Sterdanser Ballet Vlaanderen Wim Vanlessen door minister Sven Gatz benoemd tot Ridder in de Leopoldorde samen met Aki Saito. Eind mei is hij te bewonderen in de Boléro, de magistrale choreografie van Maurice Béjart, muziek Maurice Ravel.
Beroep: danser. Een discipline waar velen aan beginnen maar slechts weinigen in excelleren. Wim Vanlessen is een performer met een krachtige présence. Hij maakt niet alleen indruk hier te lande maar ook op internationale podia. Hij begon in het corps de ballet van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen en werkte zich op tot principal. Gezegend met talent, maar altijd onder druk en met hetzelfde vuur om niet te verspillen wat hem gegeven is.
Een carrière vol pieken, opengebarsten in een waaier van prachtige hoofdrollen. Het stijgen van de jaren krijgt geen vat op zijn vitaliteit. Dans, een delicate symmetrie. Hij is zowat de verpersoonlijking, een superieure synthese van al het moois dat dans te bieden heeft. Zelfs in stilstand, is hij nog in staat om te ontroeren. Wat hem typeert is een sterke expressie en virtuositeit. Dans in al zijn uitingsvormen is van een grote intensiteit en schoonheid, vergt concentratie en een feilloos gevoel voor ritme. Een danser overvloedig gezegend met zeggingskracht, letterlijk zowel als figuurlijk.
0p het eind van deze maand is hij te bewonderen in de legendarische Boléro van Ravel in de opzwepende choreografie van Maurice Béjart. De pulserende bewegingen oefenen een magnetische erotiserende kracht uit en werken onomstotelijk sensueel.
Artistiek directeur van Ballet Vlaanderen, Sidi Larbi Cherkaoui, koos er voor alternerend de ene avond het zinnelijk vrouwelijke en de andere avond het viriele mannelijke aan bod te laten komen. In dit gesprek vertelt Wim Vanlessen hoe de kracht van de muziek hem stuwt én hoe de beweging tot stand komt voor het menselijk lichaam.
-U bent geweldig trouw aan de compagnie. Hoe lang werkt u hier inmiddels?
Momenteel ben ik aan mijn tweeëntwintigste seizoen bezig.
-Was er nooit de drang om in het buitenland te werken, dans is een universele taal?
O, jawel. Toen ik afstudeerde aan de Balletschool had ik mijn zinnen gezet op het buitenland. Andere horizonten verkennen. Ik was voorgedragen voor de internationale competitie voor jonge dansers, de Prix de Lausanne, die ik won. Zo kon ik auditie doen bij het Boston Ballet. Spijtig genoeg kreeg ik af te rekenen met een blessure in de lies, die langer aansleepte dan gewenst waardoor het contract niet kon doorgaan. Gelukkig kon ik in het Koninklijk Ballet van Vlaanderen terecht. Na een plaar seizoenen begon het weer te kriebelen en deed ik in auditie bij het balletgezelschap van Monte Carlo. Ik mocht er beginnen. Net op dat moment kreeg ik van directeur Robert Denvers de hoofdrol toebedeeld in ‘Sleeping Beauty’. Het is een van dé klassieke balletten. Ja, dan sta je letterlijk voor een tweespalt. Die kans wou ik me niet laten ontglippen en heb ik met beide handen gegrepen. Zo heb ik mijn plaats veroverd in de compagnie. Er volgden nog vele mooie rollen.
-De hedendaagse kunstscène staat in het teken van vernieuwing en originaliteit. Kathryn Bennetts bracht het KBvV in contact met een absolute vernieuwer: William Forsythe.
Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen was een heel goede compagnie qua dansers. Kathryn Bennetts heeft de compagnie internationaal op de kaart gezet en naar een hoger niveau getild. Ze heeft ons naar een wereld gebracht die wij nooit gekend hadden. Ineens stonden wij op het toneel van het Bolsjoi in Moskou, Londen, wij hebben drie weken in Parijs gestaan, in New York. Dan kom je als danser in aanraking met exposure. Fantastisch. Haar repertoirekeuze was ideaal voor ons. We dansten Forsythe, maar zijn werk is gebaseerd op de klassieke opleiding. Voor getrainde klassieke dansers is het hét perfecte repertoire. Daarnaast deed ze één à twee Mixed Bills per jaar waarin ze jonge choreografen aantrok. Ze is altijd een believer geweest en durfde risico’s te nemen om jong talent te ontdekken en een podium te bieden. Ze had er een zesde zintuig voor en heeft uitstekende mensen naar hier gehaald.
-Het vergt van een danser een grote openheid en souplesse. Enerzijds werken met gevestigde waarden en anderzijds met jonge mensen die zelf hun capaciteiten aftasten?
Er zijn verschillende soorten dansers. Er zijn dansers die zeer gedreven zijn in een creatief proces. Die willen creëren én je hebt dansers die gemaakt zijn voor een repertoire dat al gecreëerd is en dat zij mogen interpreteren.
-U danst vaak samen met Aki Saito, jullie vormen een onnavolgbaar duo. Hoe verklaart u de synergie tussen jullie beiden?
De match is er van in het begin geweest. Ik zat toen nog op de balletschool. Onze toenmalige directrice, Marinelle Pañeda, vond dat ik in de opleiding de kans moest krijgen om pas de deux te dansen. Op een gegeven moment zetelde ze in de jury van de Prix de Lausanne en zag er Aki Saito aan het werk. Ze dacht: zij zou een mooie partner kunnen zijn voor Wim, ik haal haar naar Antwerpen. Aki is geland in België en de volgende dag stonden wij in de studio te werken aan Bluebird. Wij hebben nooit afgesproken dat we samen zouden blijven. Het is gewoon vanzelf gelopen. Natuurlijk, op een gegeven moment ben je zo op elkaar ingespeeld en voel je dat je bepaalde dingen kan creëren op het toneel. Ik gebruik niet graag het woord ‘profiteren’ maar wanneer er een choreograaf kwam en die geraakte geïnspireerd door Aki, dan kon ik mee op de kar springen en vice versa.
-Jullie vormen een twee-eenheid?
Een groot deel van het succes van onze carrière hebben we te danken aan ons bijzonder partnership.
-Een porseleinen popje met een zelfbewuste, pretentieloze gratie.
Ze ziet er frêle en breekbaar uit, maar het is een dametje met karakter en doorzettingsvermogen. Ze is van staal. Soms denk je: hoeveel kan iemand verzetten? We streefden hetzelfde doel na en we hebben elkaar altijd getriggerd waardoor we op dezelfde lijn zaten. We hadden ook dezelfde drive en werkethiek. We hebben nooit gezegd: “Het is genoeg geweest, nu gaan we naar huis”. Integendeel: ‘We gaan nog een beetje werken, want we willen dit of dat er nog in- of uitkrijgen.”
-Finesse, perfectionisme!
Ja, dat is ook het leuke en interessante van de job.
-U verliet al meermaals het vertrouwde nest, gevraagd als sterdanser in grote buitenlandse gezelschappen?
Ik ben twee jaar geleden naar het Australian Ballet geweest, waar ik toen ‘Suite en Blanc’ en ‘Manon’ gedanst heb in het Sydney Opera House. Eén van mijn droomrollen om te doen. Dat was een mooie ervaring. Op een gegeven moment ben ik met Aki in een Gala circuit terecht gekomen waardoor we met de groten der aarde op het toneel stonden. Dat was fijn omdat je dan inspiratie krijgt. Je ziet hen bezig en dan besef je dat het eigenlijk mensen zijn zoals u en ik, dat we dezelfde passie delen en dezelfde taal spreken. Dat we ons soms té druk maken om futiliteiten. Je gaat terug naar de essentie en keert terug in de compagnie met open spirit.
-Staat u nog altijd met evenveel plezier op het podium?
