Gisteren op donderdag 23 december overleed Kamiel D’Hooghe. Deze Belgische organist werd 92 jaar. D’Hooghe’s expertise lag aan de basis van verscheidene, nieuwe orgels in Vlaanderen. Hij was mede-oprichter en erevoorzitter van het tijdschrift Orgelkunst. In 2015 werden zijn inzet voor de Vlaamse orgelcultuur met een Gulden Spoor beloond.
Op 17 november 1929 werd Kamiel D’Hooghe te Beveren geboren. Hij groeide op zonder muziek maar startte hij als twaalfjarige jongen met zijn piano- en orgelstudie. Later volgde hij lessen aan het Lemmensinstituut en studeerde hij aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen bij onder meer bij Flor Peeters, Marinus De Jong, Jules Van Nuffel en Prosper Van Eechaute. Hij behaalde daar zijn Hoger Diploma Orgel met grootste onderscheiding. Op tweeëntwintigjarige begon hij zijn professionele carrière als organist. In 1955 was hij eerste laureaat op de internationale orgelwedstrijd in München.

Van 1946 tot 1950 was D’Hooghe koster-organist van de Sint-Laurentiuskerk van Verrebroek en in 1951 werd benoemd hij tot organist van de Sint-Salvatorskathedraal te Brugge. In deze stad organiseerde hij Orgelconcerten. In 1964 voor het 10-jarig jubileum van deze concerten werd de eerste Internationale Orgelweek opgenomen in de programmatie van het Festival Musica Antiqua (nu ook beter bekend als MA Festival), wat het Brugse luik van het Festival van Vlaanderen is. Als ervaren solist werd D’Hooghe verscheidene malen gevraagd om te zetelen in de jury van orgelwedstrijden. Naast concertorganist was D’Hooghe ook docent. Hij gaf les aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel en het conservatorium te Maastricht.
Sinds 1978 zette D’Hooghe zich in voor het tijdschrift Orgelkunst, een tijdschrift dat hij mede oprichtte via de vzw Orgel in Vlaanderen. Ruim 27 jaar had hij de taak van hoofdredacteur en voorzitter van de vereniging ter harte genomen. Sinds januari 2011 was hij ook voorzitter van de vereniging Grimbergen Orgelt.
De uitvaart vindt plaats op donderdag 30 december a.s. om 10.00u in de abdijkerk van Grimbergen.