Drie componisten uit de periode tussen de twee wereldoorlogen, door het nazi-regime tot “entartete” kunstenaars veroordeeld en alle drie in de jaren dertig naar de VS geëmigreerd: Hanns Eisler, Kurt Weill en Ernst Křenek. AMUZ bracht ze samen in een interessant programma, op de juiste manier vertolkt door tenor Jan Kobow en pianist Burkhard Kehring.
Drie componisten uit de periode tussen de twee wereldoorlogen, door het nazi-regime tot “entartete” kunstenaars veroordeeld en alle drie in de jaren dertig naar de VS geëmigreerd: Hanns Eisler, Kurt Weill en Ernst Křenek. AMUZ bracht ze samen in een interessant programma, op de juiste manier vertolkt door tenor Jan Kobow en pianist Burkhard Kehring.
Uit de liedkeuze bleek duidelijk dat de drie componisten een eensgezinde houding ten overstaan van de burgerlijke kunst vertegenwoordigen. De satire in Kreneks Reisebuch aus den österreichischen Alpen is subtiel, maar onmiskenbaar. Bij allen is ook duidelijk de invloed van Brecht herkenbaar, zowel inhoudelijk (geen individuele emoties) als vormelijk (invloed van Schönbergs dodecafonie en de jazz). Deze muziek vraagt geen esthetische benadering en zeker geen identificatie, noch van de zanger en zeker niet van de luisteraar. Het Hollywood-Liederbuch dat Eisler tijdens de ballingschap schreef, bevat teksten van zowel Brecht als de romantici Goethe en Hölderlin, maar het staat ver af van stemmingslyriek en rapporteert nuchter over de verbanning als een feit, geen treurnis.
Jan Kobow was een uitstekende vertolker van deze liederen. Zijn stem klonk afstandelijk en gaf koel de tekst weer, zonder inleving of emotie. De liederen vragen zelden lyrische bogen, maar hebben venijnige, plotse registerwisselingen, die hij perfect beheerste. Hij vindt een verhalende toon die afstand schept, maar ook de noodzaak eraan verduidelijkt. De snelle afwisseling van legato en staccato (An die Hoffnung) negeert het geloof in de hoop. De hoekige, neutrale toon hield hij ook in de liederen vol. Die verleiden nochtans tot satirische inleving, zoals in het Klops-Lied van Weill (dat men ook uit de mond van Biberkopf uit Döblins Berlin Alexanderplatz zou kunnen horen) of in het schitterende Auf und Ab (Křenek). Pianist Kehring Burkhard volgde zeer aandachtig, zonder de neutraliteit te doorbreken: een kunst op zich. Een recital dat een exponent is van het ruime muziekaanbod in muziekcentrum AMUZ.