2020 is/was een vreemd jaar, laat dat een statement zijn. Heel wat sectoren hebben het moeilijk, de cultuur- en amusementssector delen in de zwaarste klappen. In deze eindejaarperiode zoemt, knettert, schatert en zingt de samenleving normaliter in een veelstemmig koor. De om ons heen klinkende symfonie van het leven is nu verstild. Er is de onwrikbare zekerheid dat cultuur ertoe doet. Ons leven rijker maakt in een regenboog van kleuren, emoties en klank. Geen keuzestress evenwel dit najaar want er zijn geen voorstellingen met publiek: niets, nada, niente…
De feiten
Veel artiesten zien zwarte sneeuw. Voor de ongesubsidieerde sector en de receptieve theaters is het knokken om te overleven. Door de coronacrisis moeten heel wat cultuurwerkers beroep doen op een uitkering, maar die blijft al maanden uit. Deze onfortuinlijke artiesten kunnen al meer dan 200 dagen, enigszins cru verwoord, op hun kin kloppen. Leven van je passie voor de kunsten, de liefde alleen, is een romantisch en achterhaald beeld. De kunstensector is een broos ecosysteem. De sterkte van de ketting wordt bepaald door de zwakste schakel. Het artiestenstatuut dat kunstenaars enig houvast en bestaanszekerheid moest bieden werkt in de coronacontext niet. Het was in normale tijden al vaak moeilijk, nu raken de podiumkunstenaars nog meer verstrikt in een bureaucratisch kluwen. Welke koers vaart dit landje? Ministers in overvloed, 19 burgemeesters voor Brussel amper een voorschoot groot, allemaal met een ruime staf medewerkers en een mooi loonbriefje! Bij het aantreden van de nieuwe regering moesten het Vlaams Parlement en de Kamer 22 miljoen euro aan uittredingsvergoedingen betalen aan parlementariërs die hun zetel verloren. Een smak geld. Kunstenaars evenwel staan letterlijk en figuurlijk in de kou.
Om te overleven, hoe gaat het er aan toe in de praktijk. We gingen praten met Sam Verhoeven, directeur van het Fakkeltheater die het patroon van de chaos probeert te vangen.
-Het Fakkeltheater is een goed florerend receptief theater met twee plateaus: de Rode Zaal in de Hoogstraat en de Zwarte zaal in de Reynderstraat, allebei in het hartje van Antwerpen. De programmatie is gelaagd en ruim. Hier kunnen mensen terecht die houden van klassieke muziek, musical met dat ietsje meer, zang in de meest diverse stijlen en toonaarden, theater gaande van drama’s tot hilarische komedies. Nu stilte en leegte, hoe voelt dat?
Heel bizar. Vooral de eerste lockdown, omdat het verrassingselement compleet was. We zijn toen echt in snelheid gepakt. Midden maart moeten sluiten en eind augustus mochten we weer openen, niet zoals normaal maar met strikte regels om op te volgen. We hadden een gevarieerd aanbod én publiek. Het was heel fijn en bemoedigend dat mensen, niettegenstaande de beperkingen present waren. Handen desinfecteren en afstand houden, tot daar aan toe, maar een masker dragen tijdens een voorstelling is voor heel wat mensen een drempel.
-Hoe waren de reacties?
Heel enthousiast. Blij dat ze terug naar het theater konden komen, want ze zaten op hun honger.
-Hebben jullie een trouw publiek?
Zeker voor onze eigen producties: de café chantants, onze licht klassieke programma’s zoals Bellissama, Hotel Vocal, Chansons Charmantes en het Nederlandstalige repertoire met Nekka. Daarvoor komt een trouw en uitgebreid publiek op af.
-Hoeveel voorstellingen zijn er het voorbije jaar gesneuveld?
Hier wordt het jaar rond gespeeld, ook in de zomermaanden. In totaal zijn we 20 van de 52 weken open geweest. Per week worden hier gemiddeld toch 7 à 8 voorstellingen en meer gespeeld. De rekensom is snel gemaakt: rond de 300 voorstellingen!
-Allerlei gezelschappen brengen hier hun voorstellingen. Hebben die annuleringen nooit voor frictie gezorgd?
Absoluut niet. Het is van in het begin altijd fijn samenwerken geweest met al die verschillende gezelschappen. We hebben constant met alle partners heel open gecommuniceerd. Van zo gauw we groen licht kregen zijn we terug open gegaan met producties die haalbaar waren. Veel productiehuizen hebben ingespeeld op de social distancing, het beperkt aantal publiek dat maar in de zaal mocht en daar hun programmatie aan aangepast. Het is een prima wisselwerking geweest.
-Heeft u veel moeten investeren in veiligheidsmateriaal?
Uiteraard. Het gaat over de foyer, de indeling van de zaal, het ticketing systeem dat moest aangepast worden, het gaat over alle hygiënische voorschriften die moeten bijgestuurd worden, materiaal voor ons personeel en vrijwilligers. Daar hing een extra prijskaartje aan vast van om en bij de 15.000 euro.
-Zijn er ook eigen producties de mist ingegaan?
Heel wat: de café chantants, onze licht klassieke programma’s Bellissama, Hotel Vocal, Chansons Charmantes, en het Nederlandstalige repertoire met Nekka, ‘Vergeet mij niet’ met Carry Goossens. We zijn heropgestart, maar moesten weer sluiten. Het vergt heel wat flexibiliteit en anticiperen op de veranderende situatie. Het waren tijdrovende en slopende weken: aankondigen, afgelasten, tickets terugbetalen of verzetten naar een andere datum. We hebben mensen met € 250 aan vouchers! Op de lange duur is dat niet houdbaar: niet voor de kunstenaars, niet voor ons team, noch voor het publiek.
-Er moet brood op tafel komen, kunnen uw mensen in deze lockdown ergens op terugvallen?
Iedereen van het vast personeel staat op technische werkloosheid en krijgt een vervangingsinkomen.
-De diverse schakels van de productieketen zijn vleugellam.
Ja, alles ligt stil. Wij hebben geen vaste acteurs in dienst. De zelfstandigen in onze branche hebben een overbruggingsrecht als ze dat aanvragen en de bedienden moeten gaan stempelen.
-Om contact met het publiek te behouden, hebben jullie alternatieven bedacht?
We hebben een aantal zaken gestreamd. Bijvoorbeeld de musicalconcepten van Judas producties waaronder de meermaals gelauwerde musical ‘Lelies’, waar we goed beeld- en geluidsmateriaal van hadden. Dat was een experiment.
-Was er belangstelling voor?
Er is wel interesse. Wekelijks bieden we nu een tweetal zaken aan: dat kan een toneelstuk of een concert zijn. We proberen er wat variatie in te steken.
-Tegen betaling. Remt dat niet af?
Integendeel. ‘Lelies’ bijvoorbeeld is meer dan 700 keer bekeken. Dat is een onverhoopt succes. Het is iets nieuw. Ik persoonlijk zou niet zo snel geneigd zijn om thuis op mijn computer naar een voorstelling te kijken. Ik beleef een voorstelling of concert liever live. De wisselwerking met de spelers/muzikanten en het publiek is veel interessanter en intenser. Maar ja, we zijn nu weer al meer dan twee maanden gesloten en naar alle waarschijnlijkheid volgen er nog twee maanden van inactiviteit.
-Wordt het Fakkeltheater gesubsidieerd?
Neen. Wij hebben altijd loonsubsidies gekregen voor ons vast personeel. We zouden die volgend jaar nog krijgen maar ook dat staat op de wip! Het is bang afwachten.
-Als je het geluk hebt om te kunnen werken in grote structuren is daar een vangnet.
Dat is zo. Wij moeten het alleen doen, zien te overleven, en zeer bedachtzaam met de centen omspringen.
-De carrière van zangers en musici staat op losse schroeven. Het ziet er hoegenaamd niet rooskleurig uit! Wat brengt de toekomst?
Het is een groot vraagteken. We merken onrust bij heel veel collega’s. Het is niet alleen het isolement, er komt al maanden geen brood op de plank! Er zijn veel mensen werkzaam in de live-sector: het podium, die op niets kunnen terugvallen. Heel veel collega’s zijn verplicht om iets anders te gaan doen. De vraag is komen die terug? Ook voor de jonge mensen die nu aan de conservatoria een opleiding volgen is de toekomst onzeker. Het is in normale tijden al moeilijk om aan de bak te komen. Als we weer recht krabbelen wat zijn hun groei- en ontplooiingskansen?
-Artiesten zien de verbinding met hun gaven en talenten op losse schroeven.
Het is of de poten vanonder je stoel gezaagd worden. Balanceren op een slap koord. Dergelijke instabiele situatie mag niet te lang aanslepen.
-Loopt er niet veel mis. Vroeger waren er vaste gezelschappen en kregen acteurs en zangers een jaarcontract. Die zekerheid was er toch. Maar podiumkunstenaars wilden autonoom kunnen werken, freelancen. Hebben ze zichzelf niet in de voet geschoten?
Dat zou ik niet durven zeggen. Er is natuurlijk heel veel veranderd de voorbije 20 jaar. Ik heb zelf nog mee gedraaid in de musicalafdeling van het Ballet van Vlaanderen met een jaarcontract, maar dat was ook niet voor iedereen weggelegd. Er was toen ook veel werk. Ik ken weinig mensen van mijn generatie 40 tot 45 jaar, die volhouden en in de sector blijven werken. Veel haakten en cour de route af en gingen iets anders doen. Omdat ze het op een bepaald moment beu werden om elk jaar weer te gaan zoeken, auditioneren en puzzelen om hun agenda vol te krijgen. Voor collega’s die het al enigszins moeilijk hadden moet deze pandemie een geweldige opdoffer zijn.
-U bent de voorbije maanden niet bij de pakken blijven zitten, er werd met collega’s gepraat.
Heel veel. Het mooie aan mensen die in de culturele sector werken, ze zijn weerbaar, kunnen tegen een stootje.
-Weerbaar? Je kunt niet tegen een virus opboksen!
