Castello Consort
Dat hij had genoten van “de goede musique van den Eertshertogh”, schreef Theodoor Boreel aan zijn vriend Constantijn Huygens na een bezoek aan het Brusselse hof. Geen wonder dat de Zeeuwse patriciër onder de indruk was van de muzikale entourage van zijn gastheer, Leopold Wilhelm van Oostenrijk. Die had in 1647 zijn volledige Weense hofkapel op sleeptouw genomen om zijn troon als gezagsdrager van de Zuidelijke Nederlanden in te nemen. Daar zouden zijn Oostenrijkse, Duitse en Italiaanse musici tal van lokale componisten inspireren. Zo gingen ook Nicolaes à Kempis en Philippus van Wichel schrijven voor typisch Italiaanse, gemengde ensembles van (koper)blazers en strijkers. Bovendien begonnen ze te experimenteren met nieuwe vormen van expressie. Daarnaast werden in Antwerpen collecties bladmuziek van transalpine meesters als Dario Castello en Marco Uccellini gedrukt. Voor een playlist op maat van de melomane vorst brengt Castello Consort zijn meest keizerlijke cast in stelling.