Ballet Vlaanderen en Opera Vlaanderen zetten deze twee rasartiesten in de bloemetjes tijdens een gala op 15 november. Daar aan voorafgaand werden Aki Saito en Wim Vanlessen op het Schoon Verdiep van het Stadhuis van Antwerpen onder ruime belangstelling ontvangen voor een huldiging. Principals van het Ballet Vlaanderen met uitstraling tot ver over de grenzen. Ze brachten het publiek in verrukking in zowat alle continenten. Overal kregen ze jubelende recensies. De lijst met eerste prijzen die ze op hun actief schreven is te lang om op te sommen. Daarmee zijn ze opgenomen in het cenakel van de allergrootsten.
Ballet Vlaanderen en Opera Vlaanderen zetten deze twee rasartiesten in de bloemetjes tijdens een gala op 15 november. Daar aan voorafgaand werden Aki Saito en Wim Vanlessen op het Schoon Verdiep van het Stadhuis van Antwerpen onder ruime belangstelling ontvangen voor een huldiging. Principals van het Ballet Vlaanderen met uitstraling tot ver over de grenzen. Ze brachten het publiek in verrukking in zowat alle continenten. Overal kregen ze jubelende recensies. De lijst met eerste prijzen die ze op hun actief schreven is te lang om op te sommen. Daarmee zijn ze opgenomen in het cenakel van de allergrootsten.
De dagen, seizoenen, jaren zijn elkaar opgevolgd. 20 jaar zijn ze danspartners, wat zeer uitzonderlijk is. We moeten al ver teruggaan in de tijd om dergelijk uitzonderlijk duo te vinden. Daarmee treden ze in de voetsporen van het legendarische danskoppel Margot Fontyn en Rudolf Nureyev. Voor dansers zijn ze al betrekkelijk oud, maar hun talent en fysieke conditie is niet tanend. Als klassiek geschoolde balletdansers is zich nestelen in een comfortzone uitgesloten. Het blijft elke dag trainen. De drang om te excelleren is nog lang niet geblust. Ze dansen met evenveel gulzigheid en overtuiging neoklassiek, hedendaags als moderne dans. De verschillende standen uit het klassieke dansvocabularium, jazzballet en moderne dans zijn geïnventariseerd, opgeslagen, zijn een tweede natuur geworden. Geen automatisme maar geraffineerde, uitgepuurde kunst. Een hoger niveau, zoniet het hoogste niveau halen, perfectie, blijft de uitdaging. Deze twee mensen creëren magie op de scène en deden al menig keer de zaal ontploffen van enthousiasme en/of ontroering. Grote kunst geeft gewicht aan de ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Ze evolueerden mee in een sterk veranderend gezelschap. Professionaliteit, flexibiliteit en leergierigheid typeren hen volkomen. Als prima ballerina is de Japanse Aki Saito de verpersoonlijking van Oosters raffinement en ranke elegantie. Wim Vanlessen is haar compagnon de route. Hij straalt kracht uit en springt als een vogel die door het luchtruim zweeft. Met respect voor hun talent en uniciteit overlopen we hun carrière en peilen naar hun motivatie. Wat hen bindt, is de absolute liefde voor hun vak.
Klassiek Centraal: Aki Saito, hoe geraakte je in België verzeild?
A.S.: De goede reputatie van de balletschool trok me aan. De wens ook om mijn vleugels uit te slaan. Op mijn zestiende ben ik in Antwerpen komen studeren. Het was een grote stap. Kennis maken met een andere cultuur is een verrijking. Antwerpen is een metropool met een mix van verschillende nationaliteiten. Het is een fantastische stad om te leven en te werken. Nergens in de wereld vind je zoveel toffe cafés en lekkere restaurants.
KC : Mag ik George Bernard Shaw even parafraseren: “We stoppen niet met spelen omdat we oud zijn. We worden oud omdat we stoppen met spelen.” Is dat ook enigszins van toepassing op dansen?
W.V.: Tot op heden is het zo dat we nog altijd met volle goesting ons ding doen. Zolang er uitdagingen zijn en we voelen het plezier van het performen, het publiek mee te krijgen en iets te kunnen geven, blijven we dansen. We beseffen ook dat elk stadium in een carrière zijn moeilijke, maar ook hele mooie momenten heeft. Op dit punt in onze carrière gebeuren er prachtige dingen zoals de viering. We gaan binnenkort naar Cuba. ‘Onegin’ staat weer op het programma, we genieten daar nog altijd van.
