HISTOIRE DU SOLDAT
Het nieuwe concertseizoen opent ‘en majuscules’, met drie verrassende werken voor kleinere ensembles
Je viool ruilen voor een magisch boek en de belofte van grote rijkdom: dat lijkt het overwegen waard. Behalve wanneer je zo’n deal met de duivel sluit… Het kamerensemble van de Munt waagt zich aan L’Histoire du soldat, een duister hoorspel dat Igor Stravinsky aan het eind van de Eerste Wereldoorlog schreef voor een rondreizend theater. Russische volksdeuntjes, tango en de toen pasgeboren ragtime: het is maar een greep uit de stijlen die Stravinsky naar zijn hand zette om zijn modernistische parabel vorm te geven. Acteurs Sébastien Dutrieux en Audrey Bonnet (Jeanne d’Arc au bûcher) wekken de vertelling tot leven met de visuele ondersteuning van tekenaar Reinhard Kleist, wiens live-illustraties op groot scherm geprojecteerd worden.
Ook Arnold Schönberg verlegde de artistieke grenzen van zijn tijd. In zijn Eerste Kamersymfonie keert hij de rug naar de weelderige, soms overdadige orkestklank die de laatromantiek zo lief was sinds Richard Wagner zijn muziekdrama’s op de wereld losliet. Toch kon ook de meester van Bayreuth de intimiteit van een kleiner symfonisch ensemble waarderen. In zijn Siegfried-Idyll brengt hij motieven uit de gelijknamige opera, een Duits slaapliedje en fragmenten uit een nooit voltooid strijkkwartet samen tot een teder verjaardagscadeau voor zijn kersverse vrouw Cosima. Wagner wilde de partituur graag privé houden, maar uit geldnood verkocht hij ze enkele jaren later alsnog aan zijn uitgever. Een duivels pact, of een hemels geschenk voor de geschiedenis van de kamermuziek?