Gouden Label Of Liszt bij het componeren voor piano nu vocaal of orkestraal dacht, improvisatorisch of compositorisch, oorspronkelijk of als transcriptie, het resultaat was altijd uitgesproken pianistisch. Om daar een idee van te krijgen kan u de twee nieuwe Liszt-cd’s beluisteren van Pascal Amoyel. Pianomuziek en pianospel van het hoogste niveau.
Gouden Label
Tombez, larmes silencieuses,
Sur une terre sans pitié;
Non plus entre des mains pieuses,
Ni sur le sein de l'amitié !
Tombez comme une aride pluie
Qui rejaillit sur le rocher,
Que nul rayon du ciel n'essuie,
Que nul souffle ne vient sécher.
(Beginverzen van “Une Larme, ou Consolation” van Lamartine)
Of Liszt bij het componeren voor piano nu vocaal of orkestraal dacht, improvisatorisch of compositorisch, oorspronkelijk of als transcriptie, het resultaat was altijd uitgesproken pianistisch. Om daar een idee van te krijgen kan u de twee nieuwe Liszt-cd’s beluisteren van Pascal Amoyel. Pianomuziek en pianospel van het hoogste niveau.
“Un miracle que l'on n'osait plus espérer : tout simplement une version idéale, qu'on écoute bouche bée, en état d'apesanteur (met open mond, zwevend), ravi au sens le plus fort du terme, par tant de beauté…". Met deze woorden werd Pascal Amoyels interpretatie/opname van Chopins Nocturnes (Harmonia Mundi) in 2010 in de tijdschriften Classica en Le Monde la Musique omschreven. Als ik even mag neem ik ze graag over om bij u zijn nieuwe Liszt-cd’s in te leiden want die woorden zijn opnieuw van toepassing. Amoyel, houder van de Victoire de la Musique (2005) in de categorie « Révélation soliste » verdient nl. alweer alle lof. In negen jaar tijd heeft hij overigens twaalf heel belangrijke prijzen gewonnen. Zoiets spreekt boekdelen.
Komt ervan als je op 10-jarige leeftijd begint aan de l'École Normale de Musique in Parijs, meteen opgemerkt wordt door de wereldberoemde Roma-pianist György Cziffra! (1921-1994), (over Liszt gesproken…), en verder gaat studeren bij Jacques Rouvier (°1947) uit Marseille die zelf studeerde bij Perlemuter (Rouvier was ook de leraar van o.a. Hélène Grimaud), en bij de parisien Pascal Devoyon (°1953), die ook de leraar was van Anne Queffélec en France Clidat. Als je je vervolgens gaat vervolmaken bij Lazar Berman, Aldo Ciccolini, Pierre Sancan, Daniel Blumenthal, Jean-Paul Sevilla en Charles Rozen, dan wil dat wat zeggen. Pascal is een Rozéen, d.w.z. dat hij geboren werd (in 1971) in het kleine maar mooie dorp Rozay-en-Brie in het departement Seine-et-Marne, op een 50 km van Parijs. Het mooi Clicquot-orgel in het plaatselijk kerkje zal hij wel kennen. Hij is nu 42 en behoort tot de top van de Franse pianisten. Op zijn nieuwe Liszt-cd’s beluistert u o.a. de Harmonies poétiques et religieuses. Dit is muziek bij tien van de 47 levensbeschouwelijke gedichten, “Impressions de la nature et de la vie sur l’âme humaine”, (de dichter zelf noemde ze moderne psalmen), van Alphonse de Lamartine (179-1869). Die schreef ze in 1830 n.a.v. de dood van zijn moeder en verdeelde de gedichten over vier boeken plus 16 “Pièces ajoutées”. En passant, wist u dat Lamartine ooit nog volksvertegenwoordiger is geweest van het kiesdistrict Sint-Winoksbergen en dat hij Prins Leopold Georg Christian Friedrich, van Saksen-Coburg und Gotha, jawel onze eerste Koning, zeer goed kende? Enfin. Liszt componeerde deze tien pianowerken tussen 1834 en 1852 en droeg de partituur op aan zijn minnares Caroline zu Sayn-Wittgenstein (1819-1887), hartsvriendin van Maria Paulowna, grootvorstin van Rusland en gemalin van Karl Friedrich von Sachsen-Weimar-Eisenach. Liszt heeft ze trouwens gedeeltelijk gecomponeerd maar volledig gegroepeerd in Woronińce (nu Voronivtsi) in Podolië in de Karpatan. In Liszt’ tijd was Podolië het Oostenrijks Kroonland of Koninkrijk Galicië en Lodomerië (Königreich Galizien und Lodomerien mit dem Großherzogtum Krakau