De laatste week van oktober kon de liefhebber van het lied ruimschoots aan zijn trekken komen. Er waren interessante concerten in de Singel, in Bozar en in de Bijloke.
John Mark Ainsley
Het recital in de Singel was een gelukkig weerzien met John Mark Ainsley en Roger Vignoles, die in april 2008 ook al een staaltje van hun liedkunst gaven in dezelfde concertzaal. Toen traden ze op met een gemengd programma: Britten en Duits romantisch repertoire. Dit keer ging het duo de uitdaging aan van een volledig Brits programma. Het bestond voor een deel uit enkele bekende namen, Britten en Tippett, maar het boeiendste aan het recital waren de talrijke liederen van componisten die op het continent nauwelijks bekendheid genieten: Warlock, Finzi, Quilter en anderen. Uiteraard was Shakespeare een van de auteurs die herhaaldelijk terugkeerde als tekstdichter maar we maakten ook kennis met andere interessante dichters, soms tijdgenoten van de componisten, zoals Alfred Edward Housman of Thomas Hardy. Vignoles maakte in zijn boeiende uiteenzetting als inleiding op het concert duidelijk dat we geen krans van puur melodische, pastorale vrijblijvende Engelse liederen zouden te horen krijgen. Integendeel een verzameling liederen die te maken hadden met de tragiek van de oorlog. Afscheid, pijn en dood was de lijn die doorheen het recital trok. Het maakte er een beklijvende en aangrijpende ervaring van. De ernst en inleving waarmee John Mark Ainsley zijn keuze van liederen bracht was adembenemend en deed een rilling doorheen de zaal lopen. Misschien was zijn stem niet altijd de meest sierlijke tenorstem want ze klonk wel eens wat droog en glansloos, maar de emotionele impact van zijn vertolking maakte alles goed. Ook het zingen vanachter een partituur bracht een stukje beperking van vrij reciteren mee. Voor een recital als dit is het begrijpelijk en tegelijk kunnen we de Singel een pluim toekennen: weinig concertzalen zijn gediend met zo’n apart programma met weinig bekende Engelse liedcomponisten. De Singel durft de uitdaging aan, maar als Ainsly zijn knap in elkaar gestoken programma nergens anders kan slijten, is de investering van het van buiten leren te groot. Vignoles bevestigde zijn waarde als knap pianist-liedbegeleider. Met gespannen aandacht en was hij totaal in harmonie met Ainsley. Een recital voor fijnproevers, maar aan de bezetting van de zaal te zien, zijn die er blijkbaar te weinig als er geen klinkende namen op de affiche staan.
John Mark Ainsley, tenor
Roger Vignoles, piano
De Singel, 25-10-2012
Matthias Goerne
Op vrijdag 26 oktober gaf Matthias Goerne een recital in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Er stonden drie componisten op zijn programma: Ludwig van Beethoven, Franz Schubert en Johannes Brahms. Ook zijn recital was opgebouwd rond een idee die eenheid bracht, vooral in het diepzinnige eerste deel, waar de liederen een bezinning waren over het einde van het leven en de impact en betekenis van de dood. Goerne zette zijn recital in met de 6 Lieder op 48 van Ludwig van Beethoven. Ze laten een ander liedaspect horen van de veelzijdige componist dan de cyclus An die ferne Geliebte, die zijn meest populaire is. Van meet af aan overweldigt Goerne ons met de intensiteit die hem eigen is als liedinterpreet. Goerne neemt een grote adem en die adem laat hij gewoon (!) uit zijn lichaam vloeien als expressief stemgeluid. Het verklaart zijn (misschien oppervlakkig irriterende) lichaamsbeweging die hij bij het zingen maakt. Hij perst als het ware alles wat er aan emotie in hem leeft uit zijn lichaam en dat doet hij met een stuwende beweging. Het kan een maniërisme lijken, maar in zijn geval geeft het zin aan zijn interpretatie die zo intens is, dat stilstaan onmogelijk is. De bijtende weemoed van Schuberts Gesänge des Harfners is Goerne op het lijf geschreven en hij zingt de liederen met oprechte boosheid en bitterheid. Dit eerste deel van het recital culmineert dan met de Vier ernste Gesänge van Brahms waarbij Goerne als het ware in een andere wereld leeft en nu eens plechtig en innig zingt (“Ich wandte mich, und sahe an Alle”), dan weer agressief en hard. (“Wenn ich mit Menschen-und mit Engelzungen redete”).
Het tweede deel was een bloemlezing van romantisch-sentimentele liederen, al was het idee van dood en levenseinde nooit veraf. Elk lied was opnieuw een bevestiging van de diepgang en ernst waarmee Goerne zijn kunst beleeft. Lyrische melancholie klinkt in Beethovens Wonne der Wehmut, de buigzaamheid van de stem is verbluffend (vb in het slotwoord “Liebe”). Zijn stem heeft een soepele hoogte en een warme diepte. Accenten legt hij op de juiste plaats, even gepast zingt hij zacht (“Frühlingshauche” in Brahms Lerchengesang). Schuberts Nachtstück hoorde ik nooit zo subliem!
De authenticiteit en echtheid waarmee Goerne zingt is nauwelijks onder woorden te brengen. Hem live in recital beleven is dan ook een unieke ervaring. Ondanks zijn heen en weer bewegen op de scène is effectjagerij hem absoluut vreemd.
Het concert kaderde in de residentie van pianist Pierre-Laurent Aimard in Bozar. Al bereikte de pianist op een beperkt aantal momenten een mooie harmonie met de zanger, hij bleef eerder onverschillig en weinig betrokken bij de liederen. Nochtans deed Goerne letterlijk zijn uiterste best hem bij de vertolking te betrekken. Misschien is Aimard een te koel type pianist om zich in de gevoelswereld van het Duitse romantische lied in te leven?
Wie Goerne spoedig opnieuw wil horen kan op 5-11 naar de Doelen in Rotterdam, daar zingt hij met pianist Alexander Schmalcz, die hem ook begeleidt op CD 5 “Nacht und Träume” van de Schubertserie die Goerne opneemt voor Harmonia Mundi. (HMC 902063)
Matthias Goerne, bariton
Pierre-Laurent Aimard, piano
Paleis voor Schone Kunsten, 26-10-2012
Op zaterdag 27-10 was er in Gent in De Bijloke een concert met het mannenkoor van Collegium Vocale en Jan Vermeulen aan de pianoforte. Als een soort Schubertiade brachten ze liederen van Schubert voor klein ensemble of koor. De titel was Nachtmusik en ook deze “Nacht” slaat zowel op het tijdstip van de dag als overdrachtelijk op de avond van het leven. Het was een prachtig programma dat een ander facet van het rijke vocale oeuvre van Schubert liet horen. De mannenstemmen van Collegium Vocale klonken heerlijk en de preciese leiding van Daniel Reuss zorgde voor perfect zuivere inzetten. Jan Vermeulen speelde verfijnd op zijn prachtig instrument. Elke noot kwam tintelend tot zijn recht. Vermeulen toonde eens te meer aan hoe fris en subtiel de klank van een pianoforte past bij een Schubertprogramma. Een avond die ademloos luistergenot bood.
Collegium Vocale Gent
Jan Vermeulen, piano
Franz Schubert: Nachtmusik
De Bijloke, Gent, 27-10-2012