Intens en intiem was het jubileumconcert, dat het feestjaar van DNO afsloot gisteravond. Eva-Maria Westbroek gaf een glanzende vertolking van de waanzinnige slotgezangen van Salomé. En ze was meeslepend in de wanhoop van de wraakzuchtige Didone uit Berlioz’ Les Troyens.
Voordat de muziek de boventoon kon voeren was er veel applaus: voor Pierre Audi, die onlangs werd benoemd tot directeur van het Festival International d’Art Lyriques in Aix-en-Provence. Voor de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan ook, toen hij DNO feliciteerde met de eretitel Opera Company of the Year. Een mooie kroon op het vijftigste jubileumjaar van het operagezelschap. Van der Laan benadrukte nog eens hoezeer de operavorm mensen een spiegel kan voorhouden, in allerlei maatschappelijke en politieke context. Daarna zette het Rotterdams Philharmonisch Orkest in met de blazerssolo van de ouverture uit Rienzi, één van de vroege opera’s van Richard Wagner.
Orkest
Het Rotterdams Philharmonisch Orkest betoverde vanaf de eerste minuut met uiterst transparant spel, balans en homogeniteit. Marc Albrecht, die Jaap van Zweden verving, dirigeerde al net zo lijfelijk als Westbroek acteerde. Enthousiast liet hij de muziek stromen en wisselde geïntensiveerde momenten af met minimale klanken, waarin het orkest uiterst terughoudend speelde. Fettfilm projecteerde decoratieve achtergronden, waardoor de concertante avond er toch één werd met een heuse enscenering. De beelden werkten sober en suggestief.
Les Troyens
In de altijd smaakvolle regie van Pierre Audi kwam Eva-Maria Westbroek op via een loopplank constructie, die haar tot vlakbij de eerste rijen van het publiek bracht. Hierdoor won haar toch al verpletterende performance sterk aan intimiteit. Westbroek zoog het publiek mee in de door woede en verdriet verteerde Didone. Vanuit de orkestbak zong mezzosopraan Eva Kroon mooi en overtuigend als haar tegenhanger en zuster. Ook Harry Teeuwen ’s bescheiden rol was prachtig sonoor van klank.
Salomé
Na de pauze klonk de ‘Tanz der sieben Schleier’ uit Salome, die traditiegetrouw door een ballerina wordt gedanst. Hier riepen orkest en de projectiebeelden van Fettfilm de suggestie van de zeven sluiers op, die langzaam verdwenen om ruimte te maken voor de onthechtte extase van Salomé.
Pierre Audi wist gelukkig het één en ander aan onze verbeelding over te laten: geen doodshoofd op een schaal, maar een oude jas, waarop Eva-Maria de narcistische lustgevoelens van Salome kon botvieren. Wat een acteertalent! Eva-Maria gaf de weerzinwekkendheid van haar personage met elke vezel, en met huid en haar gestalte. Het publiek hield de adem in, wat een intensiteit. De vocaal zware rol werd door Westbroek, met haar volle, dramatische stem, meeslepend vertolkt. Albrecht wist haar met zijn orkest rimpelloos langs de muzikale afgronden van deze decadente fin-de-siècle muziek te loodsen.
Na afloop genoot Eva-Maria zichtbaar en met volle teugen van haar comeback in Amsterdam en beloonde ze haar publiek met een super blije en ontspannen lach op haar gezicht. Jammer dat de avond zo snel voorbij was.