Auteur Yarrid Dhooghe
Het Pavel Haas Quartet en Boris Giltburg brachten met strijkkwartetten van Beethoven en Prokofjev, en Sjostakovitsj’ pianokwintet een zeer aantrekkelijk programma. Met oor voor elkaar en interessante muzikale keuzes gaven ze het publiek een prachtig concert cadeau.
Dat Beethoven een voorbeeldfunctie voor vele componisten is geweest, is alom bekend. De klassieke periode had in Beethovens tijd ondertussen al zeer duidelijke conventies ontwikkeld, waardoor een creatieveling zoals Beethoven er ook graag van afweek. Latere componisten hebben vaak fascinatie voor Beethovens vreemde kwartetten die toch niet meer honderd procent classicistisch te noemen zijn. Zo was Sergej Prokofjev geboeid door Beethovens relatief uitgebreide langzame inleidingen en hoe de motivische samenhang tussen de verschillende delen zo versterkt kan worden. De fugatische delen uit Beethovens ‘Spätwerk’ voor strijkkwartet was dan weer de voedingsbodem voor Sjostakovitsj’ pianokwintet in sol klein. Door het samenbrengen van laatstgenoemd werk met Beethovens ‘Quartetto serioso’ en Prokofjevs Strijkkwartet nr. 1 in si klein brachten het Pavel Haas Quartet en pianist Boris Giltburg afgelopen woensdag een interessant programma in de blauwe zaal van deSingel.
Voor de pauze stond het kwartet er nog zonder Giltburg voor. Met veel accuratesse speelden ze het driedelig strijkkwartet van Prokofjev. In het geheugen blijft vooral het afsluitende andante, die de harmonische wrangheid van de twee voorgaande delen volledig achter zich laat, gegrift. Het Pavel Haas Quartet stond er echt als kwartet. We hoorden geen muzikanten die zelf net dat ene treetje hoger wilden staan. In de plaats daarvan luisterden de muzikanten naar elkaar, speelden ze voortdurend op elkaar in, waardoor de muziek die ze brachten op het voorplan kwam te staan. Ze maakten muzikaal interessante keuzes. Er was nagedacht over elke boogstreek en over de opbouw van elke melodische lijn. De balans tussen de verschillende muzikanten was steeds goed.
Muzikaal gezien was de uitvoering van Beethovens ‘Quartetto serioso’ minder interessant. De vier verschillende delen vormden ook minder een organisch geheel zoals dat bij de uitvoering van Prokofjevs strijkkwartet wel het geval was geweest. De muzikale keuzes waren nogal evident en traditioneel. Het niveau was zeker nog hoog en de uitvoering heeft zeker geëntertaind. Maar muzikaal hield deze uitvoering weinig verrassingen in petto.
Na de pauze vervoegde Giltburg het strijkkwartet voor een uitvoering van Dmitri Sjostakovitsj Pianokwintet in sol klein. Een uitvoering van topniveau. Giltburg toonde niet enkel dat hij een schitterend pianist is, maar dat hij zich ook goed thuis voelde in de kamermuziek. Met respect voor de muziek werden de stuk voor stuk met passie uitgevoerde partijen in één intrigerend geheel gesmeed. Zeker het karikaturale scherzo en het melancholische intermezzo (laatstgenoemde met een mooi uitgevoerde dialoog tussen viool en piano) waren memorabel.