Twee jaar lang bleef het stil in de schuur van het Kasteel van Halloy: ook het Festival Resonances viel ten prooi aan een hardnekkig virus. Maar het enthousiasme om met een internationale groep musici een week lang kamermuziek te maken, is meer dan ooit intact, zo bevestigen de artistiek directeur Amy Norrington en haar man Martijn Vink in koor. “Veel muzikanten smachten ernaar om ook dit soort festivals weer te gaan doen.”
Het is een hunkering die ze kennelijk delen met het melomane publiek. Want op iets minder dan twee maanden voor de start van het festival, op Hemelvaartsdag 26 mei, zijn er nog nooit zo veel kaartjes verkocht, vult Norrington aan. “En dan moet de publiciteitscampagne nog goed en wel op gang komen”, zo klinkt de Britse celliste op deze laatste dag van maart hoopvol. Nadat de edities 2020 én 2021 in het water vielen, belooft het dus een spetterende vierdaagse te worden. “Once upon a time…”, de met kinderlijke nostalgie doordrenkte baseline van Resonances 2022, stelt het opzet op scherp: het internationale festival wil het precoronatijdperk – toen de tiende verjaardag werd gevierd – doen herleven met sprookjesachtige kamermuziek. Daarvoor brengt Norrington net als voorheen een fijne selectie van ongeveer twintig musici uit zowel binnen- als buitenland samen in Halloy: een gehucht van Ciney, nochtans de hoofdstad van de Condroz in Namen, waar de schuur van het plaatselijke kasteel in een stemmige concertzaal wordt omgetoverd. Oudgedienden als de Schotse pianist Alasdair Beatson of haar eigen man, de Nederlandse cellist Martijn Vink, delen er het podium met jong talent van eigen bodem – de violiste Alice Van Leuven – en wereldtoppers als Alina Ibragimova. De Brits-Russische strijkster opent eind deze maand Festival Resonances samen met onder anderen Sini Simonen, de primaria van het Castalian String Quartet, en de altist Timothy Ridout, een twintiger met nu al een imposant palmares. Zoals de titel van dat concert aankondigt, wordt het ongetwijfeld “een blij weerzien met de grootmeesters”, in het bijzonder dankzij een volgens het organiserende koppel “heel interessante reductie” voor strijksextet van Mozarts onvolprezen Sinfonia concertante (KV 364)!

Naast deze ouverture staan er dit jaar nog zes andere concerten en een kinderconcert op het programma. Welk van deze concerten zouden jullie tippen als must-hear?
Martijn Vink: Als je naar één van de eerste concerten komt, krijg je automatisch zin om te blijven (lacht). In dat opzicht zou ik iedereen uitnodigen om van bij het begin aanwezig te zijn. Er staat op donderdag 26 mei sowieso een schitterend openingsconcert op het programma. Maar als ik echt moet kiezen, zou ik graag Adieu ‘Fairest Isle’ willen noemen: het tweede concert daags nadien met weinig gespeelde, maar prachtige Engelse stukken van Purcell, Adès, Bridge en Williams. Bijna alle aanwezige musici spelen in dit ‘Brexit-concert’ mee. Dat wordt vast een uniek moment.
Amy Norrington: Het Pianokwintet van de relatief onbekende Ralph Vaughan Williams (1872-1958) is echt wel een te ontdekken werk, ook voor de uitvoerders trouwens. Ik speelde het zelf pas voor het eerst zo’n drietal jaar geleden. Hetzelfde geldt voor het indrukwekkende eerste Pianokwintet van Grażyna Bacewicz (1909-1969) op zaterdag, dat ik nu zes jaar terug in Duitsland op het spoor kwam tijdens een festival met alleen maar vrouwelijke componisten. Voor ons festivalthema liet ik mij dan weer inspireren door muziek van Jörg Widmann (°1973): “Es war einmal…”, een trio voor klarinet, altviool en piano, dat ook op de derde dag geprogrammeerd staat. Het is sowieso moeilijk om tips te geven, want ook het “tijdloze” slotconcert wordt iets om naar uit te kijken. Naast een laat kwartet van Beethoven (zijn opus 131, red.) verwacht ik dan ook veel van de Fantasie voor piano vierhandig van Schubert (D940) met Alasdair Beatson en Cédric Tiberghien.