Dat is een feit. Maar er is een grote solidariteit. We hebben recent een single voor een goed doel opgenomen met 60 van de beste theaterartiesten die Vlaanderen rijk is: het Norma Joossens Fonds. Dat zorgt voor een enorme positieve vibe. Een lied over hoop, over warmte, liefde en licht. Een lied zonder ego of arrogantie. Een positief lied, en bovenal: een vrolijk lied. De single ‘Daar ben jij’ is beschikbaar vanaf 10 december op www.daarbenjij.be en via alle grote streamingdiensten.
-Voor wat staat dat Fonds?
Het Fonds Norma Joossens, beheerd door de Koning Boudewijnstichting, wil acteurs, actrices en musicalartiesten helpen wanneer ze op pensioengerechtigde leeftijd niet over voldoende middelen beschikken om in hun levensonderhoud te voorzien. Maar nu met de COVID19-crisis heeft dit Fonds die ondersteuning opengetrokken naar alle acteurs en actrices van alle generaties die door deze pandemie moeite of problemen hebben om hun vaste kosten te betalen. De volledige opbrengst van die single gaat naar dit Fonds. Hopelijk brengt het aardig wat op. Het wordt nogal goed opgepikt. Zo’n initiatieven zijn echt wel nodig. Al die artiesten zijn individueel komen inzingen, want met corona kon het niet anders. Artiesten putten daar ook wel energie uit.
-Ik hoor rondom mij: het publiek, jong én oud, hongert naar cultuur. De verveling verspreidt zich als een schimmel. Jongeren beginnen te revolteren, vegen de maatregelen aan hun laars.
Dat klopt. Men zou een uitweg moeten bieden, maar in veilige omstandigheden. Alles is te managen. We hebben dat hier gemerkt in de periode dat we weer aan de slag mochten. De mensen kwamen één keer, en de volgende dag stonden ze hier weer voor een andere voorstelling, net of ze de schade wilden inhalen. De eerste lockdown viel in de zomer, het was lekker warm, de mensen konden buiten. Nu is het koud en donker. Jonge mensen vervelen zich te pletter, hunkeren naar het gezelschap van vrienden. Ze moeten hun energie ergens kwijt en zoeken uitlaatkleppen, alternatieven. Het is niet wijs, maar het is des mensen.
-Alles is van voorbijgaande aard. Er is wel uithoudingsvermogen voor nodig!
Dat is zeker zo. Ik merk bij mezelf: de ene dag gaat het al makkelijker dan de andere en dat zal voor iedereen hetzelfde stramien zijn.
-Is er al enig perspectief van dan kunnen we weer het podium op?
Ik denk dat we januari en februari nog gesloten zullen zijn. We hopen in maart te kunnen heropstarten. Op een gegeven moment moet er iets beslist worden. Het kan niet zijn dat we weer een half jaar moeten sluiten. De cultuursector heeft heel goede protocollen. Er is een productief gezamenlijk overleg waar ervaring gedeeld wordt.
-Iedereen pikt nu in op streaming. Moet er in de toekomst via een andere modus vivendi gewerkt worden?
Ik zie daar geen toekomst in. Er zijn al genoeg gelijkaardige zaken om thuis te bekijken: YouTube en andere kanalen. Het aantrekkelijke van podiumkunsten is het live-aspect en alles wat er rond hoort. Eerst en vooral: de verwachting van een avondje. Vervolgens: het afspreken met vrienden, iets gaan eten, de interactie met de uitvoerder en het publiek bij een voorstelling of concert, een drankje achteraf, mensen lijfelijk ontmoeten. Het is als een diamant met veel facetten, een totaalbeleving. Streaming is één camera op een podium gericht en solitair in je huiskamer kijken. Het theater moet zichzelf niet heruitvinden, er moeten wel economische aspecten gevonden worden om het terug leefbaar te maken.
-Economische aspecten?
Het is mij wat zuur opgebroken dat heel de culturele sector in de eerste lockdown gewoon vergeten is. Er werd met geen woord over gerept! Terwijl cultuur voor een geweldige samenhorigheid kan zorgen. Wij zitten hier in het centrum van Antwerpen en krijgen jaarlijks 75.000 toeschouwers over de vloer. Voor de omliggende horeca is dat een enorme meerwaarde. Ik hoop dat na corona de culturele sector daar op de ene of ander manier voor beloond gaat worden. Dat er in plaats van bespaard, méér middelen gaan komen voor de sector.
-‘Home Alone’. Het worden eindejaarsdagen en petit comité, zonder veel feestgedruis. Heeft u een wens voor de mensen in het algemeen en uw publiek in het bijzonder?
Ik hoop dat de vaccins goed werken en dat we niet overhaast, maar toch ze snel als mogelijk, weer naar een normale situatie kunnen schakelen. Verder wens ik dat alle collega’s door deze moeilijke periode spartelen en we mekaar over enkele weken terug op het podium weerwerk kunnen bieden en ons publiek een fijn gevoel kunnen bezorgen. Iets dat ze nu al zo lang moeten missen.
FOTO: Johannes Vande Voorde