Een van de bekendste vertellingen uit de eeuwenoude Arabische sprookjes van Duizend-en-één-nacht is: ‘Ali Baba en de 40 rovers’. Het Symphonieorkest Vlaanderen stelt zich tot doel om een zo breed mogelijk publiek aan te spreken.
Met de familievoorstelling ‘Ali Baba en de 40 rovers’ willen ze kinderen binnenloodsen in de wondere wereld van klassieke muziek met een thema dat tot de verbeelding spreekt. Niets wordt daarbij aan het toeval overgelaten. Sfeerschepping en verwachting creëren is belangrijk. De wandelgangen van deSingel leken net op een Oosterse bazar: muzikanten, poppenspelers, sierlijke buikdanseressen, kruiden- en theestalletjes met proeverijen. Marokkaanse, Turkse en Irakese kinderen en ouders van vreemde origine in kleurrijke en fonkelende klederdracht…
Proeven van de kleuren, geuren en klanken van een andere cultuur
Met een Oosterse markt, een symfonisch roversorkest en vele interactieve uitdagingen voor kinderen gaf Symfonieorkest Vlaanderen de kerstvakantie extra pit met deze spannende uitvoering. Achterliggende bedoeling: het jonge volkje op een aangename en speelse manier in contact brengen met de expressieve kracht van een live symfonisch orkest. De voorstelling ‘Ali Baba en de 40 rovers’ brengt het verhaal van Ali Baba, Chassim en Morgiana in hun strijd tegen de hebzuchtige rovers. Enig minpuntje aan het geheel. Het concert startte met een half uur vertraging. Kinderen zo lang laten wachten zorgt voor gemor, ergernis en een hoop drukte. Maar zand erover.
Bij het binnenkomen van de zaal zit de Iraakse fabelachtige gastmuzikant Osama Adulrasol (Chassim), gehurkt centraal op de scène en bespeelt de Qanun, een tokkelinstrument met 26 driekorige snaren. Met dit instrument zorgt hij er voor om de Oosterse touch een prominente rol te laten spelen. Na een tijdje hoort hij vreemde klanken in de coulissen. Voorzichtig gaat hij een kijkje nemen. Vlug rent hij weer naar zijn plaats en verstopt zich achter zijn vrij groot trapeziumvormig instrument.
De orkestleden, uitgedost als rovers, komen het podium op en sluipen als dieven in de nacht naar hun plaats. Dirigent Steven Verhaert, de leider van de dievenbende, maakt ook zijn opwachting en het concert begint. De Oosterse muzikant wil meespelen op zijn Qanun, wat niet in goede aarde valt bij de orkestleden. Na een tijdje maken ze hem met heel wat getrek en gesleur zijn instrument afhandig. Maar hij heeft nog ander instrumentarium: een Bendir (handtrommel), een Udu (aarden percussiepot) ook die worden hem afgepakt en uiteindelijk wordt hij zonder veel omhaal van het podium gezet. Hij wil zijn instrumenten terug en pakt uit met een plan. Hij zoekt companen in de zaal sluipt naar het podium om zijn eigendom terug te halen. Natuurlijk voelt de orkest/bendeleider dat er iets aan het gebeuren is. Hij legt het orkest verschillende keren stil en kijkt intimiderend streng en onderzoekend de zaal in. Dat zorgt voor binnenpretjes bij de kinderen uiteraard.
Tijdens de uitvoering van het werk zijn de orkestleden een en al beweging, krijgen hier en dar ook een theatrale functie en genieten de volle aandacht van het publiek door de overweldigende kracht van de orkestmuziek en het gepassioneerde samenspel. Dat het jonge publiek zo geboeid blijft is omdat de focus telkens meesterlijk verlegd wordt. Muzikanten komen in de zaal een deuntje spelen. De slavin, vertolkt door de jonge talentrijke violiste Mona Verhas, speelt telkens vanop een zijbalkon. Zij vertolkt met charme en zwier de moeilijke vioolsolo: Sheherazade. Ja, de mayonaise pakt om het wat oneerbiedig uit te drukken. De magie doet haar werk. Van bij aanvang is het jonge publiek als bij toverslag geboeid en geniet van de onderdompeling in een muzikaal bad met klassiek geschoolde musici die ook duidelijk genieten van de interactie.
De muziek van de voorstelling, gecomponeerd en gearrangeerd door Martin Valcke, is opgebouwd rond de Sheherazade van Rimsky Korsakov. Zijn muziek is aantrekkelijk voor jong en oud, is bijzonder filmisch, rijkelijk gevarieerd en kleurrijk georkestreerd. Componist/arrangeur Martin Valcke heeft de muziek van Rimsky Korsakov uiteengehaald en nieuwe collages gemaakt om het verhaal van Ali Baba extra schwung te geven: een beetje party en lounge muziek, loeiende brandweersirenes… Maja Jantar toverde het Symfonieorkest Vlaanderen om in vervaarlijk uitziende boeven. Op de scène een mix van gevestigde waarden en jong aanstormend talent.
Zonder enige notie van muzikale structuren is het voor het jeugdige publiek puur genieten. Het leert hen ook iets over de multiculturele wereld waarin wij leven: muziek als raam op de wereld waarbij ze hun fantasie de vrije loop kunnen laten. Een prikkelende mix van doordachte improvisaties, speelse composities en een flinke klod absurditeit, die zuurstof geven aan het geheel. Een voorstelling/concert als een goed werkende kernreactor met enorm veel stuwing en warmte. Een superfijne ervaring met mama en papa of opa en oma, waar ze later met plezier zullen op terugblikken.