**** Ein Deutsches Requiem van Johannes Brahms behoort ongetwijfeld tot de standaardliteratuur van enerzijds grote koorwerken, anderzijds het genre van het Requiem. De opname die Hervé Niquet met een schare muzikanten van bij ons presenteert, is alleen al daarom de aandacht waard. Tussen de rijke discografie die al van dit werk bestaat, is ze beslist een verrijking.
**** Ein Deutsches Requiem van Johannes Brahms behoort ongetwijfeld tot de standaardliteratuur van enerzijds grote koorwerken, anderzijds het genre van het Requiem. De opname die Hervé Niquet met een schare muzikanten van bij ons presenteert, is alleen al daarom de aandacht waard. Tussen de rijke discografie die al van dit werk bestaat, is ze beslist een verrijking.
Brahms deed er vijf jaar over om deze groots opgezette compositie voor sopraan en bariton, koor en orkest te componeren. Het vijfde deel, de sopraansolo Ihr habt nun Traurigkeit voegde hij pas toe na de eerste uitvoering in 1868. Hoewel Brahms zelf naar geen enkele aanleiding verwijst voor de compositie, geloofde Clara Schumann – aan wie hij als eerste iets meedeelde over het werk in april 1865 – dat hij het schreef als herdenking van zijn moeder die in februari van dat jaar overleden was. Waarschijnlijk speelde de compositie al langer in zijn hoofd en was de dood van zijn moeder de directe aanleiding het idee te concretiseren.
Hervé Niquet laat zich vooral leiden door het feit dat Brahms niet koos voor de traditionele lezing van het Requiem in het licht van het laatste oordeel en de offerdood van Christus. Brahms kiest voor een humanistische inslag met vergankelijkheid, troost en hoop als kernthema’s. Brahms zegde trouwens zelf dat hij zijn Requiem in plaats van “Deutsch” ook “humaan” had kunnen noemen, in overeenstemming met de tekst gebaseerd op de Luthervertaling van de Bijbel. Want ook Luther verzette zich tegen afschrikwekkende taferelen van het laatste oordeel. De opvatting aan de basis van de lezing van Hervé Niquet is dan ook eenvoud en dramatiek, bijna als een operaverhaal.
Harmonie tussen stem en instrument
Dit belet niet dat de opname zeer bezield is. Passages van ingetogenheid worden met dreiging en uitdaging afgewisseld, maar extreme emotionaliteit wordt vermeden. Opvallend is wel – en misschien vind ik dat wel de mooiste verdienste van deze opname – hoe harmonisch Niquet koor en orkest op elkaar laat inspelen. De inzet van het koor Selig sind, die da Leid tragen is zacht, maar niet zo stil dat het je kippenvel geeft. Maar het orkest speelt zeer mooi parallel met de emotie en de herhaling van het koor. De fijne toetsen van harp, hobo en celli geven een mooi, zacht effect. De herneming van Selig sind in de laatste strofe zorgt voor een ingetogen slot, als een beeld van de eeuwigheid: alsof Niquet kiest voor een dramatische evolutie in het koorwerk. Het tweede deel, Denn alles Fleisch, neemt hij bijzonder snel (ongeveer drie minuten sneller dan Herreweghe! Harmonia Mundi 501608), waardoor een deel van de bezielde atmosfeer verkild wordt. Het sterke crescendo in het slagwerk en de snijdende strijkers tussen de strofen van het koor zorgen voor sterke dramatische dreiging. Ook in het zesde deel (Denn wir haben hie keine bleibende Statt) laat Niquet – geheel in overeenstemming met de tekst – de aanvankelijk realistische verontwaardiging uitgroeien tot agressieve dynamiek – ook hier weer parallel in koor, orkest en solist.
De bariton Tassis Christoyannis heeft een mooie klank met een licht vibrato die past bij de onrust en de inhoud van zijn aria. (Ook Thomas Quasthoff heeft dat vibrato in de stem in de opname met Simon Rattle – EMI 0946 365393 2.) Voor mij gaat niemand boven Gerald Finley in de opname van Herreweghe. Net zoals er niemand boven Dorothea Röschmann gaat als sopraansolo (Rattle) – behalve dan Barbara Bonney op de dvd met Abbado (Euroarts 2012788). Hier vertolkt Lore Binon zeer lovenswaardig de solo van het vijfde deel, Ihr habt nun Traurigkeit. Met zuiver timbre en hoge, heldere sopraan geeft ze intens uiting aan de “Traurigkeit”. De solisten hadden zeker verdiend om bij de uitvoerders vermeld te staan en niet op een bijgekleefd stickertje op de cd-hoes.
Vervulde profetie
Toen Schumann in 1853 kennis gemaakt had met de twintigjarige Brahms, sprak hij de profetische woorden: “Als hij zijn toverstaf in de richting beweegt waar de macht van de massa, van koor en orkest hem kracht verlenen, dan staan ons nog wonderlijke blikken in de geheimen van de geestelijke wereld te wachten.” Vijftien jaar later werden deze profetische woorden waarheid. Zo werd het Requiem niet alleen een uiting van een persoonlijk verlies, maar tegelijk een monument van een bepaalde muziektraditie en de vervulling van een profetie.
Deze opname onder leiding van Hervé Niquet verdient zeker zijn plaats in het repertoire van de Brahms-Requiems. De dirigent concretiseert zijn eigen bewering: “Respect voor de eerste betekenis van de tekst en de vocaliteit van elke frase hebben ons naar een eenvoud geleid die mijlenver afstaat van het patina waaronder dit Requiem nog vaak bedolven wordt.” – (citaat uit het cd-boekje dat ook een Nederlandse versie biedt van zowel introductienota’s als tekst van het Requiem.)