dirigent straalde zijn spanning en bezieling naar de muzikanten uit. Het resulteerde in een unieke concertervaring die we niet hadden willen missen.
WIE: Bayerisches Staatsorchester, Vladimir Jurowski, dirigent, Sabine Devieilhe, sopraan
WAT: Benjamin Britten: Peter Grimes, Four Sea Interludes; Les Illuminations, Claude Debussy: Pelléas et Mélisande, suite Maurice Ravel: La Valse
WAAR: Bozar
WANNEER: woensdag 16 maart 2022