“Ein heller, lichter, schöner Abend”

Quatuor Ébène en Antoine Tamestit (l.): eenheid van handelen en nog zo veel meer ...

Sommige muziek is gewoon niet stuk te krijgen. Nooit, jamais. En dan wordt recenseren bijzonder makkelijk. Met dank aan het Quatuor Ébène en altist Antoine Tamestit die in Brussel Mozarts fameuze strijkkwintetten alle eer aandeden en tussendoor de creatie verzorgden van Bruno Mantovani’s ode aan de Salzburgse grootmeester.

Terugblikkend worden beide tot zijn grootste kamermuziekwerken gerekend, superieur aan de strijkkwartetten. Hun toonaard hebben ze daarbij gemeen met diens laatste symfonische duo en zo ook het duaal karakter. En om ze te onderscheiden van Boccherini’s vlijtige productie met een tweede cello, duidt men deze composities soms ook als altkwintetten aan – Mozarts geprefereerde strijkinstrument. Maar wat meer is: de strijkkwintetten KV 515 en 516 staan in de klassieke muziek te boek als grootse klassiekers, daar zijn zowel kenners als liefhebbers het roerend over eens. Kunst in het kwadraat dus en de voorbode van een grandioze avond.

Mantovani’s Quintette

Daags voor dit concert stond het vijftal nog op de planken van de Londense Wigmore Hall. Ze draaien inderdaad al enige tijd succesvol mee op de internationale podia. En op plaat wordt de lof al evenmin gespaard. Toonaangevend in eigen land, zijn deze heren ook in België een graag geziene gast. Het Franse Quatuor Ébène en hun compagnon de route Antoine Tamestit deden op 14 oktober ook onze hoofdstad aan tijdens een korte Europese tournee waarop het Strijkkwintet van hun landgenoot Bruno Mantovani in première ging. Mantovani, naast een veelgevraagd componist ook dirigent en directeur van het Conservatoire de Paris, timmert al vele jaren onverdroten aan de weg en heeft in die tijd een veelzijdig, meer dan tachtig werken omvattend oeuvre bij elkaar gepend. Kamermuziek figureert prominent op zijn repertoire. Zo heeft de negenendertig-jarige Fransman onder meer een piano- en harpkwintet op zijn actief, maar zijn instrumentarium omvat ook blazers, percussie en, jawel, boules de pétanque.

Voor dit Quintette, een hommage aan Mozart, verkoos Mantovani uiteraard een extra altviool. De ééndelige creatie, die haar vuurdoop drie dagen eerder in het Louvre beleefde, werd bij monde van cellist Raphaël Merlin als extrêmement dense et intensive gekarakteriseerd. Traditionele speelwijzen en hedendaagse effecten alsook abstracte texturen en solistische passages zouden elkaar een kleine twintig minuten lang voortdurend afwisselen. Tamestit wees op zijn beurt op de langgerekte cadens in het midden van het stuk: een virtuoze uitputtingsslag waarin beide altisten elkaar voortdurend naar de kroon steken. Maar beginnen deed het werk unisono, op een spookachtige, ietwat mysterieuze manier. De angstige sfeer van de aanzwellende openingsmaten werd al vlug overstemd door een snijdende nervositeit. Tremolo’s hoog en laag, klagerige glissandi en snelle, schreeuwerige loopjes evoceerden een helse spanning die tot aan het hikkende einde onderhuids aanwezig bleef, maar na verloop van tijd ook wat voorspelbaar werd. U begrijpt het al: dit strijkkwintet was allesbehalve een comfortabel airtje en deed de toehoorder meermaals naar adem happen dankzij het totale engagement en geestdriftige optreden van de uitvoerders.

Mes in het hart

Met zijn onheilspellende toon had het nieuwe werk van Mantovani veel meer gemeen met Mozarts troosteloze strijkkwintet in g (KV 516), dan met diens opgewektere soortgenoot in C (KV 515) waarmee het concert werd ingezet. Dit contrasterende gemoed kwam duidelijk tot uiting in de tempi van de hoekdelen: gezwind voor de pauze, een stuk gezapiger erna. Maar of er nu wat meer vaart werd gemaakt of contemplatie en introspectie daarentegen de bovenhand namen, altijd verklankten het Quatuor Ébène en Tamestit een eenheid van handelen die een noodzakelijke voorwaarde is voor een overtuigende interpretatie van deze muzikale kleppers. Noodzakelijk, maar niet voldoende. Wat er dan nog meer nodig is? Het antwoord lieten de vijf heren op een bijwijlen weergaloze manier horen: verfijnde accenten, subtiele dan wel speelse dynamische nuances, gedurfde fraseringen en een aanstekelijke Freude am musizieren. De beide menuetten waren in al deze opzichten exemplarisch. En toch kwamen de hoogtepunten van deze avond uit twee andere bewegingen. Onvergetelijk was immers het ronduit prachtige duet tussen primarius en alt in het andante, waarin vooral Tamestit – die alleen in KV 515 de eerste stoel bekleedde – enkele bijzondere momenten van gratie kende. Nog aangrijpender, en dit zeker ook om heel persoonlijke redenen, was de trage inleiding vol drama en tragiek op de finale van KV 516. Zoals Antonio Salieri in 1823 getuigde over het beroemde langzame deel van de Gran Partita – “op papier lijkt het helemaal niets” – zo ook is dit adagio niet veel meer dan een puls waarboven enkele noten in het ijle lijken te zweven. Maar met wat een effect! “Het is alsof er zo’n mes in je hart wordt omgedraaid”, verklaart violiste Liza Ferschtman in Over Mozart gesproken (p. 273). Met spaarzame middelen bereikt het genie Mozart hier een maximale impact.

Een tot de nok gevuld conservatorium reageerde na afloop bijzonder enthousiast. En terecht. Want enkele intonatieproblemen in het slot ten spijt – ja, ook strijkers raken eens vermoeid – was dit muzikale onderonsje allerminst met de Franse slag afgewerkt. Eenzelfde vervoering overviel trouwens ene Franz Schubert in 1816. Na het aanhoren van Mozarts strijkkwintet in g noteerde hij op 13 juni het volgende in zijn dagboek:

Ein heller, lichter, schöner Tag wird dieser durch mein ganzes Leben bleiben. Wie von ferne leise hallen mir noch die Zaubertöne von Mozarts Musik. Wie unglaublich kräftig und wieder so sanft ward’s durch Schlesingers meisterhaftes Spiel ins Herz tief, tief eingedrückt. So bleiben uns diese schönen Abdrücke in der Seele, welche keine Zeit, keine Umstände verwischen, und wohltätig auf unser Dasein wirken. O Mozart, unsterblicher Mozart, wie viele o wie endlich viele solche wohltätige Abdrücke eines lichtern bessern Lebens hast du in unsere Seelen geprägt! – Dieses Quitet ist, so zu zagen, ein’s seiner grössten kleinern Werke.

En of de “onsterfelijke Mozart” ook deze avond weer een diepe indruk nagelaten heeft …

Krijg elke donderdag een overzicht in je mailbox van alle artikelen die geplaatst zijn op Klassiek Centraal. Schrijf je snel in: