**** Hoewel regisseur Johannes Erath voor zijn productie van Un Ballo in maschera een eigenzinnig concept toepast, boeit de voorstelling van begin tot einde. Dat Ballo een van mijn lievelings-Verdi’s is, kan daarmee te maken hebben. Maar er is natuurlijk ook de schitterende cast die de Bayerische Staatsoper op scène verzamelde.
De hele voorstelling speelt zich af in een luxueuze, ruime en ronde slaapkamer, met een vloer van glanzend-marmeren tegels, een kingsize bed met fijn textiel, hoog daarboven een spiegel en hoge voile gordijnen waarachter soms (bijvoorbeeld tijdens de ouverture) personages geprojecteerd worden. Meest opvallend in het decor: een statige trap in spiraalvorm, die de ruimte architecturaal beheerst. De belichting is meestal magistraal en de kostuums – uit de jaren ’20 van de vorige eeuw – zijn prachtig.
Kort samengevat is dit het verhaal: Graaf Riccardo heeft een relatie met Amelia, de vrouw van zijn secretaris Renato. Amelia voelt zich schuldig en raadpleegt de waarzegster Ulrica om van haar liefde te genezen. Ze moet een kruid gaan plukken op het galgenveld. Ulrica voorspelt de graaf ook dat hij de dood zal vinden door de hand van een vriend. De rivalen in de liefde worden met elkaar geconfronteerd op de nachtelijke tocht van Amelia. Renato ontdekt de overspelige relatie van zijn vrouw. Uit jaloezie sluit hij zich aan bij een samenzwering tegen de graaf en uitgerekend hij is degene die het lot aanduidt om de geplande moord op hem uit te voeren. Die heeft plaats tijdens een gemaskerd bal.
Goed overdachte regie
Het concept van de slaapkamer biedt enerzijds ideale kansen om het conflict tussen het echtpaar Amelia en Renato in alle scherpte weer te geven. Een van de sterkste scènes is dan ook het eerste toneel van het derde bedrijf waarin Renato zijn vrouw van overspel beschuldigt en haar bedreigt. Het komt over als een vreselijke echtelijke ruzie in de slaapkamer! De scène komt bijna zo sterk over als het slot van Otello, waar hij Desdemona op bed wurgt. Het lijkt me zelfs een mogelijkheid dat die passage uit de latere Verdi-opera de regisseur op het idee gebracht heeft voor het slaapkamer-concept in dit vroegere Verdi-drama. Anderzijds komt het natuurlijk bizar over dat zowel de scène bij Ulrica, als vooral de scène op het galgenveld waar Amelia het kruid komt plukken dat haar zogezegd van haar liefde voor Riccardo moet genezen, in de slaapkamer gesitueerd zijn. Vreemd genoeg vindt de regisseur een manier om de gebeurtenissen zodanig in beeld te brengen dat de situatie toch aanvaardbaar blijft.
Het optreden van Ulrica is indrukwekkend door haar bovenaan de hoge trap te laten verschijnen als een schikgodin die letterlijk de draad van het lot in handen heeft. Ze is een grandioze figuur met veel impact, ook door de sobere zwarte jurk en de dreigende diepe klank van haar altstem (Okka von der Damerau). De page Oscar krijgt een ingrijpend accent in de voorstelling. Ze speelt niet alleen met een carnavaleske pop, een evenbeeld van Riccardo: bekijkt zij cynisch de tragische liefde van Riccardo? In de laatste scène ontpopt ze zich verleidelijk voor Renato als vrouw (wat de vertolkster van deze Hosenrolle in realiteit ook is) en daagt Renato uit. Een aanzet om hem duidelijk te maken dat ook hij ontrouw zou kunnen zijn? Een idee van de regisseur dat toch wel vragen oproept – net als de suggestie dat Amelia op een bepaald moment de neiging heeft haar man met een kopkussen te verstikken. Het “gemaskerd” bal waarop Riccardo door Renato gedood wordt, is ook helemaal niet gemaskerd. Het is een schitterend feest met prachtige kledij uit de roaring twenties en de moord komt over als een logisch gevolg van de verwikkelingen doorheen de opera. Immers reeds de eerste confrontatie tussen Riccardo en Renato in het eerste bedrijf – onmiddellijk na de prachtige openingsaria van Riccardo “La rivedro nell’estasi” – is zeer spannend geënsceneerd, waarbij Renato met een revolver speelt. De moord komt dus over als een lang aangekondigde vergelding tussen rivalen. De regie is in haar aparte eigenzinnigheid duidelijk goed overdacht, al lijken me niet alle speciale accenten verantwoord.
Spannend operakijken
De uitstekende zangers dragen ongetwijfeld bij tot het slagen van deze productie. De overtuiging en de bezieling waarmee Anja Harteros Amelia vertolkt, is buitengewoon knap. Ze speelt de radeloze liefhebbende vrouw die toch vastberaden optreedt. Bovendien is haar stem zo gaaf, krachtig en feilloos dat ze uiterst geschikt is voor dit type dramatische en veeleisende rollen. Haar aria “Morrò ma prima in grazia” zinderde hartverscheurend. Piotr Beczala behoort net niet tot dezelfde categorie. Zijn openingsaria presenteert hem meteen als een sierlijke en nuancerijke tenor, al heeft hij niet de rijke klank van vorige generaties tenoren – om maar Pavarotti te noemen. Maar de emotie waarmee hij zijn prachtige aria’s kleurt, maakt hem zeker tot een van de beste Verdi-tenoren van het moment. Ook de andere partijen zijn stuk voor stuk goed bezet. Renato heeft zelfs een ietwat onsympathiek voorkomen, wat zijn rol des te geloofwaardiger maakt. Oscar (Sofia Fomina) zingt een stralende en onheilspellende “È scherza od è follia”. Bovendien biedt ook het orkest onder leiding van Zubin Mehta pure luxe in deze energieke Verdi-opera met wonderlijke lyrische momenten. De dvd-opname van deze prachtige opera heeft me tweeënhalf uur spannend operakijken bezorgd.
- WAT: Giuseppe Verdi (1813-1901) | Un Ballo in maschera
- REGIE: Johannes Erath
- STEMMEN: Piotr Beczala, George Petean, Anja Harteros, Okka von Dammerau, Sofia Fomina
- ORKEST: Bayerisches Staatsorchester enKoor van de Bayerische Staatsoper o.l.v. Zubin Mehta
- WANNEER: opname in maart 2016
- PRODUCTCODE: C Major Entertaiment 739504