Eerlijkheidshalve moet ik zeggen: het proces is niet altijd even gemakkelijk. Sowieso niet. Vaak zijn de processen die je het meest stuwen vrij confronterend. Maar het optreden zelf, de aanloop naar, het delen met het publiek, het kunnen geven, blijft voor mij het mooiste wat er is.
-Succes, welke impact heeft dat op een mensenleven?
Ghoh. Succes is iets gevaarlijk.
-Jan Fabre noemt het soms een vergiftigd geschenk!
Succes, je mag er niet bij stil staan en je er zeker niet in wentelen. Denken: nu ben ik gearriveerd. Nee, want dan is het gedaan! Je moet continu proberen te bouwen. In een compagnie moet je delen. Wel vechten om goede rollen te krijgen, een goed repertoire te dansen. Daarom is het zo belangrijk voor een danser om op de juiste plaats te zijn. Er zijn veel dansers die heel getalenteerd zijn, maar jammer genoeg niet zo’n succesvolle carrière hebben. Je moet op de juiste plaats zijn, op het juiste moment, waar bepaalde dingen samenvallen. Dan kom je in een stroomversnelling. Dat is gebeurd met Kathryn. Ineens werden we opgetild door een golf. Die nam je mee. Ik was toen achtentwintig, een volwaardig danser, fysiek op mijn toppunt, waardoor je kan pushen. Dat is in die periode gebeurd.
-Benoemd worden tot Ridder in de Leopoldorde kwam out of the blue?
Het was een regelrechte verrassing. Wij waren daar ook niet mee bezig. Misschien heeft de ruchtbaarheid rond het twintigjarig jubileum van Aki en mij vorig jaar, de aanzet gegeven. Het was een ego strelend moment.
-Een uiting van waardering?
Toen we dat lintje kregen, hebben we bewust gekozen om te speechen.
-U bent ook een eloquente redenaar.
Wat ik vooral wenste te benadrukken: het beroep van danser moet méér in het daglicht komen. Het promoten van dansers, daar kan in België nog aardig wat rond gedaan worden, zodat ze meer erkenning krijgen.
-De media staan bol van voetbal-, tennis- en wielernieuws! Jullie werken even hard of harder maar halen amper het nieuws!
Ja, dansers zouden in de media meer een gezicht moeten krijgen. De successen van Clijsters en Henin hebben een geweldige impact op het tennis gehad. Tom Boonen gaf het wielrennen een geweldige boost. Vincent Company maakte voetbal weer razend populair. Je hebt gezichten nodig die voor het grote publiek die puls geven. Dans heeft dat nodig volgens mij. De danswereld moet aanlokkelijk gemaakt worden voor jonge mensen. Ze moeten zien dat er plezier kan uit gehaald worden, dat het fantastisch kan zijn om in die wereld je weg te maken.
-Maurice Béjart zette Vlaanderen op de kaart met zijn choreografie van de Boléro van Ravel. Je bent net terug uit Lausanne.
We zijn twee weken naar Lausanne geweest in de compagnie van Béjart om de Boléro aan te leren en om ook de informatie te krijgen van de danseres Elisabeth Ros, die het al twintig jaar doet. Dat is heel nuttig geweest. Aanvankelijk dacht ik: twee weken voor de Boléro die vijftien minuten duurt. Overdrijven jullie niet een beetje! Nu weet ik waarom. Het is zo exclusief om op die tafel te mogen staan. Heel veel dansers dromen ervan om die rol te mogen interpreteren. Ik ben zo dankbaar dat ik die kans krijg.
-Hoe interpreteert Wim Vanlessen die partij, heb je bijvoorbeeld gekeken naar Jorge Donn?
Normaal doe ik dat niet. Door het repeteren vind je doorgaans je eigen pad. Hier heb ik het wel gedaan. Alles is zo afgetekend. Het lijkt simplistisch maar is in feite uiterst complex. Je moet in de hoogste paraatheid van concentratie zijn. Je eigen manier vinden om het te beleven en om niet uit je concentratie te raken. Bijna iedere keer dat ik het gedaan heb tot nog toe werd ik geconfronteerd met een black out. Er is niemand die je kan helpen of waar je een repair van hebt. Je hebt drie video’s om je bij de les te houden. In Parijs was zelfs een papier op de tafel bevestigd met alle passen erop.
