***** Op de schitterende, nieuwe cd van Les Arts Florissants o.l.v. William Christie staan drie grote koorwerken van Händel geassocieerd met Queen Caroline. Overweldigend mooi.
***** Op de schitterende, nieuwe cd van Les Arts Florissants o.l.v. William Christie staan drie grote koorwerken van Händel geassocieerd met Queen Caroline. Overweldigend mooi.
Het vocaal en instrumentaal ensemble “Les Arts Florissants” is zoals u wellicht weet, een van de meest gerenommeerde en gerespecteerde ensembles voor barokmuziek ter wereld. Toegewijd aan de uitvoering van barokmuziek op historische instrumenten, werd het ensemble in 1979 opgericht door de Frans-Amerikaanse klavecinist en dirigent William Christie (°1944) die het nu, weliswaar samen met de tenor Paul Agnew, tot op de dag van vandaag leidt. Het ontleent zijn naam aan de allegorische “idylle en musique” (een korte kameropera) van Marc-Antoine Charpentier, gecomponeerd in 1685 voor het ensemble van Marie de Lorraine, Duchesse de Guise. Les Arts Florissants speelde een voortrekkersrol in de opleving van interesse in Franse muziek met een tot dan toe verwaarloosd repertoire (in het bijzonder uit de collectie van de Bibliothèque Nationale de France). Dank zij Les Arts Florissants wordt die prachtige muziek nu op grote schaal uitgevoerd en bewonderd.
Invloedrijke mecenas
Caroline von Ansbach, eigenlijk Wilhelmina Charlotte Caroline von Brandenburg-Ansbach (1683- 1737), gemalin van koning George II, was de opmerkelijk mooie beschermvrouw van kunsten, muziek en wetenschappen. Voor ze de echtgenote werd van de toekomstige Engelse koning George II, had Caroline van Ansbach Händel in Hannover gekend. Daar had hij Italiaanse duetten voor haar gecomponeerd die zij zong. Toen Caroline in 1727 de Engelse koningin werd, behield ze haar steun aan haar getalenteerde landgenoot uit Halle. Händel droeg zijn opera “Giulio Cesare” aan haar op en haar aankomst in Engeland werd gevierd met de uitvoering van zijn “Te Deum” dat hij in 1714 had gecomponeerd voor George I. Caroline was en bleef één van de belangrijkste promotors van Händel. Reeds in Hannover had de toen reeds actief in kunst en cultuur geïnteresseerde, jonge vrouw de toen nog weinig bekende, twee jaar jongere componist tot kapelmeester benoemd. Meer dan 30 jaar bleef Caroline zijn invloedrijke mecenas. Zijn “Water Music” is aan haar opgedragen en toen Caroline werd begraven in Westminster Abbey, componeerde Händel voor die gelegenheid in opdracht van George II het “Funeral Anthem”, het Requiem van de Anglicaanse liturgie, maar met gebruik van Lutherse koralen. Caroline was immers Luthers.
Ter gelegenheid van de kroning componeerde Händel vier anthems. De teksten werden door Händel persoonlijk gekozen uit een oudere kroning, nl. die van James II in 1685. Koning George I had net voor zijn dood in 1727 de naturalisatie van Händel ondertekend. Händels eerste opdracht als pas genaturaliseerde Brit was de muziek te componeren voor de kroning van de opvolgers, George II van Engeland en koningin Caroline, op 11 oktober van hetzelfde jaar. Op verzen uit psalm 21 opent het magistraal kronings anthem “The King shall rejoice” met de verklanking van de vreugde van de koning in Gods kracht. Dit is muziek vol feestelijke pracht met fanfares en de volle kracht van het koor (let op de kwaliteit van de tenoren van Christie) en het orkest. Stralende koren met buitengewone, harmonische verrassingen als uitbarsting van triomfalisme vertellen van de kroning van de koning met een kroon van zuiver goud, die uitmondt in een fuga. Uitbundige trompetten en pauken versterken de finale dubbelfuga, eindigend met het “Alleluia”, precies op het moment dat de koning wordt gekroond. Schitterend!