Vink: Niet alle concerten hebben iets met het festivalthema te maken, maar er staat toch behoorlijk wat fantasie op de affiche. Zo koppelt het derde concert de Phantasiestücke van Schumann (opus 88) aan Schuberts fantastische Fantasie voor viool en piano (D934). En met de muziek van onder anderen Sibelius en Szymanowski verkennen we tijdens het voorlaatste concert de wereld van de mythen en sagen.
Norrington: Het is natuurlijk leuk om rond een thema te werken, maar doorgaans nodig ik altijd eerst de muzikanten uit. Met hun namen in het achterhoofd groeien dan de ideeën voor de verschillende programma’s. De contouren van een thema ontstaan pas in een later stadium en vormen dus niet het uitgangspunt. Belangrijker is het creëren van spannende ontmoetingen en een goede klik tussen de uitvoerders. Eigenlijk is het voor deze ‘sprookjes-editie’ begonnen met het ongelooflijke stuk van Widmann, waar altvioliste Lilli Maijala enorm enthousiast over was én waar ze samen met Beatson en klarinettist Matthew Hunt al eens eerder heel hard aan had gewerkt. Zo hard, dat ze het met dezelfde mensen graag nog eens wou spelen. Resonances maakt dit binnenkort dus mogelijk!

“Never waste a good crisis”: is corona het festival op de een of andere manier toch ten goede gekomen? Of was het enkel kommer en kwel?
Vink: Aan het begin van de pandemie en vlak daarna voelde het nog wel aangenaam: even de stekker eruit na twintig jaar non-stop kamermuziek spelen. Ik was ook buitengewoon naïef; dacht dat het na een maandje alweer voorbij zou zijn. Maar tijdens het jaar veranderde dat. Dingen waar je je op had verheugd, konden toch niet doorgaan. En met de tweede én derde lockdown kreeg je er natuurlijk helemaal genoeg van. Voor het festival was de annulatie in 2020 heel jammer, net omdat we bijna op het punt stonden om erin te vliegen. Langs de andere kant viel na tien jaar de organisatiestress plots even weg. Het leek wel een soort sabbatical. Maar toen werd het een nog langere, gedwongen pauze en dus zijn we vandaag ontzettend blij om opnieuw die opwinding te voelen: het enthousiasme dat het festival eindelijk weer kan doorgaan! Dat is de grootste winst: het lijkt alsof we alles weer voor de allereerste keer doen.
Norrington: Je merkt het ook aan de positieve reacties van het publiek, wat ik echt hartverwarmend mooi vind. Het gaat wel ontroerend zijn om al die mensen in Halloy terug te zien. Want het festival trekt ook vrij veel buitenlandse bezoekers aan, terwijl je niet weet of zij opnieuw het risico zullen nemen om entree- en reistickets te kopen en een huis te boeken voor iets wat uiteindelijk misschien niet kan doorgaan.
Het eerste coronajaar was voor mij een goed moment om even op de dingen terug te kijken, om terug te keren naar de basis. Ik heb gestudeerd en nieuw repertoire ontdekt. Met het Valo Quartet is er ook een nieuwe groep uit voortgekomen. Cello spelen is en blijft ons grootste geluk. Of misschien een verslaving, zo je wil (lacht). Maar het tweede coronajaar raakte ik de situatie al snel beu. Voor de tweede keer op rij hebben we in 2021 het festival moeten afgelasten. Dat was heel triest. Ik heb toen besloten om alsnog enkele muzikanten in het salon samen te brengen, zodat er toch één concert kon plaatsvinden én opgenomen worden.