und den Herzogtümern Auschwitz !!! (…) und Zator. Vandaag behoort het tot Oekraïne en Noordoost-Moldavië (Roemenië)). Liszt verbleef daar bij Carolyne. Ze was een rare, fanatiek obsessioneel mystiek-gelovig, maar goed voor Liszt en voor ons, luister maar. Vier van de tien stukken zijn pianotranscripties van koorwerken, oorspronkelijk begeleid door orgel, harp of harmonium, gecomponeerd midden jaren ’40 (Ave Maria, Pater noster, Hymne de l’enfant à son réveil en Miserere). Voor vier van de tien behield Liszt de titels van de gedichten die hem inspireerden, Invocation (nr.1), Bénédiction de Dieu dans la solitude (nr. 3), Pensée des morts (nr.4) en Hymne de l’enfant à son réveil (nr.6). Voor de zes andere bedachten Liszt en Carolyne zelf de titels (Ave Maria, Pater Noster, Funérailles, Miserere (naar Palestrina), Andante lagrimoso (naar het gedicht “Une Larme, ou Consolation” uit het eerste boek) en Cantique d’amour. Pascal Amoyel slaagt erin wonderwel in om de bijwijlen Wagneriaanse harmonie, de sfeer van het Gregoriaans, kleuren à la Fauré en de vertelkracht van een symfonisch gedicht, als het ware gespeeld door een imaginair orkest, uit de piano te toveren. Litanie, Cantilene en Cantabile à la Chopin (Andante Lagrimosa), Recitatief, Improvisatie, Declamatie en Psalmodie, wisselen in de loop van de cyclus af met het morbide, bangelijk afwachten van de dood (Pensée des morts), een lofuiting/liefdesverklaring aan God (Hymne), of een dodenmars die een heroïsche mars wordt in Funérailles. Sotto voce (ingehouden) wisselt af met lamentoso-, animato- en stringendo (intenser, spannender), en het aangekondigd beeld van de brevierende abbé die later vereenzaamd door de steegjes van Rome zou dwalen, wisselt af met het temperament van de gedreven zigeuner dat poco a poco piu moto, toeneemt, naarmate patriottische gevoelens meer en meer overgaan van cymbalon-imitatie naar verheven, orkestraal pianospel. In Invocation word je als pianist verondersteld de “orages”, “tonnerre” en “fracas des flots” waarvan sprake in het gedicht, weer te geven. Het tweede stuk Ave Maria, moet dan weer klinken als een onschuldig schietgebedje en in het derde, “Bénédiction”, moet uw rechterhand klinken als de arpèges van de harpen in het orkest. In de volgende stukken (nrs 4 en 5) moet uw pianospel klinken als een troostende, liturgische elegie en moeten uw sombere, quasi geprevelde zinnen, desondanks, het effect hebben van een uitbundige zondagsdienst. En de hymne van het kind (nr.6) moet uiteraard zoet en engelachtig klinken.
« Ô père qu'adore mon père!
Toi qu'on ne nomme qu'à genoux!
Toi, dont le nom terrible et doux
Fait courber le front de ma mère!
On dit que ce brillant soleil
N'est qu'un jouet de ta puissance;
Que sous tes pieds il se balance
Comme une lampe de vermeil.
On dit que c'est toi qui fais naître
Les petits oiseaux dans les champs,
Et qui donne aux petits enfants
Une âme aussi pour te connaître! »
Om u maar een idee te geven waartoe je als pianist in staat moet zijn om de “Harmonies” naar behoren te spelen. En daar komen nog de drie nocturnes bij die we kennen als Liebesträume (oorspronkelijk liederen), zijn tweede Ballade in sonatevorm uit 1853, en een Romance oubliée uit 1880, de herwerking van zijn Romance uit 1848. Pascal Amoyel speelt dit alles op een verbluffend, sublieme wijze. Weet trouwens dat ook zijn opnamen samen met de mooie, lieve celliste Emmanuelle Bertrand (°1971), ooit gesteund door Dutilleux (cd Le violoncelle parle, Diapason d'Or 2011) uit het mooie Firminy in het département Loire-région Rhône-Alpes (Le Corbusier heeft er o.a. zijn fameuze église Saint-Pierre gebouwd), de hoogste onderscheidingen kregen: Cannes Classical Awards (MIDEM), Diapsaon d'Or de l'année, « Choc » door Le Monde de la Musique en 10 op 10 in Classica. Als u Liszt wil beluisteren moet u niet aarzelen. Kies voor Pascal Amoyel.