Het Ballet Vlaanderen nodigt elk seizoen een internationaal gezelschap uit. De keuze van Assis Carreiro, artistiek directeur van het KBvV, viel deze keer op de spraakmakende Donlon Dance Company. Eén van de meest innoverende compagnies van Europa door de bezielende kracht van de Ierse choreografe Marguerite Donlon. Een vrouw die van het leven houdt, van al wat mooi is, van mannen en vrouwen, die wars is van hokjesdenken en een humoristische en verfrissende kijk heeft op de wereld én op ballet.
Het Ballet Vlaanderen nodigt elk seizoen een internationaal gezelschap uit. De keuze van Assis Carreiro, artistiek directeur van het KBvV, viel deze keer op de spraakmakende Donlon Dance Company. Eén van de meest innoverende compagnies van Europa door de bezielende kracht van de Ierse choreografe Marguerite Donlon. Een vrouw die van het leven houdt, van al wat mooi is, van mannen en vrouwen, die wars is van hokjesdenken en een humoristische en verfrissende kijk heeft op de wereld én op ballet.
Met een buitengewoon talent realiseert Carreiro de ene na de andere veelgeprezen en authentieke choreografie. Ze omringt zich met uitstekende dansers. Perfecte fysiek, zoals van de meeste dansers geëst wordt, is niet de hoofdzaak. De compagnie telt heel grote, kleinere en geblokte mannen, maar wat een virtuoze dansers! Er is maar één woord voor deze balletavond…
‘sprankelend ‘ als de beste champagne
De Duitse danscriticus en hoofdredacteur van Tanz, Arnd Wesemann, schreef over haar: “Deze brutale Ierse choreografe haalt de barrières tussen dans neer en haalt de man in de straat terug naar het theater. Ze houdt zich ver weg van alle artistieke ideologieën en haar werk kan gewoon niet saai zijn.” Dans als een feest: uitbundig, plagend, hilarisch, ontwapenend maar ook teder en subtiel in een samengaan van klassieke dans en avant-garde. De drie balletten die Donlon Dance Company naar Antwerpen brengt, zijn daar exemplarisch voor.
Strokes though the Tail is een vrolijke en virtuoze kijk op genderclichés waarin tutu en rokkostuum mekaar afwisselen op de tonen van Mozarts beroemde Symfonie nr. 40 in G. Voor deze choreografie liet Marguerite Donlon zich inspireren door de pennenstreken die Mozart in zijn partituren over notenreeksen zette. Daarmee liet hij de muzikanten een zekere vrijheid om een noot kort of lang te spelen. Het idee van vrijheid in de kunst trekt Donlon door in dit stuk. De titel verwijst niet enkel naar de partituren van Mozart maar ook naar de 'tails', de panden van een rokkostuum. Ze legt verbanden die je nooit had vermoed. De heren krijgen tutu’s omgord, wat natuurlijk voor hilarische beelden zorgt. De vrouwen krijgen een aparte viriele en sexy uitstraling in pitteleer. Maar daar houdt het niet op. De dansers halen mensen uit het publiek en voeren hen mee op de scène. Ze worden meegezogen in een draaikolk van beweging: van een innige dans op één tegel, naar een passionele tango, swingende moves en compleet uit de bol gaan. De gratie van de dansers werkt inspirerend voor de leken. Deze orgie van dansende lichamen werd op een open doekje onthaald. Kunst, dans, waar je intens van geniet en blij van wordt.
In Love in Black and White confronteert Marguerite Donlon dans met sensuele scènes uit oude zwart/wit films op muziek van Gustav Mahler. Drie dansparen tonen wat woorden niet vermogen. De warmte, sensualiteit en innigheid van gebaren magnetiseert de blik. Zwart en wit wordt letterlijk gevisualiseerd door het eerste danspaar. Het contrast van de grote ebbenhouten danser en de frêle blanke danseres is van een iriserende schoonheid. Op de achterwand worden spaarzaam enkele beelden uit zwart/wit films geprojecteerd met Ingrid Bergmans als ontroerende heldin. Onvervulde wensen en verlangens, fatale aantrekkingskracht en grappige pathetiek volgen mekaar op in deze ode aan de theatrale liefde pendelend tussen droom en filmset.
In Heroes tenslotte werkte Donlon nauw samen met vijf dansers om hun persoonlijk verhaal te vertellen op muziek van David Bowie. En dansant krijgt het publiek een inkijk in hun levensparcours. Hun persoonlijke ervaringen leverden het materiaal voor deze bijzondere choreografie. De kleine Aziatische danser vertelt dat hij als kind aangetrokken werd door dans, maar zijn ouders vonden het maar niets. Als tiener komt hij naar Europa. Overal wordt hij afgewezen, het verdict luidt: te klein van gestalte. Hij laat zich evenwel niet afwimpelen, noch intimideren. De passie om te dansen drijft hem voort. Dank zij zijn doorzettingsvermogen ontmoet hij op een mooie dag Marguerite Donlon. Hij moet auditie doen. Zij voelt meteen welk potentieel en talent in deze kleine man schuilt. Een andere danser heeft een verleden als dragqueen. De muziek van David Bowie schalt door de luidsprekers. Ze laat de dansers in en uit hun personage stappen door het op- en afzetten van hun hoofdtelefoon. Een andere danser neemt dan over. Het publiek krijgt telkens een tranche de vie gepresenteerd. Met subtiele humor brengt Marguerite Donlon de vijf individuen dichter bij het publiek. Jonge mannen die zich door de stad haasten met een hoofdtelefoon op krijgen nu ineens een heel andere inhoud. Gefocust op de muziek worden het stuk voor stuk interessante cases.
Een onvergetelijke dansavond die troost, voedt, ontroert, waarbij je met een opgeladen en blij gevoel huiswaarts keert.