Ensemble La Primavera viert haar zilveren jubileum. Ondanks de uitdagingen die 2020 met zich meebracht, wou het ensemble dit symbolische jaar niet zonder festiviteit voorbij laten gaan. In plaats van een concert bekronen ze dit bijzondere gebeuren met een nieuwe cd: Primavera Amorosa.
De cd is een verzameling van Spaanse en Italiaanse barokwerken waarbij Sances’ Stabat Mater centraal staat. Ter gelegenheid van deze indrukwekkende mijlpaal en hun nieuwe cd, die uitkwam op 1 november 2021, gaat Klassiek Centraal in gesprek met de muzikanten van La Primavera.
In het programmaboekje beschrijven jullie de samenwerking als een vriendschap. Kenden jullie elkaar al van voor jullie samenspeelden of is de vriendschap gegroeid uit het samen musiceren?
Maaike Boekholt: “Dat laatste. Eigenlijk zijn we niet als trio begonnen. Regina en ik zijn er al van in het begin bij. Een collega van ons, Clémence Comte, bracht ons bij elkaar en richtte het ensemble op. Maar onze oorspronkelijke zangeres, Midori Suzuki, verhuisde naar Japan en later verhuisde ook Clémence terug naar Frankrijk, wat samen musiceren onhandig maakte. (lacht) Dan zijn we beginnen experimenten met onze bezetting en daaruit is Anabela naar voren gekomen. Uiteindelijk is ook de harpiste, Margit Schultheiss, terug naar Duitsland verhuist… Het is niet in bewuste stappen gebeurd, maar zo is de kern van het ensemble gegroeid. Af en toe werken we met andere mensen samen, maar wij zijn met drieën de kern.”
Anabela Marcos: “Het was ook eigenlijk een beetje een strategie om te overleven. Door omstandigheden, zoals de kredietcrisis in 2008, is het gewoon makkelijker om te overleven als trio.”

In jullie repertorium staat Zuid-Europese muziek uit de 16de en 17de eeuw centraal. Vanwaar de voorkeur voor dit repertoire? Wat trekt jullie zo aan?
Anabela: “De laatste 10 jaar heeft dit ensemble zich meer op het zuiderse repertoire gericht. Dat heeft deels te maken met onze achtergrond. Ik ben Portugees en Regina komt uit Brazilië. Ons hart is gevoed met deze muziek. Bovendien vinden we dat de muziek veel mogelijkheden tot interpretatie in zich draagt. De muziek leent zich bijvoorbeeld goed tot het overbrengen van emoties.”
Maaike: “In die overgangsperiode van renaissance naar barok is er in de zuiderse landen veel muziek geschreven. Er is dus ook veel repertoire om te ontdekken. Wat het repertoire net zo interessant maakt, is dat tijdens deze overgangsperiode de regels van de muziek niet vast lagen, zoals in de latere muziek. Er was ruimte om te experimenteren en net van die muzikale vrijheid houden wij.”
Anabela: “Er is ook vrijheid voor interpretatie. Je hangt niet vast aan een bepaald verwachtingspatroon. Dat geeft voor ons als muzikanten de mogelijkheid om met de muziek te spelen.”
Regina Albanez: “Ook in de instrumentale delen is er veel vrijheid vanwege het volkse karakter. De dansen bijvoorbeeld, bevatten een spontaniteit waardoor je er nog alles van kan maken. Het is een beetje als jazz, waarbij je eindeloos kan improviseren. Je kan in het moment zelf je eigen interpretatie componeren.”
Op deze cd focussen jullie op Spaanse en Italiaanse muziek. Wat is de reden om bijvoorbeeld het Portugese repertoire links te laten liggen?
Anabela: “We hebben een programma met Portugese muziek, maar het is muziek uit de 15de-16de eeuw. De Portugese renaissancemuziek is ook heel mooi, maar voor deze cd wouden we voornamelijk op 17de-eeuwse muziek focussen. Een mengeling zou stilistisch niet zo passen. Plus de 17de eeuw is een periode die we goed kennen. We kennen het repertoire door en door en dat geeft ons veel ruimte voor interpretatie.”
Maaike: “Er is in deze periode [late 16de eeuw en 17de eeuw] ook niet zo veel Portugese muziek geschreven. We hebben overwogen om een programma rond Portugese en Spaanse renaissancemuziek op te stellen, maar dat maakte de instrumentatie voor een cd een stuk ingewikkelder. Daarvoor hadden we veel meer muzikanten nodig en in coronatijden was dat uit den boze.”
En de volgorde? Is er een verhaal of een rode draad doorheen het programma?
Regina: “Er is minder een verhaal dan eerder het idee van sfeer creëren. Na een meditatief werk kan je niet meteen een dans plaatsen. Er moet een lijn zijn waarmee alles soepel verloopt. We willen het publiek niet doen opschrikken. Stel je voor: je zit te dromen en opeens bam! (lacht) Dat past niet. We zijn op ons gevoel afgegaan en hebben zo een sfeerlijn gecreëerd.”
Maaike: “Daarom hebben we ook de Spaanse en de Italiaanse stukken wat bij elkaar gegroepeerd. Afwisselend een Spaans en dan weer een Italiaans werk zou te veel van de hak op de tak zijn.”
Anabela: “Wat we wel absoluut wouden, was een contrast maken tussen het centrale werk [track 7, Stabat Mater: Pianto della Madonna van Giovanni Felici Sances (1600-1679)] en de andere werken. Het Stabat Mater is een bijzonder werk. Het is een werk met body waarin we alles kunnen geven. Als het hart van de cd staat dit werk centraal, met daarrond een mozaïek van miniaturen, van kleine verhaaltjes. Zij draaien rond het centrale werk en geven andere aspecten van de vrijheid en het experiment waar wij zo voor staan. Samen vormen ze allemaal korte verhalen over liefde. Daarom ook de titel: Primavera Amorosa. Het centrale werk, de Stabat Mater, gaat over de liefde van een moeder voor haar kind. Daarrond draaien dan kleinere verhalen, allemaal over andere soorten liefde.”
De Stabat Mater was duidelijk een werk waar jullie zeker van wisten dat die op de cd een plaatsje moest krijgen. Waren er andere werken waarvan jullie zeiden: “dit moet er absoluut op?” Of kwam het mozaïek aan kleine verhalen spontaan?
Regina: “We spelen al heel lang samen en doorheen de jaren hebben we een aanzienlijk repertoire verzameld. Er zijn vele composities die ons nauw aan het hart liggen en waar we ook liefde van terug krijgen. Het kan niet anders dan voor deze werken ook een plek op de cd te zoeken.”
Anabela: “Het heeft ook te maken met de publieksklassiekers. Er zijn werken waarvan we weten dat de mensen het altijd fijn vinden als we ze op een concert brengen. Het resultaat is een combinatie van wat wij graag brengen en de hits van La Primavera. (lacht) Contrasterend met die zogenaamde hits brengt het Stabat Mater dan juist een ander aspect naar voren, met meer emotionele diepgang.”
Regina: “De liefdevolle verhouding met ons publiek en de dynamiek tussen onszelf als leden van het ensemble was zeer belangrijk aangezien we de cd uitbrengen ter ere van ons jubileum. Het is een soort feest. Een bekroning van ons vele jaren samen musiceren.”
- WIE: La Primavera [Anabela Marcos (sopraan), Regina Albanez (teorbe & barokgitaar) en Maaike Boekholt (viola da Gamba)]
- WAT: Primavera Amorosa
- UITGAVE: Etcetera Records KTC 1742 — 8711801017246
- BESTELLEN: JPC