Drie cd’s geven een vrij volledig beeld van het sonoor universum van een polyfonist die grote invloed had op de evolutie van de vocale devotie in de 16de eeuw.
Drie cd’s geven een vrij volledig beeld van het sonoor universum van een polyfonist die grote invloed had op de evolutie van de vocale devotie in de 16de eeuw.
**** Het mooie Ronse, de geboortestad van Cipriano De Rore, vierde in april diens 500ste verjaardag met een heus festival, volledig gewijd aan hem en aan zijn werk. De ensembles Capella Mediterranea, Doulce Mémoire en Currende brengen nu elk met een cd hulde aan het omvangrijk oeuvre van Italiaanse madrigalen, Latijnse motetten, Franse chansons, missen, psalmen en Magnificats waardoor Cipriano de Rore terecht beschouwd wordt als een van de meest toonaangevende componisten van de zestiende eeuw.
Cipriano de Rore’s leven in vogelvlucht. Na een vermoedelijk verblijf in Venetië in de kring van Willaert was hij kapelmeester aan het hof van Ercole II d'Este, hertog van Ferrara. Tussen 1560 en 1563 was hij in dienst van Margaretha van Parma in Brussel en van haar echtgenoot Ottaviano Farnese in Parma en zou vervolgens opvolger geweest zijn van Willaert als kapelmeester aan de San Marco in Venetië. Hij was opnieuw in dienst van Farnese in Parma tot zijn overlijden in Parma in september 1565.
Cypriano de Rore was een representatieve vertegenwoordiger van de generatie Nederlandse polyfonisten na Josquin, aanwezig in Italië (tussen 1542 en 1546 was hij bv. in Brescia), die bepalend was voor de ontwikkeling van de muziek van de late Renaissance. De Rore was met name ook een van de meest vooraanstaande componisten van Italiaanse madrigalen.
Het is met een hulde aan de grootste Vlaamse Renaissance componist dat het label Ricercar haar 35 jaar viert. Het werk van Cipriano de Rore genoot aanzienlijk succes, ook na zijn dood. Sommige van zijn madrigalen zijn te vinden in tientallen versies en dit tot aan het begin van de zeventiende eeuw. Om dit jubileum te vieren, bracht Ricercar haar musici bijeen om zo een originele bijdrage te leveren en een compleet beeld te geven van de invloed van het werk van Cipriano de Rore op het gebied van wereldlijke muziek. Zijn “Ancor che col partire” madrigaal, met haar erotische toespelingen en tal van instrumentale versies, is het thema van deze cd. Op de cd staan nl. vocale en instrumentale versies van de Cabezon, Bovicelli, Bassano en Dalla Casa. Meer dan ooit, vervolgt Ricercar met deze cd uitgave haar weg van het gespecialiseerd onderzoek in de vorm van cd opnamen naar de geschiedenis van de oude muziek.
***** Het madrigaal was in de Renaissance een vier- tot zes stemmige a capella-compositie op een wereldlijke tekst. Na 1550 ontwikkelde het madrigaal zich meer polyfoon en imiterend en was er een toename van chromatiek. Het was de tijd van Willaert, Rore, Andrea Gabrieli, Orlando di Lasso, de Monte en Palestrina.
Na 1580 vindt men in de muziek van Luca Marenzio, Gesualdo en Monteverdi dan meer de combinatie van solo-madrigaal en monodie met basso continuo en lag het accent vooral op chromatiek (cfr.Monteverdi, Caccini en de Wert). Als componist van vier- of vijfstemmige madrigalen, behoorde de Rore tot de tweede generatie madrigalisten. Hij schreef canonische technieken zoals imitatie voor, die sterke invloed hadden op Palestrina, Philippus de Monte en Claudio Monteverdi.
Een cd met Currende onder leiding van Erik Van Nevel en geproduced door Klara werd naar aanleiding van het de Rore Festival in Ronse uitgebracht. De Rore is het bekendst omwille van zijn Italiaanse madrigalen, maar hij was ook een productief componist van missen en motetten. Vertrekkend van de verschillende imitatie- en canontechnieken en van de harmonisering van de samenklank volgens de cadensering van bepaalde graden van Josquin, componeerde de Rore o.a. vijf missen, ongeveer 80 motetten en psalmen. In de inleidende tekst in het bijhorend boekje vertelt Erik Van Nevel “dat zijn cd samengesteld werd rond het ‘Magnificat primi toni’. De 12 alternatim verzen van dit Magnificat zijn opgesplitst in 6 delen van telkens een gregoriaanse en een polyfone zetting”, vertelt hij, “en daartussen staan één of meerdere motetten, al dan niet thematisch geordend. De tonaliteiten van deze motetten corresponderen met de modus van het Magnificat, de zogenaamde eerste of de re-modus. De Magnificat-onderdelen, versterkt door de gregoriaanse verzen”, zo vervolgt hij, “geven aan het geheel een rustige refreinstructuur wat de eenheid van heel de cd ten goede komt. Elk motet en ook het begin van de cd wordt ingeleid door een ‘intonatio’ voor orgel (resp. een toccata bij het begin) en dit in navolging van de orgelpraktijk uit de 16de eeuw. Voor deze intonatio’s inspireert de organist zich op het compositiemateriaal van het daarop volgend motet. Hij werkt het uit met een diminutie-techniek (een omspeling met kleinere notenwaarden) die de klavierspelers toen al hanteerden.” De combinatie instrumentaal en vocaal zorgt voor verfrissende afwisseling en de globale klank weerspiegelt de plechtige diepgang van de devotie van weleer. Bijzonder mooi.
***** Brusselaar Guy Janssens richtte in 1991 “Laudantes Consort” op, een ensemble van een twaalf zangers waarmee hij Renaissancemuziek brengt. Met dit ensemble geeft hij talrijke concerten en realiseert hij belangrijke projecten.
Zo waren de jaren 1995 tot 2000 in het bijzonder gewijd aan de opname van een prestigieuze reeks van 12 cd’s getiteld “The Golden Age of European Polyphony”. Deze schetsen de geschiedenis van de Europese vocale polyfonie. Naast de muziek van de XVde en XVIde eeuw, die uitgevoerd wordt door dat ensemble van een twaalftal zangers, wordt voor elke andere muzikale periode een groep zangers en/of instrumentalisten samengesteld die vertrouwd is met de uitvoeringspraktijk van het betreffend genre. Naast de Mis ontdekt u de motetten Parce mihi Domine Peccavi, quid faciam tibi; Agimus tibi gratias en Infelix ego – Ad te igitur. De klank van de stemmen op deze cd is optimaal en de geest en de sfeer die de muziek oproept beantwoordt volledig aan de waardige, historische dimensie ervan. Magnifiek.