Junior Ballet Antwerp werd in juni vorig jaar aan de pers en het publiek voorgesteld. Het slaat een brug tussen een hoogstaande dansopleiding en de professionele wereld. Dansers moeten vandaag de dag polyvalent zijn en een scala van danstechnieken beheersen.
Zoals bezielende kracht Alain Honorez in zijn voorwoord zegt: “De meeste dansgezelschappen in en buiten Europa streven er naar om een zeer uiteenlopend repertoire aan te bieden aan hun dansers en publiek, gaande van de 19de-eeuwse romantische klassieke balletten tot de krachtige, vaak socio-economische relevante danswerken die vandaag de dag gecreëerd worden. Deze verscheidenheid aan repertoire en invloeden zorgt ervoor dat de danser zowel uitvoerend kunstenaar als topatleet, acteur en acrobaat moet zijn, kortom een allround artiest.”
De balletopleiding in Antwerpen geniet internationale renommee. Ook het initiatief van deze doorgevoerde opleiding, gespreid over 2 jaar, vond weerklank in alle uithoeken van de wereld. Uit meer dan 350 aanvragen werden 60 potentiële kandidaten uitgenodigd, ook enkele die hun opleiding aan de Koninklijke Balletschool van Antwerpen volgden. Uiteindelijk werden 20 dansers geselecteerd: jonge mensen uit Australië, Frankrijk, Spanje, Amerika, Portugal, Italië, Zwitserland, Japan en België. Een kosmopolitisch gezelschap. Toch een kleine kanttekening. Dans is wel een internationaal medium, toch is het jammer dat er maar twee landgenoten in dit selecte groepje een plaats kregen, gezien de fondsen en accommodatie. Maar ter zake nu.
Een eerste optreden en meteen een gala formule. Een initiatief dat sympathie geniet én nieuwsgierigheid. De Opera van Antwerpen zat nokvol. Een primeur: de gehele populatie van de Koninklijke Balletschool Antwerpen, ook een klas van prins Dries, Ballet Vlaanderen is vertegenwoordigd en natuurlijk Junior Ballet Antwerp. Jeanne Brabants heeft de zaadjes geplant, de oogst is rijk.
‘Bolero’, muziek Maurice Ravel, choreografie Eva Moreno & Kevin Durwael
Iedereen denkt daarbij meteen aan de iconische choreografie van Béjart met topdansers in de hoofdrol. Daar voor jonge mensen een bewerking op maken is gedurfd. Het resultaat is een knappe performance vol overgave, gedanst door ruim 120 dansers. Als een getijdenstroom die aanrolt en zich weer terugtrekt golven ze over het podium. Een rollercoaster die je meezuigt in een fascinerend muzikaal en visueel universum en zich ontwikkelt naar een indrukwekkende apotheose in een wervelwind van energie en je gemoed laat volstromen. ‘Bolero’ een orgie van beweging.
‘Cantus Firmus’ (pas de deux), muziek J.S. Bach, choreografie Jeanne Brabants
Medio vorige eeuw was Vlaanderen op het gebeid van dans een dor landschap. Jeanne Brabants bracht daar verandering in. Voor deze choreografie liet ze zich inspireren door de muzikale techniek van het cantus firmus, waar Bach een absolute meester in was. Als eresaluut aan de ‘founding mother’ vaardigde Ballet Vlaanderen twee van haar dansers af: Ruka Nakagawa en Gary Lecoutre om haar nalatenschap te eren. Jeanne Brabants ging voor eenvoud en formele perfectie in deze vrij statische pas de deux. Soms spiegelen de dansers zich aan elkaar, soms vormen ze een tegenstelling maar de minimale verschuivingen zijn juist complex. De ‘grand lady’ zou zeker beamen dat het goed was.
Na de pauze kunnen de dansers van Junior Ballet Antwerp tonen wat ze in hun marge hebben in ‘SEASONS 4.0’ muziek A. Vivaldi, recomposed by Max Richter, choreografie Junjo Arqués, Antea Nuñez, Craig Davidson en Mauro de Candia Kunstenaars moeten een hongerige ziel hebben om scheppend te kunnen werken. In de vier seizoenen wordt hun dans- en acteertalent afgetoetst aan de inspirerende kracht van verschillende danstradities en -vormen. Een balletopleiding is niet alleen een plek van scholing maar ook van research en het ontdekken van eigen mogelijkheden en diepgang. Het opzet was groot, de inzet niet minder.
