Met het overlijden van Claudio Abbado verliest de muziekwereld opnieuw een monument: een toonbeeld van bescheidenheid, niettegenstaande zijn superieur muzikaal talent. Hoewel stevig verankerd in eigen land, bouwde de Italiaanse chef-dirigent en muziekdirecteur een ronduit indrukwekkende internationale loopbaan uit.
Met het overlijden van Claudio Abbado verliest de muziekwereld opnieuw een monument: een toonbeeld van bescheidenheid, niettegenstaande zijn superieur muzikaal talent. Hoewel stevig verankerd in eigen land, bouwde de Italiaanse chef-dirigent en muziekdirecteur een ronduit indrukwekkende internationale loopbaan uit.
Geboren in Milaan op 26 juni 1933 studeerde Claudio Abbado piano, orkestdirectie en compositie. Hij was de zoon van violist Michelangelo Abbado en een van zijn eerste optredens als dirigent was met het strijkorkest dat zijn vader in Milaan had opgericht.
1965 was een sleuteljaar voor Abbado: hij dirigeert op uitnodiging van Herbert von Karajan de Wiener Philharmoniker op het Festival van Salzburg, dirigeert aan de Scala van Milaan en voor het eerst ook het London Symphony Orchestra.
Revolutionair
Bijna twintig jaar is hij chef-dirigent van de Scala (1968-1986) en tot zijn verworvenheden behoort de verruiming van het repertoire met werk uit de twintigste eeuw. Componisten als Alban Berg, Bela Bartok, Luciano Berio en Luigi Nono (Al gran sole carico d’amore) krijgen een kans in het eerbiedwaardige operahuis. Tegelijk ijvert Abbado voor een democratisering van de elitaire operacultuur.
Ook van de populaire traditionele componisten ontgint hij het oeuvre. Om maar één voorbeeld te noemen: Abbado is degene die de partituur van Il viaggio a Reims van Rossini tot leven brengt in de memorabele productie van Luca Ronconi op het Festival van Pesaro in 1984. Het is een onvergetelijke ervaring met een cast en dirigent die de finesse van de Rossiniaanse humor geraffineerd tot leven brengt. De productie heeft nadien langs verschillende operahuizen gereisd en was in 2005, bijna twintig jaar later en met kleine aanpassingen, ook in de Munt te zien – weliswaar niet met Abbado. Hij maakt onvergetelijke producties met de grootste regisseurs, zoals Giorgio Strehler (Verdi’s Simon Boccanegra) en het is zeker niet overdreven als La Repubblica hem “de revolutionair van het podium” noemt.
Bezieler
Claudio Abbado dirigeerde alle grote orkesten van de wereld. Na zijn verblijf aan het Teatro alla Scala was hij vijf jaar chef-dirigent in de Staatsoper van Wenen voor hij in 1989 bij de Berliner Philharmoniker de opvolger werd van Herbert von Karajan. Hij was de bezieler van het Europees Jeugdorkest en van het Mahler Chamber Orchestra waar vooral jonge mensen hun muzikale kwaliteiten verder konden ontwikkelen. Hij zorgde ervoor dat het Luzern Festivalorkest nieuw leven ingeblazen werd en was van 2003 tot 2007 dirigent tijdens het Festival, tot hij om gezondheidsredenen de fakkel moest doorgeven. Ondertussen was het Festival met zijn nieuwe concertzaal een van de meest prestigieuze festivals van de wereld geworden.
Claudio Abbado was een open geest die compositie-opdrachten gaf en jonge dirigenten kansen bood, zoals Daniel Harding of Gustavo Dudamel. Hij droomde ervan de muziek een sociale functie te geven, bij jongeren en bij minderbedeelden. Op reizen naar Zuid- en Midden-Amerika moedigde hij jeugdorkesten aan zodat jongeren een platform zouden hebben om zo uit het criminele en drugsmilieu weg te blijven.
Met de glimlach
Nog een laatste keer richtte hij een ensemble op, in 2004 in Bologna, waarin ook weer vooral jonge mensen aan bod komen: het Orchestra Mozart Bologna. De jonge muzikanten prijzen Abbado voor zijn kennis, zijn eenvoud en luisterbereidheid. Zijn talent als dirigent bestaat niet in het grote gebaar, maar in de kleine gestes, een vingerwijzing, een blik, vertellen ze in een interview. Abbado bevestigt dat naar elkaar luisteren het belangrijkste is tussen muzikanten. Als er dialoog is, dan wordt er muziek gemaakt met de glimlach. Het bevestigt de eenvoud waarmee Abbado als zachte reus de muziekwereld beheerst heeft, een kleine halve eeuw.
In augustus 2013 werd Abbado samen met architect Renzo Piano door president Giorgio Napolitano tot senator voor het leven benoemd. Hij was geprogrammeerd met het Orchestra Mozart tijdens de laatste editie van het Klarafestival in Bozar (september 2013), maar moest toen reeds om gezondheidsredenen afzeggen.
Eind jaren zestig tekende hij een contract met platenmaatschappij Deutsche Grammophon, dat hij trouw bleef tot zijn laatste opnamen met het Orchestra Mozart. Onschatbaar is zijn Mahler-integrale en uiteraard ook zijn vele opera-opnamen, die we kunnen blijven koesteren.
Abbado’s collega Daniel Barenboim zal volgende maandag om 18 uur het orkest van de Scala dirigeren in een lege zaal met open poorten. Het volk kan op het plein de uitvoering volgen. Als herdenking van de overleden ex-muziekdirecteur van de Scala spelen ze de treurmars uit de Eroica van Ludwig Van Beethoven.