Als Krzystof Warlikowski Don Giovanni van Mozart aanpakt, dan weet je bij voorbaat dat hij de spreekwoordelijke identiteit van het personage als vrouwenversierder allesbehalve zal verhullen. Als uitgangspunt voor zijn regie legt Warlikowski de klemtoon op de onbeheersbare seksuele drang van het hoofdpersonage. Het leidt tot een voorstelling vol fascinerende momenten, maar ook met ongerijmdheden en passages die knap tegensteken.
Als Krzystof Warlikowski Don Giovanni van Mozart aanpakt, dan weet je bij voorbaat dat hij de spreekwoordelijke identiteit van het personage als vrouwenversierder allesbehalve zal verhullen. Als uitgangspunt voor zijn regie legt Warlikowski de klemtoon op de onbeheersbare seksuele drang van het hoofdpersonage. Het leidt tot een voorstelling vol fascinerende momenten, maar ook met ongerijmdheden en passages die knap tegensteken.
Bij het begin van de voorstelling vinden we de belangrijkste protagonisten in de loge van het theater terug. Aan de ene kant Don Giovanni en Donna Anna, aan de andere kant de Commendatore. Als sjiek geklede high society figuren kijken ze naar zichzelf als personages in de opera. De grote glazen wand op de scène weerspiegelt hen: een vervreemdingseffect dat Warlikowski uitvergroot door in te zoomen op hun profielen of hun gelaat. Het geeft meteen iets beklemmends en onheilspellends aan de scherpe blik van Don Giovanni. In de loge vindt ook de moord op de Commendatore plaats – iets wat Donna Anna niet echt raakt. Warlikowski laat Don Giovanni in de voorstelling een zoektocht maken naar zichzelf, naar de “barst” in zijn persoonlijkheid, zoals Dirk de Wachter het zou noemen, of naar de dieperliggende oorzaak van zijn vergrijp.
Excessief
De passage uit de film Shame die Warlikowski er nog tussen zet, is een van die excessieve toevoegingen waarmee de regisseur zijn voorstelling overlaadt. Hij wil van bij het begin duidelijk maken dat hij Don Giovanni interpreteert als een dwangmatig op seks beluste man, die verder geen criteria stelt om zijn doel te bereiken. Dat komt voldoende tot uiting in de opera.
De hele enscenering baadt in een sfeer van moderne “cool”. Als de glazen wand verdwijnt, is de scène reusachtig diep tot tegen de achterwand van de coulissen die bevreemdend pastel belicht worden. Designmeubelen bepalen de locatie. De cataloog-aria wordt in die zin – enigszins voorspelbaar – een sessie op het computerscherm. Het decor is visueel prachtig en vaak verrassend, maar de herhaalde spiegelende effecten worden op de duur van het goede te veel.
In dat kille decor zijn de personages, voor wie de opera niet kent, zeker niet altijd even duidelijk gedefinieerd. Ze behoren tot een wereld van snobs en lieden van hogere stand. Warlikowski beschikt wel over een schare zangers die perfect in zijn visie passen. Jean-Sébastien Bou als Don Giovanni is een hedendaags verleider: onbetrouwbaar en demonisch – een knipoog naar de seksschandalen van de Franse politicus Dominique Strauss-Kahn is misschien niet te ver gezocht. Vocaal klinkt hij dominerend en bezwerend. Andreas Wolf is als Leporello een handlanger die totaal bevrijd is van de grappige dwaasheid van de dienaar. Een knap zanger met een mooie, verleidelijke bas-baritonklank. De passage met de verwisseling van de kledij komt in de voorstelling dan ook minder goed tot uiting, zodat de heerlijke aria Deh vieni alla finestra wat verloren raakt.
In Masetto en Zerlina kan je nauwelijks een simpel (boeren)koppel herkennen. Masetto ziet er als een playboy uit, een Don Giovanni in de dop. In de vertolking van Barbara Hannigan is Donna Anna allesbehalve een slachtoffer dat wraak wil voor de dood van haar vader. Vocaal is ze soms verbluffend knap, maar er zijn ook passages waarin ze schril klinkt. Het lijkt alsof ze in haar expressief spel de coloraturen niet meer onder controle heeft. Ze overheerst soms meer het verhaal dan Don Giovanni zelf. Haar verhouding tot Don Ottavio krijgt een ander perspectief, ook al omdat die niet als haar naïeve verloofde wordt voorgesteld. Vocaal vond ik Topi Lehtipuu weinig karakter hebben, alsof hij zich niet echt in zijn rol kan vinden. Rinat Shaham is vocaal een uitstekende Donna Elvira die sterk op haar rechten staat als bedrogen vrouw. Willard White is een vocaal prachtige Commendatore. Maar hoe sterk en uitgesproken zijn présence aan het begin van de opera ook is, zijn dreigende aanwezigheid op het einde van de opera gaat de mist in, zeker als Don Giovanni zichzelf door het hoofd schiet.
Wervelend orkest
Behalve de gemiste finale – het hele souper – is de huwelijksscène van Masetto en Zerlina de passage die de voorstelling het meest ontsiert. Het feest waarop Don Giovanni Zerlina verleidt, speelt zich af in een louche club waar een exhibitionistische danseres een dans doet die steeds perverser wordt en vooral veel te lang duurt. Alsof regisseur en danseres niet genoeg kunnen krijgen van hun eigen vondst. Een raadsel is voor mij ook waarom er tussen de finale scène en de epiloog met de “moraal” een breuk is. Het publiek in de zaal – waarvan velen blijkbaar niet weten dat de opera nog niet gedaan is – begint te applaudisseren en boe te roepen en zo valt de ensemblescène op het einde totaal in het niet.
Net als de vertolkers leek het orkest van de Munt zich helemaal te vinden in de wervelende enscenering. De muzikale uitvoering paste als een handschoen op het visuele gebeuren en op de tekst. Deze voorstelling doet betreuren dat chef-dirigent Ludovic Morlot het orkest verlaat, want dit is zeker een van de beste opera’s die hij hier heeft gedirigeerd.