Händel componeerde vooral oratoria in de laatste jaren van zijn leven in Londen. Hij had er toen genoeg van opera te componeren, al bleef hij ook in zijn oratoria echt een man van het theater.
Händel componeerde vooral oratoria in de laatste jaren van zijn leven in Londen. Hij had er toen genoeg van opera te componeren, al bleef hij ook in zijn oratoria echt een man van het theater. Daar is Jephta, zijn allerlaatste oratorium (1752) een onomstotelijk bewijs van. Jephta is een ijzingwekkend bijbels verhaal, dat herinnert aan Mozarts Idomeneo. Ook hier moet een vader omwille van de vrede die god hem geschonken heeft de eerste persoon die hij in zijn thuisland ontmoet offeren. Het is uitgerekend zijn dochter, Iphis. Zij is verloofd met Hamor maar is bereid haar land en god ter wille te zijn. Op het ogenblik dat het offer zou uitgevoerd worden redt een engel de jonge vrouw: ze kan blijven leven, maar moet haar leven in kuisheid aan god wijden.
Voor barokwerken zowel in het Franse (Rameau, Lully) als het Engelse repertoire (opera en oratorium van Händel) is William Christie een van de meest gerenommeerde en knapste dirigenten van deze tijd. Dat is nogmaals ten overvloede bewezen op deze concertuitvoering van Jephta. Les Arts Florissants is uitstekend op hem ingespeeld, vertrouwd met zijn stijl en aanpak. Christie hoeft deze dramatische Händelmuziek dan ook niet met veel omhaal of wilde gestiek te dirigeren. Met deemoedig en zacht gebaar geeft hij de toon aan voor zijn orkest dat knap en heel aandachtig speelt. Zelfs bij deze instrumentisten is de tekstexpressie in hun spel te horen en de klaveciniste leeft zichtbaar mee met het libretto. Ook het koor is schitterend.
Kurt Streit die Jeptha vertolkt, is ongelooflijk ècht in de uiting van zijn gevoelens als vader: rillingen lopen je over de rug als hij komt meedelen dat het uitgerekend zijn geliefde dochter en enige kind is dat hij moet opofferen. Hij houdt zijn stem onder controle en doet tegelijk moeite om de emotie niet totaal de vrije loop te laten. Een groot vertolker. Katherine Watson is een jonge sopraan die als dochter en geliefde van Hamor ontwapenend spontaan is en geloofwaardig zowel in verliefdheid als in vaderliefde. Onzelfzuchtig zingt ze met frisse en jeugdige stem de prachtige partij die Händel de jonge vrouw toekent. Haar geliefde Hamor is David DQ Lee, die als contratenor een prachtige toon heeft en hun duetten beleeft als onvervalste verliefdheid. Ook de moeder Storgè was perfect bezet door de alt Kristina Hammarström. De hele cast was niet alleen ideaal als vocale bezetting maar ze verwende ons ook met een juist gedoseerd acteren, iets waar William Christie duidelijk ook zijn bijdrage in had en vooral deugd aan had.
Dit lange oratorium werd hier als een diep doorvoeld en ontroerend verhaal gebracht. William Christie glunderde van geluk over het welslagen van de muzikale prestatie en was er niet te beroerd voor om de vertolkster van de engel, de jonge sopraan Rachel Redmond, zelf uit het koor te gaan halen om mee vooraan op het podium te ovaties in ontvangst te nemen. Een groot kunstenaar.