Lente
Junjo Arqués tekent voor een speelse en vinnige choreografie diepgeworteld in de structuur van de muziek. De 6 dansers banjeren lichtvoetig in snelwandeltempo over de scène. Lente, de sappen in de natuur stromen. Dit wordt dansant vertaald in ritmische panache, krachtig, speels en energiek, een kinderlijke vrolijkheid. Dan groeit toenadering. Aarzelend verkennen ze elkaar. Dragen ze eerst een grijs bovenstuk, na een tijdje wordt dit uitgetrokken, zoals bladeren of bloemen die gevangen zitten in de knop en dan het omhulsel afgooien om hun pracht volop te tonen in een bont schilderspalet. Onder die grijze jasjes en truien zitten kleurrijke outfits. De dansers zijn vrolijk op dreef en bruisen van levenslust, net zoals het openbloeien van een nieuwe lente.
Zomer
Altea Nuñez, als enige vrouwelijke choreograaf, kreeg de opdracht een choreografie uit te werken voor de hele groep. Zomer, de tijd van de oogst. De meisjes dragen jurken in zachte pasteltinten van zandbruin tot lichtgeel en amberbruin. De scène gehuld in een zachte warme kleur. Als pluisjes gedragen door de wind wervelen ze over de scène. Ze genieten van rijpe, sappige vruchten. Dit proeven wordt sensueel uitgespeeld tegenover de mannen. De dansers draaien rond elkaar in dartel vermaak. De vormtaal suggereert hunker en de stof waarvan dromen gemaakt zijn in een palet van emoties. Dit verhalend ballet zorgt in de beweging voor een ruimtelijke sensatie via symmetrie en contrasten en eindigt in een dynamische finale. Choreografie, zoals altijd met een uitgesproken signatuur: sprankelend en vinnig met raffinement in de uitvoering.
Herfst
Craig Davidson duikt in het rijke muzikale aanbod van stemmingen en de mogelijkheid om gelaagdheid en diepte om te zetten naar beweging. Als bladeren die op de grond dwarrelen is hier veel grondwerk te zien. Er is sportieve dans te zien met radslagen. De dynamiek spat van het danspodium. Er zit ook een prachtige pas de deux in én een mooi geraffineerd trio dat ritme en beweging verenigt in een trefzekere schoonheid. Je ziet jonge dansers aan het werk met potentie en talent. Alles zit in een emotioneel geladen energie, een schwung die modern aanvoelt.
Winter
Winter, de donkere periode van het jaar. Deze choreografie van de Candia houdt het midden tussen abstractie en expressie. Het fond doek is horizontaal in twee helften verdeeld. Het bovengedeelte is sneeuwwit, een onbeschreven canvas, het begin van alles, geen kleuren, geen hindernissen. Het onderste gedeelte is zwart waar contrasterend sneeuwvlokken doorheen dwarrelen. De witte sneeuwvlokken tegen de zwarte achtergrond vertonen zich in talrijke schakeringen die samenvloeien in een wit/zwartkleurensymfonie. Visueel worden mooie beelden gecreëerd. Ook de scène is vrij donker gehouden waardoor het geheel iets grimmig en unheimlich krijgt. De dansers in zwarte maillots moeten optornen tegen de storm, vormen kettingen om weerstand te bieden. Drummen samen om zich te beschermen en waaieren weer uit elkaar. Het groepsgebeuren staat centraal. Het geheel mist evenwel body.
‘SEASONS.04’, vier compleet verschillende danservaringen, doordacht met sterke scènes in Lente, Zomer, Herfst. De jonge dansers zijn in deze drie choreografieën helemaal mee met de creativiteit en fantasie van de makers. Via het lichaam van de dansers kan het publiek zich identificeren met de verhalen van de choreografen. Winter, dat zowel diepgang als abstractie vraagt, overtuigde niet helemaal. Qua inlevingsvermogen moeten de dansers nog groeien.
Het was een bijzonder fijne avond om zoveel jong aanstormend en uitbundig talent op hetzelfde danspodium te zien. Van prille beginners tot jonge mensen die op de springplank van een internationale carrière staan. Het gehele opzet was een doorslaand succes.
- WIE: Junior Ballet Antwerp
- WAT: Galavoorstelling ‘SEASONS 4.0’
- WANNEER & WAAR: Zaterdag 22 februari – Opera Antwerpen
- FOTO’S: © Nicha Rodboon (via Alain Honorez)