Praktisch tegelijkertijd programmeerden twee Franse operahuizen, beide met een Vlaming als “directeur général” , “Prihody Lisky Bystrousky” (Het sluwe vosje) van Janacek. In Lyon gaf Serge Dorny twee jonge Belgische zangeressen de kans te schitteren als vos en vosje (zie recensie 02.02.13). In Straatsburg zette Marc Clémeur de Janacek-cyclus met Robert Carsen voort die hij in de Vlaamse Opera begonnen was.
Praktisch tegelijkertijd programmeerden twee Franse operahuizen, beide met een Vlaming als “directeur général” , “Prihody Lisky Bystrousky” (Het sluwe vosje) van Janacek. In Lyon gaf Serge Dorny twee jonge Belgische zangeressen de kans te schitteren als vos en vosje (zie recensie 02.02.13). In Straatsburg zette Marc Clémeur de Janacek-cyclus met Robert Carsen voort die hij in de Vlaamse Opera begonnen was.
Sedert het seizoen 2009-2010 bepaalt Marc Clémeur het artistiek profiel van de Opéra National du Rhin, een instelling die, zoals de Vlaamse Opera, opvoeringen in meer dan één stad brengt (Strasbourg, Mulhouse en Colmar). De samenwerking van de Vlaamse Opera met de Canadese regisseur Robert Carsen begon in 1990 met “Manon Lescaut” de start van de zo succesrijke Puccini-cyclus gedirigeerd door Silvio Varviso. Andere ensceneringen volgden o.m. van Händels “Semele” en Massenets “Cendrillon” en de wereldcreatie van “Richard III” (Battistelli). In 1999 startte Robert Carsen een Janacek-cyclus waarin achtereenvolgens “Jenufa”, “Het sluwe vosje” en “Kat’a Kabanova” aan bod kwamen. Deze Janacek-cyclus wilde Clémeur in Straatsburg overnemen en verder afwerken. Zo bood hij reeds opvoeringen van de bestaande ensceneringen van “Jenufa” en “Kat’a Kabanova” waaraan Carsen in 2011 een nieuwe realisatie van “De zaak Makropoulos” toevoegde.
Nu kwam dus “Het sluwe vosje” aan de beurt, een herwerking van de productie die in mei 2001 in de Vlaamse Opera in première ging. Twee grote verschillen: de scenografie en het reduceren van de dierenwereld tot de zoogdieren en de vogels. Er is dus geen kikker, sprinkhaan of mug maar hun korte replieken worden zonder problemen onder de andere dieren, voornamelijk een uitgebreide vossenfamilie, verdeeld en de handeling wordt er beslist niet door gehinderd. Was in Vlaanderen het decor van Patrick Kinmoth dat voornamelijk uit opeengestapelde kledingstukken bestond, weinig suggestief of sfeervol, dan kijk je nu gefascineerd naar dat heerlijke, glooiende landschap in roestbruine herfstkleuren ontworpen door Gideon Davey en door Robert Carsen en Peter Van Praet zo wondermooi belicht. Met enkele zetstukken, bijna onmerkbaar aangebracht, wordt het huis van de Jachtopziener en de herberg in dit landschap ingeplant om dan weer te verdwijnen en op poëtische manier het wisselen van de seizoenen te evoceren met een sneeuwtapijt en groene velden.
Geen dierenmaskers voor de roodharige vossen maar pakjes in oranje, bruin en zwart met jasjes met capuchons. Ook de andere dieren krijgen een aangepaste, eerder “menselijke” typering en de kippen in hun wollige hansopjes zijn werkelijk kostelijk. De handeling is bijzonder levendig, levensecht wat de mensen betreft, vol vitaliteit en humor voor de dierenwereld. De manier waarop Carsen het vosje Bystrousky typeert : guitig, ondeugend, brutaal, uitdagend, zelfverzekerd maar ook met een zekere tederheid tegenover man en kind én de manier waarop Rosemary Joshua (die er reeds in 2001 bij was) met fijn snoetje en leuk paardenstaartje, haar uiterst beweeglijk en onvermoeibaar op de planken zet, is grandioos. Haar slanke sopraanstem heeft misschien wat aan kracht en volume ingeboet maar ze geeft het vosje ook vocaal nog altijd een bijzonder expressieve vertolking. Hannah Esther Minutillo is een elegante vos, langharig en met baardje en een heldere mezzo-sopraan. Scott Hendricks, onlangs nog als vader Germont in “La traviata” in de Munt te horen, zette een krachtige, natuurverbonden Jachtopziener neer met stevige bariton. Martin Barta was een levensechte stroper Harasta, Gijs Van der Linden een fraai klinkende Onderwijzer , Eric Martinez-Castignani een degelijke Pastoor en Das en Corinne Romijn prima als de Vrouw van de Jachtopziener en de Uil.
De hele bezetting verdient niets dan lof, de koren en het kinderkoor van de Opéra du Rhin incluis. Voor de gelegenheid zat niet het Orchestre Philharmonique de Strasbourg in de orkestbak maar het Orchestre Symphonique de Mulhouse, het tweede orkest waarover de Opéra du Rhin kan beschikken en waarvan de Belg Patrick Davin onlangs muziekdirecteur benoemd is. De Oostenrijker Friedemann Layer, die ook reeds in de Vlaamse Opera, de Janacek-ensceneringen van Carsen dirigeerde, weet beslist wat de muziek vraagt maak kon dit niet altijd met dit orkest waar maken. De klank bleef dikwijls erg compact, subtiliteiten waren soms ver te zoeken en technisch stelde de partituur blijkbaar af en toe te hoge eisen. Maar uiteindelijk zegevierde toch Janacek.