Zijn er musici die dit jaar voor de eerste keer langskomen en waar jullie speciaal naar uitkijken?
Norrington: Jazeker. De jonge altist Tim(othy) Ridout is een rijzende wereldster. Ik ken hem omdat hij tijdens een cursus in England één van de studenten was waar ik nog les aan heb gegeven (lacht). Het is de eerste keer dat hij naar Festival Resonances komt, dus dat is heel leuk. Hetzelfde geldt voor de fantastische Zweedse cellist Jakob Koranyi. (Vink fluistert de naam van Sini Simonen, red.) De Finse violiste is aanvoerder van het Castalian Quartet en zal inderdaad ook voor het eerst aanwezig zijn. Maar met haar heb ik al vaker gespeeld tijdens het International Musicians Seminar, Prussia Cove. Dat is een traditierijk festival in het even paradijselijke als afgelegen west-Cornwall, waar vertraging en verdieping centraal staan en velen van ons ooit zijn geweest. De Franse pianist Cédric Tiberghien zal er eveneens zijn, maar hem ken ik eigenlijk niet. Hij is zowat de jarenlange muzikale partner van Alina Ibragimova. Al is zij al één keer eerder op Resonances geweest, Alina is iemand uitzonderlijk. Niet te missen, vinden wij!
Vink: Het is heerlijk dat zij terug wil komen, want ze is een ongelooflijk inspirerende violiste. Met Alina het podium delen, is altijd een absoluut feest. Zij heeft zo’n natuurlijke beheersing van het instrument, dat het heel makkelijk is om met haar samen te spelen. Ze trekt iedereen mee, zonder dat ze daar grote moeite moet voor doen. Ik speel met haar Phantasy voor pianokwartet (H. 94) van Frank Bridge (1879-1941). Iets om nu al naar uit te kijken!
De programmatie van Festival Resonances gaat ook uit van het karakter van de spelers en hoe deze karakters bij elkaar en bij een specifiek stuk passen. Welk concert is daar een goed voorbeeld van?
Norrington: Een interessant voorbeeld is het Lament voor twee altviolen van Bridge (H. 101). Dat is zeldzaam repertoire omdat een recital met twee altisten bijna nooit geprogrammeerd wordt. Maar voor een festival biedt die combinatie natuurlijk aantrekkelijke mogelijkheden. En toen dacht ik aan Ridout omdat hij een heel vanzelfsprekende, zangerige toon heeft, die perfect aansluit bij dit stuk. Ik ben benieuwd naar hoe de symbiose met zijn Belgische collega Vincent Hepp zal klinken.
Vink: De mensen die Amy heeft uitgenodigd, vormen een mooie groep die allerlei mogelijkheden in zich draagt. Deze musici spelen niet samen in een vast ensemble, en dus is het aantal combinaties dat elkaar kan inspireren bijna te veel om op te noemen. Elk van de concerten is als een bijzondere ontmoeting bedoeld. Net daardoor zitten alle deelnemers steeds op het puntje van hun stoel om het beste uit zichzelf en hun medespelers te halen.
Norrington: Het is altijd spannend als muzikanten elkaar voor de eerste keer ontmoeten. Dat wordt dit jaar bijvoorbeeld het geval tussen pianist Julien Libeer en zowel Sini Simonen (in Szymanowski’s Mythen, opus 30, red.) als Alina Ibragimova (in het reeds genoemde werk voor pianokwartet van Bridge, red.).

Alvorens het zover is, vindt in Halloy eerst nog de Resonances Chamber Music Academy plaats. Wat staat er in die week van 4 tot en met 10 april allemaal te gebeuren? Of anders gevraagd: wat hebben nieuwe generaties kamermusici nodig om een woordje mee te praten in het kapittel?
