Vandaag is het dertig jaar geleden dat de componist Karel Goeyvaerts onverwacht overleed. Hij was pionier op veel gebieden: integrale seriële muziek, elektronica en minimal music. Hij staat bekend als een hardwerkende en betrokken musicus, die gerust met wat minder bescheidenheid de geschiedenis had mogen ingaan.
Karel Goeyvaerts (1923 – 1993) studeerde piano, harmonie, contrapunt, fuga, compositie en muziekgeschiedenis aan de conservatoria van Antwerpen (1943-1947) en Parijs (1947-1951). In Parijs was hij onder andere leerling van Darius Milhaud (compositie) en Olivier Messiaen (analyse). Vooral Messiaen (1908-1992) liet een grote indruk op hem na. De Sonate voor 2 piano’s, geschreven in 1950-51, leunt zowel op de ritmische vernieuwingen van Messiaen en de seriële techniek van Anton Webern (1883-1945), waarvan Goeyvaerts gedetailleerde (structuur)analyses maakte.
In 1951 nam hij deel aan de legendarische Ferienkurse in het Duitse Darmstadt en ontmoette daar o.a. de avant-gardisten Luigi Nono en Karlheinz Stockhausen. Hij en Stockhausen werden vrienden. In 1953 realiseerden Goeyvaerts en Stockhausen, samen met enkele andere componisten, de eerste muziek die geproduceerd werd met behulp van elektronische generatoren (in de studio’s van de WDR in Keulen). In 1957 trok hij zich tijdelijk terug uit de muziekwereld, maar hij bleef componeren. Nadat hij tot 1970 vooral werkzaam was geweest als vertaler, werkte Goeyvaerts in de hierop volgende vier jaar bij de Vlaamse radio, de toenmalige BRT. Hij werd gedetacheerd als redacteur van elektronische muziek in Gent bij het aldaar gevestigde instituut voor psychoakoestiek en elektronische muziek IPEM. Van 1974 tot 1987 had hij bij de BRT dezelfde functie voor de sector eigentijdse muziek. In 1992 werd Goeyvaerts aangesteld als titularis aan de Musicologische faculteit van KU Leuven.
Integraal serialisme
Goeyvaerts is vooral bekend om zijn seriële muziek met Anton Webern als voorbeeld. Hij was de eerste componist die een werk schreef waarop het serialisme op alle muzikale parameters was toegepast. Serialisme staat voor een compositietechniek waar de twaalf tonen van het octaaf georganiseerd worden in een reeks. Die reeks vormt dan de structurele basis (spelregels). Webern paste dit systeem op zowel muzikale inhoud als de muzikale vorm toe.
En Karel Goeyvaerts ging nog enkele stappen verder. Hij werkte dit seriële principe niet alleen op het niveau van de toonhoogte uit maar ook op het niveau van ritme, klankintensiteit en articulatie. Hiermee trad hij in het voetspoor van Olivier Messiaen’s pianostudie Mode de valeurs et d’intensités (1949) waarin het toonmateriaal op verschillende niveaus (toonhoogte, duur, sterkte en aanslagwijze) wordt georganiseerd. Na enige overgangsstukken wordt nu Goeyvaert’s Sonate voor 2 piano’s (1950-1951) beschouwd als de eerste integrale seriële compositie in de muziekgeschiedenis. Het was een betekenisvolle stap naar volmaakte zuiverheid.
Elektronica
Goeyvaerts was ook één van de eersten die zich in de richting van de elektronische muziek begaf, waardoor hij zowel in de compositie als in de uitvoering (tape) nog meer structuur kon aanbrengen. Nummer 4 met dode tonen (december 1952) was de aanleiding voor deze primeur: het is de eerste partituur die gespeeld moest worden met zuiver elektronische middelen.
Ook de ondertitel van Compositie Nummer 5 (“met zuivere tonen”) heeft zijn naam niet gestolen: de abstracte klankstructuur wordt gekenmerkt door een verregaande zuiverheid. Het gaat met name over het gebruik van elektronische klankgeneratoren en modulatoren waardoor de verschillende parameters in de muziek oneindig veel meer gedifferentieerd konden worden. Tussen een chromatische halve toon (de kleinste afstand in ons toonstelsel) ligt bijvoorbeeld nog een groot aantal toonniveaus die niet gebruikt konden worden omdat de traditionele muziekinstrumenten daarvoor niet geschikt waren.
Daarnaast zijn toonduren die wegens extreem korte of lange waarden, niet weergegeven kunnen worden in ons notatiesysteem, wel realiseerbaar door middel van elektronica. Ook bood het gebruik van elektronische middelen de mogelijkheid om de klanken letterlijk ‘uit te zuiveren’. Tezamen met een grondtoon (de toon die wij waarnemen) klinkt immers een groot aantal boventonen mee die uiteindelijk de klankkleur bepalen. Met behulp van elektronische klankgeneratoren kon men veel meer timbres in beeld brengen. Opvallend bleek het gebruik van sinustonen, waaruit alle boventonen weggefilterd zijn en er nog enkel kale grondtonen overblijven.
