Onze website is vernieuwd, geef zelf je evenementen in. Heb je een fout gezien. Mail ons!

ICONS, de nieuwe cd van het ensemble BL!NDMAN, verwijst naar de drie grootheden van het Amerikaanse minimalisme: Terry Riley, Steve Reich en Philip Glass. De 3-delige cd-box vormt een gebruiksvriendelijke samenvatting van dit genre.

Minimalisme is een muziekstijl die zich toelegt op minimalisering van het muzikaal materiaal. Vaak gehanteerde technieken zijn: herhaling van ultrakorte motieven, Oosterse ritmiek, beperkte melodische lijnen, referenties aan niet-westerse muziek, nauwelijks dynamiek en lange doorlooptijden. De luisterervaring komt soms dicht bij hypnose of tenminste onbestemdheid. Veel composities geven nadrukkelijk ruimte aan improvisatie waardoor elke uitvoering uniek is.

Terry Riley (°1935) vormt met In C de hoeksteen van het Amerikaans minimalisme. Het stuk bestaat uit 53 muzikale cellen, variërend van enkele noten tot vlezige muzikale zinnen. De componist volstaat met een A4-tje waarop enkele instructies over het muzikaal procedé staan aangegeven. Verder moeten de -niet gespecificeerde- musici het zelf invullen zolang het minimaal 1 uur duurt en de piano niet anders dan de Do (C) aanslaat. Op die manier garandeert Riley dat elke uitvoering zowel uniek als herkenbaar is. Vier jaar geleden heb ik in de Newyorkse Le Poisson Rouge een uitvoering bijgewoond van het ensemble Darmstadt, uitgevoerd door blazers, strijkers, electrische gitaar, electronics en zang. Dat was minimalisme in gemaximaliseerde, want oorverdovende vorm en dat gedurende vier uur.

Riley is op de cd verder aanwezig met het legendarische Poppy Nogood and the Phantom Band voor sopraansax, orgel en electronics (time-lags). De compositie is een uniek weefsel van drones die uit een andere wereld lijken te komen.

Van Steve Reich (°1935) zijn in totaal vijf stukken te horen. In twee daarvan gaat de muzikant live in dialoog met vooraf opgenomen stemmen van zichzelf. New York Counterpoint (1985) voor 9 klarinetten en 3 basklarinetten en Electric Counterpoint (1987) voor 13 electrische gitaren en 2 basgitaren tekenen voor deze stijlvorm. Verder zijn er drie voorbeelden van zijn techniek phase shifting waarin stemmen ten opzichte van elkaar verschuiven en niet meer simultaan klinken. Het zijn Cello Counterpoint voor 8 cello’s, Nagoya Marimbas  voor 2 marimba’s, die een voortdurende staat van verandering laten horen, en Triple Quartet voor 3 strijkkwartetten die met elkaar en binnen elkaar in dialoog gaan.

Philip Glass (°1937) reisde in de jaren ’60 door India, Tibet en Noord-Afrika en ging in de leer bij Ravi Shankar om de sitar te leren kennen. Ook verdiepte Glass zich in de Indiase ritmes. Zijn werk vertoont dan ook kenmerken van de Oosterse ritmische cycli, respectievelijk langzaam evoluerende harmonieën. Ook bij Glass treffen we composities zonder een gespecificeerde bezetting aan. Bovendien wordt vaak aan de musici overgelaten wanneer zij zich naar een volgende muzikale module kunnen begeven. Hierbij wordt het verwachtingspatroon van de luisteraar voortdurend uitgedaagd. Er is geen muzikale ontwikkeling of doorwerking, de herhalingsprocessen worden steeds dynamischer en energieker, waardoor de luisteraar geen gelegenheid krijgt zich te nestelen in zijn comfortzone.

Een voorbeeld is Music in Contrary Motion. De titel slaat op de omgekeerde verhouding tussen de lage en de hoge stem. Het stuk is geschreven in de “open vorm”, dat wil zeggen dat niet volgens de regels van de klassieke kunst naar een slotcadens wordt toegewerkt maar gewoon stopt. Het huzarenstuk van Glass is Music in Similar Motion waar de musici eveneens modules (cellen) spelen maar de inkrimping van het materiaal tot op het bot wordt geperfectioneerd. Hier is elke neiging tot ontwikkeling vakkundig de kop ingedrukt.






Agenda: 26/05: Concertgebouw Brugge, 02/06: La Filature, Mulhouse (F), 01/12: CC De Muze, Heusden Zolder, 02/12: CC De Ververij, Ronse, 03/12: CC Maasmechelen, 15/12: CC Adelberg, Lommel