Norrington: De kamermuziekacademie is er een eerste keer gekomen in 2018 en hanteert eigenlijk een vergelijkbaar concept als het festival. De aanleiding was de groeiende vraag bij jonge studenten die met Festival Resonances in contact waren gekomen via de populaire masterclasses die we voor hooguit enkele groepen konden organiseren. De aanvragen voor de academie komen werkelijk van overal, waardoor het niveau erg hoog is. Zo is tijdens de eerste editie het Karski Quartet gevormd. In plaats van les te krijgen, is het voor deze jonge strijkers belangrijk om samen met de professoren of met mensen met meer ervaring aan een muziekstuk te werken. Op die manier leer je in een groep je eigen stem te vinden, kweek je ook zelfvertrouwen en leer je omgaan met andere meningen die je uit evenwicht brengen. Het is ook makkelijker voor mij om genereus te zijn als ik zelf meespeel. Om dus van binnenuit mee te kunnen doen, in plaats van instructies te geven van buitenaf. We schuwen trouwens het grote repertoire niet – het kwintet van Schubert of de late kwartetten van Beethoven bijvoorbeeld – omdat dat de stukken zijn die je ook op die leeftijd al wil spelen, maar die op het conservatorium vaak als ‘voer voor later’ worden bestempeld. En dat terwijl die werken – vaak een wereld op zich – ook voor ons een eeuwige zoektocht blijven en dus een les in bescheidenheid.
Vink: De deelnemers die we aantrekken, hebben vaak de juiste attitude en achtergrond, waardoor het opzet heel goed werkt. Zonder dat we er bewust op hadden ingezet, kreeg dit nieuwe initiatief van bij het begin toch veel weerklank via de sociale media. En ook dit jaar volstond één aankondiging van Amy op Facebook om uit heel Europa en zelfs uit Canada aanmeldingen te ontvangen. Dat bracht ons in een luxesituatie: we hebben met wachtlijsten moeten werken en zijn gericht gaan selecteren. Het is een prachtige groep geworden, met op het programma naast werken van Haydn en Mozart ook Beethoven, Brahms, Janáček, Ravel en Schönberg bijvoorbeeld. Elk van de vier docenten (naast Norrington en Vink zelf ook de violisten Philippe Graffin en Michael Gurevich, red.) krijgt evenveel groepen onder zijn of haar hoede. De studenten spelen mee in drie verschillende stukken. Die komen elke dag opnieuw aan bod. In grotere formaties, zoals een kwintet of sextet, krijgen ze de eerste en moeilijkste partituur. Het is dus belangrijk om echt goed voorbereid zijn. Omdat we altijd zelf mee aan de slag gaan, is de manier van lesgeven anders. De hiërarchie valt weg. Het is eigenlijk meer samen repeteren.
Norrington: Dit is ook een heel bijzonder jaar omdat een zeer goede Bulgaarse violiste uit Londen op het laatste nippertje moest afzeggen omwille van een handblessure. Toen dit meisje jammer genoeg annuleerde, heb ik bij het Brusselse conservatorium naar een vervanger gevraagd. Deze 17-jarige Oekraïense violist is iemand die net met zijn moeder en zus uit het thuisland is gevlucht. We gaan samen Beethoven spelen. Ik ben benieuwd hoe dat zal verlopen, maar het voelt sowieso goed om hem deze kans te kunnen geven. En om jonge individuen tijdens die ene week beetje bij beetje te zien openbloeien, zodat ze durven hun eigen ideeën en gevoelens uiten bij de muziek die wordt gespeeld.
Vink: Doordat je met een jongere generatie in aanraking komt die al verbazingwekkend ver staat, wordt het ook voor ons leuk en verrijkend om met hen te werken. Het zijn sponzen die alles in zich willen opnemen, maar ze geven ook bijzonder veel terug. Ze spelen met een flinke dosis energie en vaak ook andere ideeën, wat de communicatie en dynamiek eens zo boeiend maakt. Aan het eind van de week moet elke groep dan iets spelen in het salon. Dat zijn soms marathonconcerten, die voor een beperkt publiek van vrienden van het festival plaatsvinden.
