Met de machtige openingsklanken aan het begin van de ouverture in mineur, wist Jan-Willem de Vriend gelijk de donkere lading op te bouwen, die vooruit wijst naar het onheil aan het einde van de opera.
Met de machtige openingsklanken aan het begin van de ouverture in mineur, wist Jan-Willem de Vriend gelijk de donkere lading op te bouwen, die vooruit wijst naar het onheil aan het einde van de opera.
Daar tussenin was het puur genieten van de solisten en het spel van HET Symfonieorkest dat midden tussen solisten en decors zat en puntgaaf, strak, verfijnd en vol rijke contrasten speelde.
Don Giovanni verdween op spectaculaire wijze in de hel, na het imposante optreden van de Commendatore, Jaco Huijpen, wiens stem vol klankkleur de zaal in donderde. De listige rokkenjager werd verteerd door het standbeeld van de Commendatore, hoog bovenop een stellage. De gebruikelijke moraal aan het einde van de opera was weg gelaten, de kijker mocht zelf oordelen. Een avond vol temperament.
Het eenvoudige decor met stellages en een catwalk-achtige constructie, was zo dicht bij het publiek geplaatst, dat die deel uitmaakte van de scène. Dat was ook de bedoeling. Don Giovanni is, in deze enscenering van regisseur Eva Buchmann, diegene die allerlei emoties in de overige protagonisten oproept, maar ook in ons. Ondanks de eenvoudige middelen was deze voorstelling vol dynamiek. De bewegingen van de spelers waren mooi en steeds functioneel.
Perfect mannenteam
Petje af voor de solisten die, met het publiek zo dicht op hun huid, in staat bleken fantastisch te blijven zingen en spelen. De interactie met de toehoorders was in deze productie een sterke troef. Indringend was bijvoorbeeld de stervensscène van de Commendatore, aan het begin van de opera.
De situering van Don Giovanni aan de zijde van het podium en de gemaskerde Anna, Ottavio en Elvira daar recht tegenover, zingend tussen het publiek, was één van die vondsten die de schoonheid van hun stemmen prachtig deed uitkomen. Een topbelevenis, dichterbij kon het niet. Daartussen in dirigeerde De Vriend, afwisselend naar beide kanten van de zaal.
De solisten uit het orkest moesten ook de stellages op, met hun violen en celli, om deze keer in dienst van Don Giovanni zelf, het feest van de gastheer van muziek en strijkjes te voorzien. Dit leverde zowel visueel als muzikaal een juweeltje op. De scène eindigde in grote chaos, toen Zerlina om hulp riep, omdat de verleider haar in al het tumult had weten te ontvoeren.
Ondanks zijn titelrol was Don Giovanni niet de meest in het oog springende figuur deze avond. Duncan Rock speelde beslist overtuigend, articuleerde goed, maar is beter bij stem wanneer hij volume mag geven dan in de zachtere passages. In zijn canzonetta klonk hij, subtiel begeleid door het orkest, ietwat smal.
Met Leporello samen vormde hij een perfect team. Leporello, eigenlijk de slaafse volgeling van Don Giovanni, manifesteerde zich als een uiterst getalenteerde zanger met een diepe en krachtige stem. Deze Poolse bas, Piotr Micinski, was ook zeer zorgvuldig in de parlando passages. Hij was komisch in zijn optreden, in mimiek en beweging. Zijn charme lag bovendien in het voortdurende contact maken met het publiek. Vlak voor het einde, tijdens de humoristische picknick, legde hij dirigent en orkest stil, omdat hij met volle mond niet kon zingen.
Mozart en zangeressen…
Van hoog niveau waren de stemmen van de drie dames. Zij maakten Mozarts voorliefde, om sterke vrouwenfiguren te creëren, helemaal waar. De Bulgaarse Vili Glospodiva imponeerde door haar dramatische en gevoelvolle interpretatie van Donna Anna en haar soepele, bezielde stem. Haar tragische gevoelens wist zij ingetogen, maar vol kracht en concentratie aan het publiek over te brengen.
Renate Arends als Donna Elvira bleef, ondanks alle bedrog door Don Giovanni en haar drive zich op hem te wreken, de mooiste coloraturen zingen. Elvira is van voorname komaf. Dat uit zich in haar wijze van optreden, in haar gepuncteerde ritmes, die afkomstig zijn uit de opera séria stijl. Als vrouwe Justitia probeert zij een stokje te steken voor de daden van haar gewezen minnaar, maar diep in haar hart blijft zij van hem houden. Ze probeert hem tot het laatst toe nog op het rechte pad te brengen. Zonder succes natuurlijk. Renate Arends gaf een expressieve vertolking van de gekwelde Elvira.
De Russische sopraan Marina Zyatkova als Zerlina wist als naturelle boerendame haar charmes op alle mogelijke momenten succesvol in te zetten om vastgelopen zaken weer in beweging te brengen. Ze heeft het niet gemakkelijk met haar stuurse en jaloerse echtgenoot Masetto en met de avances van de Don. Het was knap hoe zij haar spel en bewegingen combineerde met een soepele en heldere zangstijl. Met Don Giovanni zong zij de sensuele muziek van Là ci darem la mano uiterst beeldend, waarna zij hoog op de stellages in het liefdesnestje van Don Giovanni belandde. Leporello maakte foto’s, om ze aan het register van zijn Don toe te voegen.
Yves Saelens als Don Ottavio heeft niets van de passieve persoonlijkheid, waarmee hij soms wordt weggezet. Hij toont zich krachtig en temperamentvol, met veel kleur. De Poolse Jan Szurgot als Massetto is het prototype van de nurkse, stijfkoppige boerenjongen, die slechts één ding voor ogen staat: zijn eer en de jacht op Don Giovanni. Hij ontdooit naïef en schuchter na Zerlina’s medicijn. In deze productie staat hij samen met zijn leraar, Piotr Micinski, op het toneel.
Het blijft de vraag waarom de boventiteling in deze productie is weggelaten. Juist de combinatie woord en muziek is in muziektheater zo cruciaal. Zeker bij Mozart en Da Ponte missen we veel, wanneer de tekst niet wordt gepresenteerd. Voor wie bekend is met de opera en het libretto blijft de lijn natuurlijk goed te volgen en de dramatische kracht en gelaagdheid van Mozarts muziek is schitterend. Een daverend applaus van het publiek besloot deze geslaagde enscenering van Don Giovanni.