Wagner, Rachmaninov en Beethoven ; drie goede voorbeelden van (min of meer) gecontroleerde chaos, echt iets voor Andrey Boreyko, de geknipte man voor dit werk. Hij is de chaos machtig, hij inspireert het orkest. Bij momenten reikt hij het letterlijk de hand waarop het muzikaal antwoord volgt.
Men leidt het concert in met Wagners ouverture van De Vliegende Hollander. De hoorns zetten wat gauw in en Andrey Boreyko is enthousiast, maar beheerst. Bepaalde stukken lijken mij eerst wat snel geïnterpreteerd, maar ik concludeer dat het passend is. Andrey’s bewegingen zijn zò exact, ook wel bescheiden, maar hij houdt sterk de maat en het orkest volgt braaf mee. Telkens de beginmelodie met de hoorns terugkeert, geeft het orkest er een nieuwe definitie aan. De strijkers spelen prachtig samen wat die typische, overweldigende Beethoven-Wagner klankkleur geeft en de pizzicato’s zijn opvallend goed samen. Dit draagt allemaal bij aan een zeer opvallend stuk dat allerlei smaken bevat; er zit nieuwigheid in, er zit een duidelijk beeld in (je voelt haast de golven op de zee) en bovenal muziek die volledig tot uiting komt.
De chaos van Rachmaninov (in dit geval piano concerto 2) is toch wel wat ongebondener en langer uitgestrekt, maar het heeft zeker allerlei boeiende intriges. Het is een beetje een draak, maar dit is niet negatief bedoeld hier, integendeel. Een draak is namelijk een legendarisch wezen zoals dit concerto eveneens legendarisch is. Het is wel een wat onevenwichtig werk, je hoort de piano soms niet meer door het orkest. De pianist, Nikolai Lugansky, zit zelfzeker achter de Steinway en zet rustig de eerste noten subtiel in… Dit werk is vrij bekend dankzij zijn discrete intro die Lugansky mooi weergeeft. Het heeft iets van ‘de stilte voor de storm’. Doorheen het stuk speelt Lugansky met heel wat gezonde Rachmaninov-ruwheid. Hij gaat vliegensvlug over het klavier, maar hij duwt me dunkt niet te hard op de toetsen. Het stuk biedt allerlei contrasten en Rachmaninov wist allerlei clichés handig te vermijden gedurende dit hele werk. Andrey Boreyko en Nikolai Lugansky zijn best straffe mannen want ze weten zelfs de meestal overdreven hoesters van Bozar blijkbaar te interesseren of in elk geval te doen zwijgen van verbazing. Ze zijn zeker goed genoeg om het publiek geconcentreerd en geboeid te houden; de mensen zijn (terecht) zeer enthousiast want ze handklappen zelfs tussen de delen door! Aan het einde van het eerste deel van het concert is er al extra veel applaus en Andrey Boreyko geeft bescheiden de eer aan zijn orkest en aan de pianist.
Heroïsche Eroica
De Eroica symfonie is een spannend werk dat door Beethoven initieel opgedragen werd aan Napoleon, maar later had hij hier spijt van omdat Napoleon zichzelf tot keizer uitriep. Er wordt weleens gezegd; ‘wie zich verheft zal vernederd worden’ en zo geschiedde ook. Het is uiteindelijk met Napoleon niet zo goed afgelopen, maar Beethoven blijft leven dankzij zijn muziek en goede uitvoerders die door een bekwame dirigent als Andrey Boreyko in goede banen worden geleid. Dit keer laat de dirigent zelf ook wat meer van zijn heroiek zien en hij beweegt al veel meer dan bij de vorige twee werken. Heldhaftig jaagt hij zich erdoor en het zweet vliegt van zijn lijf van het harde werk. Het publiek is ook weer enthousiast en applaudisseert iedere keer, teveel van het goede en onze dirigent vraagt toch even om stilte en aandacht. Hoewel er te merken valt dat het om een eerder jeugdig werk gaat, voel je al heel wat evoluties aankomen (verdere symfonieën van Beethoven, Wagner,…). Beethoven laat alle instrumenten goed tot hun recht komen, de compositie is mooi evenwichtig en de klank is sterk. Het eerste deel klinkt werkelijk heroisch met een melodie die nog steeds blijft nazinderen, het tweede deel is al veel serieuzer(achteraf ontdekte ik dat het om een ‘Marcia funebre’ ging..). In het derde deel is er een opvallende aanroep van de hoorns als het ware om ten strijde te trekken en de andere instrumenten antwoorden telkens ‘pom pom pom’.
De blazers mogen zeker trots zijn over dit concert.(A.B. liet ze nog eens extra rechtstaan bij het applaus.) Het jeugdige waar ik het reeds over had, vinden we vooral in het vierde deel; er zit namelijk wel wat humor in, later merk ik ook een fugatisch deel op. Het lijkt enkele keren of het al gedaan is, maar het mag nog even voortduren, geweldig gewoon! Het eindigt wat uitgestrekt, maar dat mag en het is ook niet overdreven.
Voldaan en uitgeput zien we Andrey Boreyko ons trots groeten, maar hij legt ook zeer de nadruk op het orkest. Iedereen proficiat! De dirigent, het orkest, de pianist en het publiek doen allemaal hun best, het publiek iets teveel. Het was een avond die het bijwonen waard was. Let op de uitzendingen van Klara, je kan er dit concert later (her)beluisteren.
- WIE: Nationaal Orkest van België (NOB) – Andrey Boreyko (dirigent) – Nikolai Lugansky I (piano)
- WAAR & WANNEER: Bozar / PSK I Wagner, Rachmaninov en Beethoven, 20 juni 2013
- Foto : Andrey Boreyko – © Suzanne Diesler