**** De namen van dirigent Valery Gergiev en protagoniste Anna Netrebko wekken bij elke operafan nieuwsgierigheid naar dit hoogtepunt uit het Russische operarepertoire. Deze opname uit de New Yorkse Metropolitan heeft bovendien nog meer pluspunten die er een fantastische voorstelling van maken.
**** De namen van dirigent Valery Gergiev en protagoniste Anna Netrebko wekken bij elke operafan nieuwsgierigheid naar dit hoogtepunt uit het Russische operarepertoire. Deze opname uit de New Yorkse Metropolitan heeft bovendien nog meer pluspunten die er een fantastische voorstelling van maken.
Regisseuse Deborah Warner kennen we ook van voorstellingen in de Munt. Ik breng even Death in Venice van Benjamin Britten (2009) in herinnering en u begrijpt dat ze een meester is in sfeerschepping. Dat is in haar enscenering van Eugen Onegin evenzeer het geval. Elke scène krijgt haar eigen specifieke sfeer die bijdraagt tot de tragiek van het verhaal.
Sublieme personenregie
Het eerste bedrijf begint in een mooie, grote en landelijke keuken, met doorzicht naar de groene tuin: we wanen ons zo in een aristocratisch Tsjechoviaans landhuis. De balscène in het tweede bedrijf lijkt op een carnavalsbal, waarbij het wel raar overkomt om van Tatjana een “Sainte Tatjana” in een processie te maken – zelfs op haar naamfeest. Op dit punt lijkt de fantasie van Warner een beetje te ontsporen. Bovendien is John Graham-Hall als Triquet niet de meest ideale vertolker. Maar het ballet is mooi en feestelijk en Warner laat de zangers sterk acteren in het spel van jaloezie, zodat de confrontatie in het slotkwintet pijnlijk vooruitwijst op het vervolg.
Het duel in de tweede scène is ijzersterk. Het is een van de momenten in de voorstelling waarin je merkt dat Warner haar sterke sfeerbeelden ook perfect met een uitgekiende personenregie tot een aangrijpend resultaat combineert. Het winters tafereel met de kale vlakte, een dreigend roze ochtendlucht en dorre bomen zet de twee rivalen aangrijpend tegenover elkaar, als op een dodenakker. Het derde bedrijf toont een luxueuze paleiszaal in Sint-Petersburg, waar zuilen letterlijk tussen Tatjana, Onegin en Gremin staan. Ook hier weer sublieme personenregie als Tatjana en Onegin uiterlijk op afstand blijven, maar vanbinnen kapot gaan van verlangen naar elkaar.
Luxueuze bezetting
Om zo’n personenregie te laten slagen, heb je natuurlijk vertolkers nodig die niet alleen goede zangers maar ook goede acteurs zijn. Anna Netrebko zingt haar rol met haar weelderige, volle sopraanstem, die ze grenzeloos en naadloos buigt en kleurt zonder de minste hapering. De stem paart zich aan haar al even natuurlijk acteren: bij momenten koel en afstandelijk, dan weer impulsief en breekbaar van spijt en verlangen. Een Tatjana uit de duizend!
Mariusz Kwiecien brengt de reputatie aan het wankelen die Thomas Hampson voor mij als Onegin heeft. Maar laten we niet vergelijken en Kwiecien zijn eigen waarde als Onegin toekennen: een afstandelijke, natuurlijk-hautaine aristocraat, die zijn innerlijke emoties niet verloochent in zijn mooie tenorale baritonstem. Zijn stem is jeugdig, kleurrijk en egaal en klinkt recht uit de borst, waar zijn – gedwongen – onderdrukt gevoel zit. Een eerste hoogtepunt is het slotduet van het eerste bedrijf, waarin hij Tatjana “pijnlijk en vernederend” (zoals zij zingt) afwijst. De evolutie van Onegin is onloochenbaar in de slotontmoeting met de gehuwde Tatjana in het derde bedrijf, waar je in plaats van trots, treurnis hoort in zijn stem.
Tenor Piotr Beczala zingt met zijn zachte, oprecht verleidelijke stem een onovertroffen “Kuda, Kuda” (“Waarheen zijn de mooie dagen van de lente verdwenen”) net voor het duel. Hij is als Lenski de gevoelige tegenpool van Onegin en past uitstekend in het sfeervol geheel van deze voorstelling. Ook de partijen van Madame Larina en Tatjana’s vertrouwelinge Filippyevna zijn luxueus bezet met Elena Zaremba en Larissa Diadkova.
Last but not least is er de schitterende prestatie van Valery Gergiev met het Metropolitan Orchestra, die deze opera tot een feest maakt. Gergiev speelt deze Tsjaikovski-partituur vanuit zijn innerlijke Russische eigenheid en brengt elk detail tot leven, of het nu bruisende feestelijkheid is, melancholische verstilling of dreigende spanning. Een hartverscheurende voorstelling die ver af staat van vals sentiment. Wie de voorstelling in de cinema zag, kan er nu ook rustig thuis van genieten.