Minimal music
Andere werken vertonen kenmerken van minimal music. Pour que les fruits mûrissent cet été (1976) sluit verbazingwekkend goed aan op Compositie Nummer 5 dat volgens de seriële techniek is geschreven. Goeyvaerts heeft daarmee laten zien dat rabiate vijanden van serialisme, zoals de Amerikaanse componist Philip Glass, soms last hadden van kortzichtigheid. De vijf Litanieën die hij vervolgens tussen 1979 en 1982 volgens deze techniek schreef, vormen zonder twijfel het hoogtepunt van deze groep werken. Goeyvaerts voerde de soberheid en reductie van middelen, kenmerkend voor deze “minimal music” door naar het esthetische niveau.
In zijn laatste omvangrijke werk, de grootschalige opera Aquarius (1983-93), vloeien al deze elementen samen. Dit werk vormt een synthese van de nieuwe technieken die Goeyvaerts in zijn werk gebruikte. De vocale bezetting telt acht sopranen en acht baritons die alleen gezamenlijk optreden. Er is een orkest, er is een vaag apocalyptisch-astrologisch thema, maar verder geen personages, geen voldragen libretto, geen begrijpelijke tekst. Wat resteert drukt de verwachting uit dat in het tijdperk van de Waterman (over ruim honderd jaar) iedereen de plaats zal bekleden die hij overeenkomstig de eigen bekwaamheden verdient. Het werk wordt ook wel getypeerd als “heimwee naar de toekomst”. Met een beetje goede wil kan men zeggen dat Goeyvaerts hier naar zichzelf verwijst.
Vorige Volgende
Luistertips:
Karel Goeyvaerts, Sonate Nr. 1 voor twee piano’s – Champ d’Action
Olivier Messiaen, Mode de valeurs et d’intensités – Raymond Shon (piano)
Karel Goeyvaerts, Nummer 4 met dode tonen
Karel Goeyvaerts, Pour que les fruits mûrissent cet été – Le Florilegium Musicum de Paris
Karel Goeyvaerts, Litanie II – Koninklijk Conservatorium van Brussel
LUNALIA viert samen met I SOLISTI en MATRIX
Dit jaar zou de Belgische componist Karel Goeyvaerts 100 jaar geworden zijn. Dat viert LUNALIA samen met I SOLISTI en MATRIX, Centrum voor Nieuwe Muziek. Met het festivalmotto You’ll never be alone anymore’, ontleend aan een compositie uit 1975, komt er een baken van muzikale hoop naar Mechelen. Ensemble in residentie I SOLISTI brengt een ode aan het baanbrekende werk van Goeyvaerts in meerdere concerten en MATRIX presenteert de pop-up tentoonstelling Goeyvaerts Gespiegeld. Kom het ontdekken tijdens LUNALIA, van 22 april tot 7 mei in Mechelen.
22.04 Openingsconcert You’ll never be alone anymore
Tijdens het openingsconcert slaan de musici van I SOLISTI en van Niniwe de handen in elkaar. Samen omarmen ze het publiek met muziek gaande van Karel Goeyvaerts’ Zang van Aquarius tot en met Charlie Chaplins Smile. Verwacht je aan een eigentijds muzikaal maanritueel.
Karel Goeyvaerts stond mee aan de wieg van het serialisme, de elektronische muziek en minimal music en dan is er nog zijn absoluut unieke Aquariusproject. België mag trots zijn op deze muzikale zoon. De musici van I SOLISTI, pianist Jan Michiels en sopraan Liesbeth Devos zorgen samen met musicoloog Mark Delaere voor een passende ode.
Dertig jaar na zijn plotse overlijden leest de biografie van componist Karel Goeyvaerts nog steeds als een roman. Hoewel zijn naam buiten ons land niet altijd een belletje doet rinkelen, was het Karel Goeyvaerts die in de zomer van 1951 op kousenvoeten de inmiddels legendarische Ferienkurse für neue Musik in Darmstadt veroverde met de eerste bladzijden integraal seriële muziek. Hij drukte daarmee een onuitwisbare stempel op de na-oorlogse avant-garde, maar zeven jaar later beleefde hij de Wereldtentoonstelling in Brussel als Sabena-agent. Rond die tijd hield hij het componeren (eventjes) voor bekeken, om zijn muzikale carrière daarna bijna even vlot terug op de rails te zetten en uiteindelijk in het laatste decennium van zijn leven met zijn opera Aquarius opnieuw een nieuw tijdperk in te luiden. Redenen genoeg om de pop-up tentoonstelling Goeyvaerts gespiegeld van MATRIX tijdens dit jubileumjaar in Mechelen te presenteren, van 22 april tot 30 mei.