Moedig? Ik kan er niet op antwoorden of het moedig was om de dag na de afgrijselijke bomaanslagen in Brussel, in de cultuurtempel van die stad, BOZAR, de geplande uitvoering van de Mattheüs-Passion van Johann Sebastian Bach niet af te gelasten.
Sir John Eliot Gardiner stond er op dat het slotconcert van het Klarafestival zou doorgaan zoals gepland en hij wist iedereen te overtuigen. Sterk!
Het is tegen het principe van de recensent om van op afstand een recensie te schrijven. Daarmee bedoel ik dat je ter plaatse moet zijn en niet naar een rechtstreekse uitzending op de radio of TV kan luisteren en kijken om een juiste recensie te schrijven. De weergave en de sfeer is immers niet dezelfde. Uitzonderingen dringen zich soms op, zoals in dit geval. Ver weg van huis vernam ik, zoals de rest van de wereld, wat er zich had voorgedaan. De eerste e-mails met afgelastingen van concerten en andere activiteiten volgden snel.
Eén e-mail trok mijn bijzondere aandacht: John Eliot Gardiner stond er op het slotconcert van het Klarafestival zeker niet te laten annuleren. Hij kreeg de directie van BOZAR achter zich, de veiligheidsdiensten van het land én het publiek. Meer nog, er werd gezorgd voor livestreaming. Mijn besluit stond vast: ik zou dit volgen, 1.700 km van Brussel, én ik zou er over schrijven. Samen met mij volgden een 450 mensen de livestreaming (het aantal werd aangegeven). Dat is niet zoveel, maar het was een beslissing van de dag zelf en dus was het amper nog mogelijk een groot aantal mensen te lokken om via de livestreaming het concert te volgen.
Het nadeel van via een kanaal als YouTube te kijken en te luisteren, is dat de klankkwaliteit ondermaats is. Bovendien was de verbinding slecht. Soms viel de klank weg, er was geruis, het volume ging op en neer. In normale omstandigheden zou ik vol ergernis wat anders gaan doen zijn. Ergernis had ik nu niet. Waarom? Dat waarom ligt allicht in het onderbewuste van het er willen bij zijn, deel uitmaken van datgene waar zovele mensen zich al dan niet rechtstreeks bij betrokken voelen. Het is geen emogedoe, geen krokodillentranendal of mediaspektakel dat me ‘dwong’. Het was het letterlijk meegezogen worden in de sfeer van solidariteit die als het ware door Goddelijk Hand gezegend werd met deze Mattheüs-Passion. Alleen al de tekst en ja, het ‘Wir setzen uns in Tränen nieder‘ gaf me op mijn stoel genageld gezeten voor mijn laptop met die slechte ingebouwde boxen, kippenvel en dit nog anders dan het kippenvel dat dit de adem afsnijdend deel uit Bachs meesterwerk altijd wel bezorgt.
Neemt u mij dus niet kwalijk, beste lezers, dat ik géén muzikaal oordeel verg over hoe ik het hoorde. Dat is niet verantwoord. Toch wil ik u niet onthouden hoe de sfeer overkwam, mij overmande. Het kan niet anders dan dat vele toeschouwers hebben moeten slikken, tranen wegveegden. Deze ode aan de slachtoffers, doden en al dan niet gruwelijk levenslang verminkten, licht gewonden, hulpverleners – wie het ook waren van topprofessioneel tot voorbijganger, verwanten en al wie ik vergeet… Het kon muzikaal niet nobeler uitgedrukt worden dan met een van de grootste meesterwerken uit de muziekgeschiedenis. Mag ik in naam van al die mensen een onbegrensde dankbaarheid uitdrukken aan John Eliot Gardiner, het Monteverdi Choir, de English Baroque Soloist, het Nationaal Jeugdkoor (Nederland), de solisten, de organisatoren en al wie er voor zorgde dat deze avond – geen feestavond – een avond werd van intense verbondenheid?