A.S.: Wat onze carrière betreft zeggen we dikwijls: “We mogen ons gelukkig prijzen dat onze paden in de balletschool kruisten.” Als jonge dansers konden we allebei aan de slag bij het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. We dreven op spontane energie. Je bent hongerig en wil alles uitproberen. Binnen de compagnie heerste ook het ideale klimaat om te groeien. De toenmalige directeur en pedagoog, Robert Denvers, kneedde het gezelschap tot een jong, vitaal ensemble. De komst van Kathryn Bennets was een perfecte timing voor ons. We waren klaar voor het grote avontuur. We konden onze ervaring benutten en zij kon die gebruiken.
KC : Jeanne Brabants richtte het Koninklijk Ballet van Vlaanderen op. De focus lag op klassiek ballet. Tijdens jullie carrière bij het Ballet Vlaanderen is er veel veranderd.
W. V.: De eerste tien jaar van onze carrière, olv Robert Denvers waren bijzonder fijne jaren: we dansten klassiek ballet, hedendaags. Met de komst van Kathryn Bennets, een vrouw met een niet in te tomen artistiek temperament, waaide er een frisse wind. Ze bracht de compagnie naar buiten. We traden op in Londen, Parijs, Melbourne, New York, Bejing, het Bolshoi theater in Moskou. Dat was helemaal nieuw en een wonderlijke stap in onze carrière. Opeens werd het Koninklijk Ballet van Vlaanderen een compagnie met weerklank. Ook in onze thuishaven Antwerpen werden we met andere ogen bekeken. Net of we herboren waren.
A.S.: Ja, met Robert Denvers hebben we heel prettig en goed gewerkt. Kathryn Benneths voegde er een dimensie aan toe. We gingen internationaal. Opeens werden we vergeleken met het New York City Ballet, met het Bolshoi Ballet. We kregen een andere vorm van stress. Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen had volgens haar genoeg potentie om zich te meten met de allergrootsten. Haar credo was: een gemakkelijke en comfortabele manier van werken is niet voor dansers. Zij pushte ons om meer uit onszelf te halen. Er is de techniek en natuurlijke begaafdheid, maar je moet ook in situaties komen dat je die begaafdheid kan ontwikkelen. Wij ontdekten een nieuwe wereld. Dat we zoiets mochten meemaken is met geen woorden te beschrijven. Nu we allebei de dertig gepasseerd zijn liggen er nog mooie uitdagingen en projecten in het verschiet. Ons lichaam voelt wel anders aan, maar het is niet afzien. We gebruiken nu meer onze ervaring. Als je jong bent wil je al je energie inzetten. Met de jaren leer je doseren. Nu redeneer je: wat is de beste manier om een gevoel tot uitdrukking te brengen. Zo creëer je ook nieuwe dingen.
KC : Aki Saito en Wim Vanlessen is de perfecte combinatie van feeling, hart en techniek?
W.V.: Precies. Natuurlijk moet alles fysiek matchen. Je moet in staat zijn te doen wat de choreograaf van je verlangt. Dat is prioriteit nummer één. Maar daarnaast, door al die jaren met elkaar te dansen, voelen we elkaar perfect aan. We hebben een pact gesloten. Ik weet hoe Aki zal reageren. Ik weet waar ze zal staan en zij weet waar ik zal zijn om haar op te vangen. Als een van ons beiden nerveus is, gebruiken we dat gevoel op de ene of andere manier. Het wordt geïntegreerd in ons spel. Soms gebeuren er kleine foutjes waar het publiek niets van merkt, zelfs onze balletmeester niet. Voor ons is dat erg, want we zijn enkel tevreden met het allerbeste.
KC : Wat dansen jullie het liefst?
W.V.: Graag heel verschillende dingen: echt klassiek ballet: zoals ‘The Sleeping Beauty’, daarnaast houden we van balletten zoals ‘Onegin’, choregrafieën van William Forsyhte en Jiri Kylián én hedendaagse balletten. Een danser wil altijd uitgedaagd worden. De compagnie moet ons die uitdagingen leveren. Dat is de moeilijkheid in deze fase van onze carrière.
-Muziek vormt een mysterieuze cocon en dwingt de geest te focussen op één plek, een ritme, één moment?
W.V.: De muziek is waar we aan vasthangen, het is onze basis. Voor we de scène op gaan, zeggen we altijd: “Wij voelen elkaar.” Het is een zinnetje dat altijd als een mantra terugkomt. Als de dirigent in een passage sneller gaat, drijven we het tempo wel op en vice versa.