Muzikale biografie
“The ways of Zion do mourn, Funeral Anthem” voor koningin Caroline, HWV 264, werd voor het eerst uitgevoerd op de begrafenis van de koningin in Westminster Abbey op 17 december 1737. Händel componeerde als het ware een muzikale biografie van de koningin door bij momenten, aan de hand van een arrangement van een fugathema van Krieger en het citeren van een aria uit een opera van haar zangleraar Pistocchi, te verwijzen naar perioden uit haar leven. Hij herwerkte het anthem in 1739 en gebruikte het dan voor de opening van zijn oratorium “Israel in Egypte”. Het thema van het eerste koor koos Mozart overigens als basis voor het thema van het “Requiem aeternam” in zijn Requiem. Koningin Caroline was al meer dan dertig jaar met Händel bevriend toen ze in 1737 stierf. Ze had een levendige interesse in artistieke en intellectuele zaken en werd alom betreurd bij haar dood. Händel kreeg de opdracht voor de muziek voor haar begrafenis en componeerde het magistraal anthem binnen een week, op door de onderdeken van Westminster Abbey, Edward Willes, voornamelijk uit de bijbelse klaagliederen en Job gekozen teksten. Händel gaf het beste van zichzelf. Het was dan ook zijn vorige broodheer, James Brydges, hertog van Chandos, die de woorden uitsprak “exceedingly fine music, adapted very properly to the melancholy occasion.”
Uitgebalanceerd
De woorden van de hertog zijn door Christie opvallend goed verklankt. De cd biedt ons een uitvoering met een precisie en een uitgebalanceerde klankschoonheid zoals we dat van Christie gewoon zijn. In het Te Deum zouden de melismen van tenor Sean Clayton echter wat minder gespannen kunnen klinken, de mooie, droge maar warme stem van bas bariton Lisandro Abadie bezit dan wel weer de nodige kracht en overtuiging om gestalte te geven aan “the King of Glory”. Contratenor Tim Mead geeft in “When thou tookest upon thee” en in de Accompagnato “Vouchsafe, O Lord” met zijn prachtige stem, de nodige ontroerende en ingetogen waardigheid aan zijn partij en het “dag na dag verheerlijken” (“Day by day we magnify thee”) klinkt als een uitbundig, hemels feest. In de finale “O Lord, in thee I have trusted”, straalt het oogverblindend licht van de goddelijke genade. Magnifiek. Christie laat duidelijk horen dat in Händels anthems en Te Deum, de verschillende verzen eigenlijk als vijf stemmige a capella anthems getoonzet zijn met colla parte partijen, in dialoog met solistische instrumentale partijen, met fugatische of krachtige unisono inzetten, al dan niet met dissonante accenten naar gelang de tekst, en trompe-l'oeil echo. Het koor bevat naast tenoren en bassen, nu eens twee sopraanpartijen, dan weer twee altpartijen. In het funeral anthem klinkt de instrumentale Symphony uitermate treurig maar hoofs, klinken de beurtelingse inzetten van het openingskoor met hun langzaam tempo (Larghetto e staccato) in diepe, bittere rouw , klinkt “Their bodies are burried in peace” (eigenl. een motet van Jacob-Handl-Gallus) indrukwekkend ingetogen en klinkt het lieflijk “When the ear heard her and when the eye saw her” als een lieflijk engelenkoor. Bijzonder, bijzonder mooi.
Een meer dan geslaagde interpretatie
William Christie is de musicus die ons er als het ware van overtuigt dat Rameau en Händel bijna voldoende zijn om zin en betekenis te geven aan ons leven. Deze cd bevestigt dat nog eens. En hoewel deze opname het serieus moet afleggen tegen de magistrale uitvoeringen/opnamen van het “Te Deum” door King’s Consort o.l.v. Robert King met de contratenor James Bowman, de bas Michael George en de tenor John Mark Ainsley (hyperion) en deze van “The Ways of Zion” door John Eliot Gardiner (Erato), is deze cd door de combinatie van de transparant, Franse klank van het instrumentaal ensemble met de Lutherse koraalstijl en de anthem stijl van de Anglicaanse motetten met de bijwijlen Italiaanse lyriek, een meer dan geslaagde interpretatie. Wellicht is de kwaliteit als ik eventjes mag, mede te danken aan de aanwezigheid van musici van bij ons, Myriam en Sophie Gevers (hebben Belgische ouders), Simon Heyerick (jawel, broer van Florian) en de tenor Thibaut Lenaerts. Een ander bijzonder aspect van de cd is ook dat vijf jongeren mogen meespelen in het kader van Arts Flo Juniors, een pedagogisch initiatief dat jonge musici praktijk wil bijbrengen.
De cd is magnifiek uitgegeven met een in kleur geïllustreerd bijhorend boekje (met interessante achtergrondinformatie van John H. Roberts) en, afzonderlijk, een heuse Françoise Sagan-achtige novelle “At the concert” van de Amerikaanse schrijver Douglas Kennedy (°1955). Een opvallend mooie foto van de hand van de Australische fotografe Tamara Dean, lid van de groep Oculi in Sidney, siert de kaft. Warm, warm aanbevolen.