Norrington: Na afloop van de academie nodig ik op het eigenlijke festival normaal gezien één of zelfs twee opvallende muzikanten uit. Zo sluit dit jaar Alice Van Leuven aan en hadden we in vorige jaren ook Diede Verpoest en de andere leden van het Karski Quartet te gast. Dat is ook voor hen een toffe beloning natuurlijk.

Ons gesprek twee jaar geleden begon met een passage uit het woordje van de artistiek directeur: “Zoals steeds zal een groep prachtige artiesten het Kasteel van Halloy bewonen om deel te nemen aan muzikale interacties, om te discussiëren en te bewonderen, om uitgedaagd te worden en ook zelf anderen uit te dagen, om te inspireren en geïnspireerd te worden.” In het muzikale leven van een individu geven festivals zuurstof en kunnen ze een bijzonder stimulerende rol spelen. Kunnen jullie voorbeelden geven van hoe Festival Resonances de voorbije tien jaar net datgene heeft gedaan wat hier beschreven wordt?
Norrington: In het eerste jaar van het festival heb ik het duo van Zoltán Kodály (1882-1967) geprogrammeerd, met de Finse violist Pekka Kuusisto en de Belgische cellist Roel Dieltiens. Het was natuurlijk een heel mooie uitvoering van het werk, maar voor mij vooral ook een heel bijzondere manier om mijn twee werelden, en twee muzikanten die ik bijzonder waardeer, samen te brengen. Pekka leerde ik kennen tijdens kamermuziekfestivals in England, terwijl ik van Roel nog les heb gehad. Uit eigen ervaring als musicus moet ik terugdenken aan het festival vorig jaar, toen ik de gelegenheid had om met violiste Antje Weithaas samen te spelen.
Vink: De quote beschrijft heel goed wat het festival doet. We nodigen immers geen groepen uit, maar wel individuen. Ik was zelf al vijftien jaar vast lid van vaste ensembles zoals Het Collectief en Oxalys. Je speelt dus heel vaak met dezelfde mensen en in dezelfde constellatie. We hadden samen al een heel parcours afgelegd, waarbij je ook bepaalde gewoontes en patronen opbouwt. Festival Resonances is voor mij een plaats waar Amy allerlei mensen uitnodigt die in een parallel universum, in een ander land, eenzelfde weg hebben bewandeld, maar waar je dan opeens mee samenspeelt.
Je voelt dat iemand net zo veel of nog meer bagage heeft als jij. Je wordt uit je comfortzone gehaald, maar toch maak je tegelijk ook direct contact en creëer je opeens die dialoog. Die ontmoetingen zijn voor mij ongelooflijk bevrijdend en verruimend geweest. Het is en blijft prachtig om een vaste groep te hebben, en dat koester ik nog steeds. Maar als musicus is het daarnaast ook heel erg inspirerend, en soms ook destabiliserend, om plots in een andere samenstelling en met andere collega’s samen te spelen. Je wordt er kwetsbaarder, maar tegelijk ook opener door voor alles wat er gebeurt.
Norrington: De omstandigheden tijdens het festival maken ook een speciaal soort energie los en bieden de ruimte om risico’s te nemen. Het is zeldzaam dat muzikanten een weekje uit de ratrace kunnen stappen waar zij doorgaans in zitten. Dat ze zich ‘in the middle of nowhere’ een week kunnen terugtrekken en het gesprek de hele dag door alleen maar over de muziek kan gaan. Het geeft op die manier ook inspiratie aan mensen na afloop van het festival. Om nog eens terug te komen op Pekka: hij besloot om na de eerste editie van Resonances een strijkkwartet op te richten, wat dan het (ondertussen alweer ter ziele gegane, red.) quartet-lab is geworden met grote muzikale persoonlijkheden als Patricia Kopatchinskaja en Pieter Wispelwey.
Over grote persoonlijkheden gesproken, welke speler of speelster heeft de voorbije jaren een bewonderenswaardige of inspirerende indruk nagelaten?