-‘Pas de deux’, betekent niet uitsluitend een dans met twee, maar evenzeer twee dansers met één en dezelfde bezieling,
W.V. :Ja, ik houd heel veel van mijn partner en ik heb geen probleem om achter de ballerina te staan. Kunst is ook een expressie van liefde. Ik vind het fantastisch dat Aki dingen kan doen die enorm lijken. Dat komt voor ons beiden goed uit. Zij kan schitteren en ik heb zoiets van: ik heb mijn job goed gedaan. Het is een goede wisselwerking. Als zij een sprong doet en ik kan die even langer laten duren dan een ander, dan is de missie geslaagd. Het is een werk van ons twee. Als er iemand iets fout doet is het nooit alleen zij of ik, het gebeurt gezamenlijk.
KC : Het oogt altijd zo perfect!
A.S.: Het feit dat we ons zo kunnen verliezen in een pas de deux steunt op een compleet gevoel van wederzijds vertrouwen. Als een van ons beiden te veel pusht, werkt het niet. We zitten op dezelfde energiestroom. Vaak vertrouwen danseressen niet helemaal op hun mannelijke partner. Is er een zekere aarzeling. Eerst en vooral moet je vertrouwen hebben in jezelf. Choreografen werken graag met ons omdat ze die speciale band voelen. Ze kunnen ons uitdagen en moeilijke sprongen bedenken. Wij doen niets liever. Bij het aanleren van een nieuwe choreografie wordt er veel gediscussieerd, ook al eens ruzie gemaakt, omdat we iets compleet willen laten zien. Ik dans ook wel eens met een andere partner. Dat is best leuk. Maar sommige dansers willen het zo goed doen dat ze teveel energie gebruiken en dan is het evenwicht zoek.
KC : Bij de lifts is het net of Wim een veertje optilt, maar het is toch telkens -een beetje oneerbiedig gezegd- te vergelijken met een zak cement optillen.
W.V.: Het heeft veel met ademhaling te maken. Naar elkaar kijken. Elkaar aanvoelen. Wanneer zij een sprong doet ga ik mee in de beweging die zij maakt. Dan krijg je een moment van lichtheid. Als je niet gecoördineerd danst dan mag je partner nog een lichtgewicht zijn, dan is ze nog zwaar. Coördinatie is de techniek van pas de deux en liftwerk.
KC : Een blind vertrouwen in elkaar hebben is een must!
A.S.: Dat heb ik. Ik kan met gesloten ogen dansen met Wim. Alles gebeurt bijna instinctief. Ik ben nooit bang. Choreografen vragen me om gevaarlijk uitziende sprongen te doen. Geen probleem, met Wim lukt dat altijd.
KC : Jullie zagen al heel wat artistieke leiders komen en gaan. Aan welke periode bewaren jullie de beste herinneringen?
W.V.: In de periode met Kathryn Bennets zijn wij het meest opengebloeid. Het was een uniek parcours. Met Robert Denvers hebben we een fantastische voorbereiding gehad en veel geleerd. We zijn van afgestudeerden naar principal gegroeid. We hebben hoofdrollen gedanst en kennis gemaakt met stress. Toen is Kathryn gekomen. Zij bracht het juiste repertoire dat ons als een handschoen paste. Het was fantastisch, maar dat beseften we niet op het moment zelf. Zij wist heel goed wie we waren en waarin we konden excelleren, met name een choreografie van William Forsythe ‘Impressing the Czar’. Dat was de perfecte match. We sprongen er echt uit met ‘In the Middle Somewhat Elevated’ dat uitmunt in technische virtuositeit en snelheid. Het was ons op het lijf geschreven. Er zijn een paar stukken die echt tekenend geweest zijn voor onze carrière, ook het werken met Marcia Haydée.
KC : Scheppende creativiteit vormt de waarborg voor eenheid en samenhang in onze cultuurervaring en is een belangrijke vernieuwingsbron van levenskwaliteit.
W.V.: Daar heb je als kunstenaar en als publiek nood aan. Elk gala dat we nu internationaal doen, dansen we dat stuk. Iedereen is daar op de ene of andere manier door verrast. Daarmee kunnen we ook ons mannetje staan tegenover de grootsten van de wereld. Naar een internationaal festival gaan en daar optreden is altijd fijn. We zijn er ook trots op dat we dat kunnen doen.
KC : Aki, wat maakt Wim zo uitzonderlijk?