-Uw brein moet reageren als een flow chart. Het is een gedanste monoloog,
Precies, een uiterst repetitieve monoloog. Je komt in trance door die concentratie. Nu begrijp ik de blik van die dansers. Daarvoor dacht ik: wat mankeert die mannen? Nu snap ik: het is de complete focus.
-De Boléro. Een mijlpaal in de dansgeschiedenis.
Het is een meesterwerk. Hoe te verklaren? Er is de unieke muziek, de uitzonderlijke choreografie, die ronde tafel waarop gedanst wordt, de mannen er om heen. Al die componenten samen maken het uniek.
-De voorstelling wordt een Triple Bill. Danst u buiten de Boléro nog in een andere choreografie mee?
Nee, de andere twee stukken zijn creaties en creaties zijn zeer tijdrovend. Ik denk dat men mij heeft willen sparen zodat ik mij compleet kan inleven en focussen. Bij aanvang van het seizoen had ik een gesprek met Sidi Larbi Cherkaoui. De Boléro stond niet op de programma. Ik liet toen verstaan dat ik er altijd van gedroomd heb om die partij te mogen dansen. Hij heeft dat verwezenlijkt. Daar ben ik hem heel dankbaar voor.
-De choreografie wordt sterk bewaakt. De Boléro mogen dansen is een cadeau?
Absoluut. Toen ik jaren geleden auditie deed bij het KBvV moesten we onder onze biografie de balletten schrijven die we ooit graag zouden dansen. Bij mij stond: de Boléro. En zie, ruim twintig jaar later wordt mijn ultieme droom realiteit. Zo ervaar ik dat ook. Ik zie het echt als een geschenk.
-Hoe ziet de toekomst er uit.
Het repertoire dat we volgend jaar gaan doen is vrij nieuw voor mij. Er komen choreografen waar ik nog nooit mee in aanraking ben geweest. Het wordt een uitdaging. Weg uit je comfortzone, maar dat houdt me alert. Ik sta open voor alles. Larbi krijgt mijn onvoorwaardelijke steun als hij er volledig voor gaat en gelooft in een succesvol verhaal. Ik heb geen zin in mediocriteit. Met ouder te worden lonkt om de hoek dat je alleen nog dingen wil doen die je graag doet. Dat werkt uiteindelijk nefast. Belangrijk in deze fase is: hoe kan ik mijzelf blijven motiveren om nog altijd dezelfde overgave en energie te blijven opbrengen.
-Veel dansers zijn er op uw leeftijd al mee gestopt: of omdat ze niet veel kansen kregen om zich te bewijzen, of omdat hun passie verschrompelde, of omdat hun lichaam niet meer mee wilde. Is er eventueel een plan B?
Ik moet wel getriggerd worden en dat wordt moeilijker. Ik ben een tevreden danser. Als de dag komt dat ik moet afscheid nemen ben ik gelukkig wanneer ik mijn ervaring zou kunnen doorgeven. Ik hoop dat ze mijn expertise willen gebruiken. Het hangt ook een klein beetje af van de politiek van het huis. Wat ze met mij van plan zijn. Anders zie ik wel… Het belangrijkste vind ik dat ik gepassioneerd ben door iets. Dansen is en blijft mijn speeltuin. Ik wil ook dat dit huis succesvol is en goed draait. De erkenning krijgt die het verdient. We zijn nog een van de weinige gezelschappen in deze vorm in België. We mogen die rijkdom niet teloor laten gaan, maar moeten die koesteren. Als ik mijn steentje daar kan toe bijdragen wil ik dat zeker doen.
-U bent niet alleen een fantastische danser van het Ballet Vlaanderen, maar ook een gedreven ambassadeur!
Dat is misschien een van mijn missies.