Vink: Iemand die van in het begin bijna ieder jaar op het festival aanwezig is geweest, is de Schotse pianist Alasdair Beatson. Alasdair is een heel bijzondere speler, zo buitengewoon vrij van geest: alles kan, alles is mogelijk. Er worden tijdens de repetitie bepaalde dingen afgesproken, maar toch gaat hij tijdens een concert even provoceren door iets net even anders te doen. Om te zien of je het hebt gehoord. Alles wordt besproken, maar ook meteen weer in vraag gesteld, en dus moet je altijd goed blijven luisteren en reageren. Die verrassende manier van omgaan met de muziek, maakt dat je nooit helemaal weet wat er precies gaat gebeuren. Zoiets geeft een extra dimensie en brengt je ook op een ander niveau. Het pusht je om alle zintuigen open te zetten en om beter te doen door gevat te antwoorden op wat de ander je voorschotelt. Op elke wending die je niet noodzakelijk verwacht.
Norrington: James Boyd is ook zo’n geweldige muzikant; een altviolist die helaas niet zo veel meer speelt. Hij is ook meer dan eens op Festival Resonances aanwezig geweest. Wat ik zowel aan Alasdair als aan James zo fantastisch vind, is dat het lijkt alsof ze de hele tijd aan het componeren zijn. Hun spel getuigt van zo’n oprecht begrip van de muziek: het is alsof ze er een directe link mee hebben, zonder dat je gewaar wordt dat er een instrument tussen zit. Hun spel is heel levendig en spontaan, maar bezit tegelijk ook zo veel diepte en integriteit. Ik vertrouw hen voor de volle 100%.

Hoe is het Fins Instituut Benelux en cours de route bij Festival Resonances betrokken geraakt, en hoe belangrijk is externe steun om het hele evenement financieel rond te krijgen?
Norrington: Finland is een land dat zijn cultuur echt sterk ondersteunt, en het Fins Cultureel Instituut voor de Benelux is daar een mooie exponent van. Het was via Pekka dat ik destijds in contact ben gekomen met Aleksi Malmberg, de oud-directeur van het instituut. Als er sindsdien een Finse muzikant naar het festival komt, zoals Lilli Maijala bijvoorbeeld, dan zullen zij altijd minstens de reiskosten voor hun rekening nemen. Enkele jaren geleden was Lilli ernstig ziek. Een goede week voor het festival belde ze me op met de boodschap dat we misschien best een plan B konden voorzien. Ze kende iemand die nog een hele week vrij was. Daar is het instituut dan onmiddellijk in tussengekomen om toch nog een last-minute en dus duur vliegtuigticket te boeken. Dat was zeer kort op de bal. Het instituut heeft trouwens ook eens een tentoonstelling over Sibelius gemaakt, die we in het kasteel hebben opgezet. Dit soort van relaties en steun is heel belangrijk voor ons om de rekeningen te doen kloppen en ervoor te zorgen dat de muzikanten niet alleen mooie herinneringen, maar ook financieel iets aan het festival overhouden.
Vink: De eerste edities van het festival werden gefinancierd door één enkele mecenas. Maar door privébeslommeringen is die vrouw eruit gestapt en was er plots geen geld meer. Toen heeft Amy de muzikanten daarover ingelicht: er was geen budget om hen te vergoeden. En toch zijn ze allemaal gekomen! Dat was zeer ontroerend. En ook het jaar nadien hebben we Resonances op deze manier kunnen organiseren. Op dat moment hebben de vrienden van het festival zich georganiseerd en actie ondernomen. Ze hebben een stichting opgericht die door de Koning Boudewijnstichting werd erkend. Doordat giften via die weg financieel aftrekbaar zijn, geven mensen iets makkelijker en zijn we elk jaar verzekerd van een bepaald bedrag. Dat is nog niet genoeg, maar zo zijn we toch al een heel stuk op weg geholpen. Toch blijft het tot op vandaag een feit dat de musici niet voor het geld naar Halloy afzakken: elke deelnemer krijgt dezelfde gage, en er wordt niet onderhandeld met agentschappen. En dat terwijl we van hen wel een week lang engagement vragen. Gelukkig is het zo dat als je met de juiste dingen bezig bent, je je sowieso rijk voelt. Waarbij de echte rijkdom uiteindelijk in de diepgang van de kamermuziek zelf ligt.
