Opera Ballet Vlaanderen opent het nieuwe operaseizoen 2022-2023 in grootse vorm met een nieuwe productie van Kurt Weill en Bertolt Brecht’s meesterwerk Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny. Het betekent meteen de terugkeer van regisseur Ivo van Hove naar het huis waar het destijds voor hem begon.

Voor Ivo van Hove ging er een droom in vervulling want al jaren koesterde hij plannen voor Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny: Weill en Brecht’s snoeiharde aanklacht tegen de almacht van het geld en wellicht ook het hoogtepunt in hun baanbrekende samenwerking.

Mahagonny is een fictieve stad, gesticht door drie voortvluchtige oplichters, die alleen gericht is op genot en waar enkel het geld de wet stelt. Nadat het stadje een orkaan overleeft, achten de bewoners zich onkwetsbaar en gaan helemaal los. Tot één van hen de barrekening niet meer kan betalen…

Ivo van Hove noemt Mahagonny een parabel voor deze tijd overmensen die ​welvaart verwarren met welzijn.

Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny is in vele opzichten een iconoclastische opera, maar de uitdagende houding die erin wordt aangenomen, gaat gepaard met diepgaande bedenkingen over de plaats van het individu in de maatschappij en de stedelijke context, de valkuilen van ongebreideld kapitalisme en consumptie en de strijd tussen vrijheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Kurt Weill componeerde een ijzersterke partituur voor Mahagonny vol herkenbare jazzy melodieën. De beroemde Alabamasong waarin enkele hoeren op zoek gaan naar ‘the next whiskey bar’ werd gecoverd door tal van artiesten waaronder Jim Morrison en David Bowie.

Ivo van Hove noemt Mahagonny een parabel voor deze tijd overmensen die ongelukkig zijn met de situatie waarin ze nu leven en die welvaart verwarren met welzijn. In zijn gekende stijl maakt hij gebruik van multimedia en green screens. Op die manier lijken de personages zich in fantastische decors te bewegen die eigenlijk nep zijn.

Deze productie van Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny is een coproductie van Opera Ballet Vlaanderen met The Metropolitan Opera in New York, De Nationale Opera in Amsterdam, Les Théâtres de la ville de Luxembourg en het Festival Aix-en-Provence.

Na de première op het festival in 2019 schreef een jubelende The New York Times: “…his (Ivo van Hove’s) characteristic style couldn’t be a better fit. (…) a reflection of our contemporary lives, with historic moments and meaningless minutiae filmed and shared in real time.”

De Morgen gaf de productie vier sterren en noemde de voorstelling “geen show maar een statement” en Trouw noemde de regie “virtuoos”.

Ook muzikaal belooft deze productie vuurwerk. Chefdirigent van OBV Alejo Pérez leidt het internationaal geprezen Symfonisch Orkest en Koor Opera Ballet Vlaanderen, dat vorig seizoen met Der Silbersee bewees de jazzy Weill klanken perfect in de vingers te hebben. Ook bij de solisten verwelkomen we opnieuw enkele ijzersterke performers. De Belgische sopraan Tineke van Ingelgem kruipt in de wellustige huid van Jenny Hill en alterneert met Katharina Persicke, die bij ons al te zien was Fiordiligi/Cosi fan Tutte. De Italiaanse tenor Leonardo Capalbo die we ons nog herinneren als Don Carlos vertolkt Jimmy. De Nederlands-Zwitserse mezzosopraan Maria Riccarda Wesseling bij ons al te gast als Jezibaba/Rusalka vertolkt Begbick. De Amerikaanse tenor James Kryshak die vorig seizoen schitterde in Der Silbersee als Baron Lauer en Der Lotterieagent, zien we nu in de rol van Fatty Der Prokurist. De Nederlandse bariton Thomas Oliemans was al regelmatig bij ons te zien en vertolkt nu Sparbüchshen Billy. We maken voor het eerst kennis met de Zuidafrikaanse bariton Bongani Justice Kubheka als Dreieinigkeitsmoses. Maar ook met de Amerikaanse tenor Frederick Ballentine in de rollen van Jack O’Brien en Toby Higgins. Tot slot en ook nieuw op onze planken is de Duitse basbariton Marcel Brunner in de rol van Alaskawolf Joe.

“…his (Ivo van Hove’s) characteristic style couldn’t be a better fit. (…) a reflection of our contemporary lives, with historic moments and meaningless minutiae filmed and shared in real time.” The New York Times