*** Hebt u zin om eens echt barok theater te zien op dvd? Met alles erop en eraan? Dan is deze Hippolyte et Aricie in de regie van Ivan Alexandre een must. De voorstelling is bijzonder luxueus en verzorgd, maar doet ook artificieel aan. Zo komt de weelde van Rameau’s muziek enigszins bekoeld tot zijn recht.
*** Hebt u zin om eens echt barok theater te zien op dvd? Met alles erop en eraan? Dan is deze Hippolyte et Aricie in de regie van Ivan Alexandre een must. De voorstelling is bijzonder luxueus en verzorgd, maar doet ook artificieel aan. Zo komt de weelde van Rameau’s muziek enigszins bekoeld tot zijn recht.
Hoewel een perfecte tijdgenoot van Georg Friedrich Händel, lijkt Jean-Philippe Rameau als vertegenwoordiger van de Franse barok vanzelfsprekender tot een voorstelling te inspireren die aan de achttiende-eeuwse hofcultuur van de Académie Royale de la Musique vasthoudt. Händels opera’s hebben zich ondertussen als vaste waarde in het gangbare repertoire van de operahuizen genesteld en meestal worden ze dan naar een actuele(re) situatie getransponeerd. Van de opera’s van Rameau blijven de uitvoeringen daarentegen zeldzamer en bovendien voer voor een beperkte “niche” van “specialisten”, zoals William Christie of Marc Minkowski. Een dirigent als Christie geldt daarbij, met zijn (prachtige) uitvoeringen van onder meer Les Indes Galantes of Les Boréades, als normzetter.
Trucs
Het mythologische gegeven van deze tragédie lyrique is kort samen te vatten. De incestueuze verliefdheid van Phèdre op haar zoon Hippolyte dwarsboomt de liefde tussen Hippolyte en Aricie en leidt uiteraard tot enerzijds jaloezie tussen de vrouwen, anderzijds waanzinnige woede van echtgenoot/vader Thésée. De opera voert allerlei nevengoden en –figuren op zoals Amour, Neptune, Diane enzovoort.
Het aparte van deze voorstelling is de barokke enscenering, met toepassing van machinerie in een prachtig decor in zacht-bruine tinten dat nu eens een bomenlandschap uit de coulissen laat verschijnen, dan weer wilde golven toont of woeste wolken. De belichting van Hervé Gary is magisch. Alle trucs van het barok decor worden toegepast: Diana verschijnt in een wolk met pijl en boog, Jupiter als krijgsheer op een arend. Er zijn stralenkransen, pruiken en pluimbossen, pijlenkokers en bizarre maskers. Ook de kostuums (Jean-Daniel Vuillermoz) zijn van achttiende-eeuwse makelijk, met gekke rokjes en corsages, uitgevoerd in prachtige stoffen. De zangers zijn overdreven gegrimeerd en krijgen daardoor iets gekunstelds.
Gekunsteld
Dat is trouwens de hele indruk van de opvoering: alles is wel bijzonder luxueus en verzorgd, maar doet tegelijk heel artificieel aan. Een hedendaagse transpositie mag dan niet altijd geslaagd zijn, maar dit komt echt als museumopera over en kan enkel als zodanig geapprecieerd worden. Je zit er met verwondering naar te kijken, zonder dat je betrokken of geraakt wordt. Hetzelfde geldt voor de danspassages: ze zijn prachtig gechoreografeerd (Natalie Van Parys), worden ook heel mooi gedanst, maar het blijven vrijblijvende intermezzi.
De personages komen niet tot leven, hoe goed ze in de meeste gevallen ook hun partij vertolken. Zelfs met (of ondanks) de vele close ups van de dvd-verfilming blijven ze toneelmatige figuren waar je niet mee meeleeft, hoe schrijnend hun conflicten ook zijn. Misschien is Amour – een mooie Jaël Azzaretti – in haar speelsheid nog de meest levendige figuur. Stéphane Degout is vocaal een prachtstem om nu eens het tragische verdriet, dan weer de boze verontwaardiging van Thésée uit te drukken. Zijn bariton is gaaf, warm en nobel, zijn dictie prachtig, maar zijn overdreven make up vernielt alle geloofwaardigheid. Sarah Connolly zingt een kelige Phèdre en ook zij is een poesjenel op het toneel. Anne-Catherine Gillet is een vocaal charmante Aricie, haar geliefde Topi Lehtipuu kan met zijn neutrale stem niet bekoren.
Tekort aan bekoring geldt zeker ook voor Emmanuelle Haïm. Ze bevestigt de indruk die ze eerder al op me maakte. Met geforceerde gebaren probeert ze leven in de partituur te brengen. Tevergeefs. Het orkest speelt fel en snel, maar hoekig en strak en mist bijvoorbeeld de spontaneïteit waarmee Minkowski dit soort muziek als vanzelf laat sprankelen. Een statische voorstelling die je met nieuwsgierigheid bekijkt, maar ondanks de uitzonderlijke weelde onvoldoende boeit.