Norrington: We zijn er ook in geslaagd om contact te leggen met het cultureel centrum van Ciney. Van hen krijgen we al enkele jaren beperkte materiële steun, maar sinds de laatste verkiezingen is er ook een nieuwe schepen van Cultuur aangetreden. Deze dame kwam reeds naar het festival nog voor ze die functie bekleedde, wat toch het een en het ander in beweging heeft gezet. Zij organiseert nu op de eerste dag van deze editie een wandeling, die eindigt op het domein en gevolgd wordt door een drankje en het openingsconcert. We hopen op die manier nog meer aansluiting te vinden bij de mensen uit de buurt, die omwille van de locatie misschien denken dat het allemaal heel chique en dus niets voor hen is. Een andere manier om met de lokale bevolking van Ciney in contact te komen, is door dit jaar samen met de geweldige leerkracht Vinciane Hanquet opnieuw een schoolproject te doen met twee of drie klassen uit twee verschillende scholen. Die leerlingen komen op vrijdag 27 mei dan naar hun kinderconcert. Het zijn dat soort kleine dingen die echt mijn geluk kunnen maken. Het idee is ook om op die manier de laagdrempeligheid én toegankelijkheid van het festival bij de ouders in de verf te zetten. Want die kenmerken zijn heel belangrijk voor mij.
Het festivalpubliek wordt steeds groter en de tickets gaan snel de deur uit… Barst het opzet uit haar voegen, of hoe én waar zien jullie de toekomst van Resonances?
Vink: Amy en ik hebben nagedacht over waar we met het festival naartoe wilden, en de ambitie is niet noodzakelijk om het geheel groter te maken of om meer te gaan doen. De enige uitbreiding die er is geweest, was de kamermuziekacademie. Van grote zalen, Bozar en Flagey bijvoorbeeld, is al het voorstel gekomen om het evenement te hosten. Maar wat Resonances zo bijzonder maakt, is net die natuurlijke afbakening. Vanaf het moment dat je het aantal muzikanten uitbreidt of het opzet elders laat plaatsvinden, creëer je ook een heel andere sfeer en dynamiek. We hebben er dus voor gekozen om trouw te blijven aan het concept en de filosofie van het festival, door het te blijven houden zoals het nu geworden is: een reeks concerten op een prachtige plek te midden van een schitterend park, aangevuld met lekker eten en drinken. We proberen het festival ook altijd zo te plannen dat we in een lang weekend vallen, zodat de mensen er een uitje van kunnen maken. En als het weer een beetje meezit, wat natuurlijk altijd het geval is (lacht), heb je gewoon een heerlijke tijd!
WAT & WIE: Interview met de cellisten Amy Norrington en Martijn Vink naar aanleiding van Festival Resonances. Het werd uiteindelijk een gesprek in twee helften, voor én na de coronapandemie, op 2 maart 2020 en 31 maart 2022.
WAAR & WANNEER: De 11de editie van dit internationaal kamermuziekfestival gaat door van donderdag 26 tot en met zondag 29 mei in het Kasteel van Halloy te Ciney.
WEBSITE: https://www.festival-resonances.be/nl/programma/
FOTO’S: © Sophie Williams (@shot.intime), Dan Welldon Photography, Marta CSoult
VIDEO: https://www.facebook.com/121682664512497/videos/664231351338652
© Dan Welldon Photography
© Marta CSoult
© Marta CSoult
Martijn Vink | © Sophie Williams
Amy Norrington | © Sophie Williams