Auteur Hermine Couvreur
Kamerkoor Aquarius onvermoeibaar ingetogen
Kanon Pokajanen (Boetepsalmen, 1995-97) van Arvo Pärt, is een vierstemmige zetting voor koor a capella van de volledige orthodoxe boete-hymne, zoals die in de vroegste christelijk-Slavische manuscripten is terug te vinden. Pärts tekstbronnen zijn oud-Slavische orthodoxe boetepsalmen uit de 6de eeuw na Christus.
De Estse componist Arvo Pärt trad na een persoonlijke, spirituele crisis toe tot de Russisch-orthodoxe Kerk. Twee jaar (1995-1997) besteedde hij aan het componeren van de Kanon Pokajanen, dat alleen al door zijn lengte uitzonderlijk is. ‘De kanon gaat over verandering, de overgang van dag naar nacht, van het Oude naar het Nieuwe Testament, over profetie en vervulling, het hier en hiernamaals, de grens tussen het menselijke en het goddelijke, zwakheid en sterkte, lijden en verlossing, sterven en onsterfelijkheid.’
Het Vlaams koor Aquarius is een van de weinige ensembles o.l.v. Marc Michaël De Smet, dat het aandurft dit werk integraal uit te voeren. De Kanon Pokajanen is door zijn lengte (kleine 2 uren) een uitzonderlijke compositie en dus zeldzaam te horen.
De Sint-Carolus Borromeuskerk (Antwerpen) is verduisterd. Enkel een kring van witte kaarsen op de grond zorgt voor een belofte. Het publiek is muisstil en wacht.
De zang begint ver weg. Dan gaat een deur open en de zwartgeklede koorzangers komen achter elkaar de ruimte binnen. Ze dragen een witte kaars in de hand. Wanneer elk van hen plaats heeft ‘gevonden’ achter een muziekstandaard, gaat de zang nog even door. Dan zetten de zangers de kaarsen achter hen op de grond zodat zijzelf de middelste kring vormen van de drie. De opstelling is dus niet klassiek, met het gezicht gericht naar de toeschouwers, maar naar elkaar hoewel er een openheid voelbaar is. Iedereen mag luisteren en de sfeer ondergaan.
De zang klinkt afwisselend vrij dramatisch en zelfs scherp maar blijft toch steeds sober, mèt passie. Zeer mooi is het steeds weerkerende ‘refrein’ dat aandoet als een mantra. Zeer apart is dat na elke akte de zangers van plaats wisselen, steeds in stilte. Hoewel absoluut niet Gregoriaans, is er toch een zekere verwantschap door de ingetogenheid van de zang en de rust die uitgaat van de kring voor ons.
De dirigent Marc Michaël De Smet is zeer betrokken, vloeiend in zijn bewegingen, soms heftig en afgemeten, dan weer groots alsof hij de hele ruimte wil omvatten.
Steeds weer boeiend vind ik de kleine details, zoals het feit dat de zangers een stemvork bij zich hebben en ook hier en daar gebruiken. Ernst, ernst en nog eens ernst. Bijna twee uren a capella zingen moet een zware inspanning zijn. Op geen enkel moment hoor je het koor verzwakken. De muziek vraagt opperste concentratie, ook van de toehoorders. Dit moet je gehoord hebben.
- WAT: Kanon Pokajanen van Arvo Pärt
- WIE: Kamerkoor Aquarius o.l.v. Marc Michaël De Smet
- WANNEER: 8 maart 2014
- WAAR: Sint-Carolus Borromeuskerk te Antwerpen