Mozarts opera seria “Idomeneo” is een van de titels van het seizoen 2014-15 van de Opéra de Lille, vlakbij, maar niet zo bekend bij het Vlaamse operapubliek.
Mozarts opera seria “Idomeneo” is een van de titels van het seizoen 2014-15 van de Opéra de Lille, vlakbij, maar niet zo bekend bij het Vlaamse operapubliek.
Het aanbod in Rijsel is gevarieerd met naast opera, concerten en dans en speciale jeugdprojecten. Sinds korte tijd is er ook “MuzeMuse” een réseau transfrontalier of een samenwerking over de grenzen heen die een ‘Saison musicale en Eurorégion’ voorstelt: een muzikaal seizoen dat Rijsel met enkele Vlaamse muziekcentra verbindt (met gratis verplaatsing). In 2014-15 biedt “MuzeMuse” concerten in het Concertgebouw en MAfestival Brugge en in het Festival van Vlaanderen Kortrijk opgebouwd rond de figuur van de Japanse componist Toshio Hosokawa wiens opera “Matsukaze” het seizoen opende in Rijsel in de productie van Sasha Waltz & Guests en de Munt.
Sedert 2004 is “Le Concert d’Astrée” het barokensemble geleid door Emmanuelle Haïm in residentie in de Opera van Rijsel en begeleidde er heel wat producties. Zo ook deze “Idomeneo” die geënsceneerd werd door Jean-Yves Ruf in decors en kostuums van Laure Pichat en Claudia Jenatsch en belicht door Christian Dubet. Zij presenteren een sober, quasi tijdloze enscenering op een grotendeels kaal toneel met in het midden een grote, ronde schijf, eerst omgeven door een doorzichtig metalen gordijn en enkele takken, dan met witte zeilen die de haven suggereren en uiteindelijk voorzien van een indrukwekkende boom met roestbruine bladeren. Verder enkele oriëntaals-klassieke attributen en vrij neutrale, meestal hedendaagse kostuums. Er zijn een paar niet altijd duidelijke extra’s zoals de zich op het voortoneel kronkelende quasi naakte man maar over het algemeen kregen de protagonisten ruimschoots de kans hun personages tot leven te brengen in overeenstemming met de handeling en de muziek. Een verademing.
Kresimir Spicer was een Idomeneo met autoriteit, verscheurd tussen zijn plicht als koning en zijn vaderliefde. Hij zong met krachtige niet altijd even soepele stem en sloeg zich moedig door “Fuor del mar”. Rachel Frenkel was een eerder frêle Idamante, zowel fysisch als vocaal tenger, ontroerend maar met haar klare, lichte mezzo blijkbaar nog een maatje te klein voor de rol. Dat was niet het geval voor Rosa Feola die een heerlijke Ilia neerzette, met jeugdige charme en een zuivere, goed geleide sopraan die de verschillende aria’s zoals “Zeffiretti lusinghieri” heel mooi vorm gaf. Patrizia Ciofi waagde zich met Elettra aan een meer dramatisch repertoire dan dat ze tot hiertoe vertolkte en deed dat met overtuiging, een in alle registers homogene, beheerste stem en veel temperament. Zoals te verwachten gaf ze de figuur een sterk dramatisch profiel. Arbace kreeg een waardige vertolker in Edgaras Montvidas die de verschillende aria’s met stijl en virtuositeit afleverde. Degelijke prestaties ook van Emiliano Gonzalez Toro (Hogepriester) en Bogdan Talos (stem van Neptunus). Het koor en orkest van “Le Concert d’Astrée” leverden puik werk en Emmanuelle Haïm gaf een overtuigende, mooi vloeiende vertolking met de juiste accenten en een warme, gedifferentieerde orkestklank.