Elk meisje in de compagnie wil met hem dansen. Hij is de ideale partner. Zijn aanvoelen is perfect. Hij heeft iets natuurlijk, een grote techniek en geeft je een comfortabel gevoel. Wim is ook een man met charisma. Wij reizen over heel de wereld en overal waar wij komen wordt hij bewonderd niet alleen voor zijn kunnen als danser maar ook om zijn innemende persoonlijkheid. Je innerlijke wordt ook geprojecteerd op de scène. Als je agressief of pretentieus bent, dat kun je niet wegsteken op de Bühne. Het publiek ziet dat. Wat de mensen in hem appreciëren is zijn eerlijkheid, warmte en onvoorwaardelijke liefde voor het vak. Dat maakt hem uniek.
KC : Wim, hoe zou u Aki typeren?
Eerst en vooral vind ik haar een fantastische danseres. Daar heb ik heel veel geluk mee gehad. Dergelijk treffen gebeurt once in a lifetime. Het is onversneden geluk. Eender welke rol kan ze aan. Ze heeft heel dat pakket van emoties in zich: ingetogen, uitbundig, verleidelijk, hartstochtelijk… Ook wat het aanvoelen of waarderen van kunst betreft zitten we op dezelfde lijn. Of we vinden het allebei briljant of maar niets. Zij vertrouwt mij ook volledig. Zo wordt ons partnership alleen maar beter. Veel danseressen vinden het heel moeilijk om controle af te geven. Dat is het meest enge om te doen. Aki heeft daar helemaal geen probleem mee. Er leeft in mij een hoge graad van respect voor haar.
KC : Hoe zien jullie de toekomst?
A.S.: Gelijk welke opdracht we krijgen: wij geven ons totaal. Ik voel mij gelukkig en ben positief gestemd. Misschien omdat ik uit Japan kom en niet wist welke wending mijn leven hier zou krijgen. Ik voel me hier thuis en ben zo gelukkig dat ik aanvaard werd in België.
W.V.: Ik zie de situatie zoals ze zich nu voordoet. Momenteel neem ik het zoals het komt. Ik probeer er het beste van te maken en dingen te doen die ik graag doe. Die gala ligt me heel nauw aan het hart. We wachten af wie de nieuwe directeur wordt. Of er nieuwe uitdagingen gaan komen voor ons. Of er internationaal nog wat inzit. Ik hoop dat er nog genoeg op ons afkomt om verder te blijven doen op hetzelfde echelon. Ik vind dat er ook nog heel veel werk is in België qua ballet. We staan heel ver achter in vergelijking met andere landen qua entourage en beleving. Voor heel veel mensen is het niet duidelijk wat het leven van een danser inhoudt. Hoe het ballet eigenlijk functioneert. Op welk niveau wij meedraaien.
KC : Het is best te vergelijken met topsport.
W.V. :Precies. Dit leven vergt heel veel opofferingen en een Spartaanse discipline. Verder, zijn ze ooit al in een operagebouw geweest? Voor ons is dat vanzelfsprekend maar voor de doorsnee Belg is dat niet zo. Ik zou willen dat dansers meer persoonlijkheden worden en meer gekend. Waardoor ze prominenter aanwezig worden zoals toptennissers en voetballers. Alles wat uniek is in België produceert eigenlijk enorm veel talent en wordt niet altijd erkend. Dat tij moet in de danswereld gekeerd worden, vind ik. Dat gaat me ter harte en zou ik willen forceren. De generaties die na mij komen kunnen daar van profiteren.
KC : Ballet Vlaanderen zit momenteel zonder directeur. Is het een stuurloos schip?
W.V.: Niets is minder waar al is het geen ideale situatie. Het repertoire van dit seizoen lag al vast, ook dat van volgend jaar. Ik moet zeggen, iedereen in de compagnie doet zijn uiterste best. Er wordt zeer gedisciplineerd gerepeteerd en gewerkt. We zijn wel benieuwd wie er als artistiek directeur uit de bus zal komen en welke zijn of haar positionering zal zijn. Liefst iemand uit het métier die de noden van binnenuit kent. Iemand die de dansers boven zich uit kan tillen, aanvoelt wanneer dansers aangemoedigd moeten worden, of een kans moeten krijgen of een principal een loge voor zichzelf nodig heeft om zich te kunnen concentreren. Vaak wordt iemand aangesteld die helemaal geen voeling heeft met de danswereld, maar ja, dat zal in andere geledingen van de maatschappij ook wel gebeuren. We zullen maar hopen op het beste scenario.