Het is de grote verdienste van Frédérique Chauvet, artistiek leider van Barokopera Amsterdam, dat zij ongebaande muzikale paden verkent en deze koppelt aan historische gebeurtenissen.
Politiek, filosofie, moraal en zeden uit de tijd waarin haar stukken spelen, komen uitgebreid aan bod in geestige dialogen. Barokopera Amsterdam speelt bovendien op historische instrumenten en dat levert fraaie klanken op. Met dit concept heeft het gezelschap al vele succesvolle creaties op de planken gebracht. Don Giovanni 1815 is de nieuwste productie, een voorstelling met vaart, humor en prachtige muziek.
Don Giovanni
De figuur van Don Giovanni, als vrijdenker en vrouwenveroveraar, was eeuwenlang een grote bron van inspiratie voor auteurs en componisten. De Spaanse Tirso de Molina beschreef hem al in de 17e eeuw. Daarna leefde Don Juan, of Don Giovanni, verder via de beroemde Commedia dell’arte. We kennen hem via Molière, Lord Byron, Prosper Mérimée, George Bernard Shaw, maar vooral natuurlijk door de prachtige operamuziek van Mozart.
Franse Historie
Het jaar 1815 markeert voor de Nederlanden een historisch moment, meent Frédérique Chauvet. De heerschappij van Napoleon is voorbij en, zoals men in de voorstelling kan beleven: dat heeft impact op zeden, gewoonten en op de theatercensuur. In Den Haag en Amsterdam werden de nieuwste opera’s uit Parijs gespeeld. Daardoor heeft het Théâtre Français de La Haye (1804) een indrukwekkende collectie van wel 300 Franstalige opera’s achter gelaten, die nu in de kelders van het Haagse gemeentearchief is te vinden. Smullen dus voor musici en historici, maar vooral voor Frédérique Chauvet en haar barokgezelschap, die een ware passie voor de bewerking van deze vergeten muziek heeft ontwikkeld. Haar verrassende vondsten hebben tot originele tournees langs Nederlandse en Franse theaters geleid.
Ten tijde van Napoléon was de Franse cultuur leidend. Italiaanse en Duitse libretti werden niet alleen naar het Frans vertaald, maar ook bewerkt en uitgebreid met aria’s uit andere werken. Barokopera Amsterdam koos een versie van Don Juan van Mozart/Castil-Blaze uit 1815 en een pastiche van Kalkbrenner uit 1805, die destijds de twee allereerste Franstalige bewerkingen van Mozarts Don Giovanni waren en vaker werden gespeeld dan het origineel.
Dubbele rollen, dubbele lagen
Het script werd omgedoopt tot een fictieve repetitie van de historische uitvoering op 7 december 1815. De zangers zingen bekende aria’s van Mozart, maar stappen vele malen uit hun rol. Deze opzet van regisseur en artistiek leider levert een geslaagde voorstelling op met dubbele lagen, die begint met een heuse proloog. Er valt veel te genieten van de prachtige en bekende muziek, merendeels van Mozart zelf. Daarnaast krijgt het publiek historische uitleg over de beide versies van Don Giovanni, aan elkaar gepraat via humoristische dialogen. Daarin geven de zangers hun mening (en ook de feiten) over de verschillende operaversies. De verhoudingen tussen rangen en standen komen aan bod, evenals de wet met het verbod op eigenrichting, waardoor de gebruikelijke ontmaskering van Don Giovanni door Elvira, Anna en Ottavio wordt vervangen door een team politieagenten. De complexe relatie tussen man en vrouw loopt als rode draad door het geheel en dat levert vaak een glimlach op. Het geheel doet hier en daar denken aan de Commedia dell’arte. Ligt in andere versies alle charme in handen van Don Giovanni, hier zijn de rollen regelmatig omgekeerd. Het publiek ontmoet in Madame Rodier een feministe avant la lettre. Haar kameleonachtige inleving in verschillende personages ontlokt zelfs Don Giovanni enig respect.
Historische instrumenten
Prachtige, sonore klanken klinken uit de orkestbak. Met 23 musici liet Chauvet zich inspireren door de uitvoeringspraktijk van Mozarts tijd. Ze is voorstander van het spelen op oude en historische instrumenten, omdat de klank van die instrumenten beter mengt. Er waren enkele momenten dat zangers en orkest wat uit de pas liepen, maar het orkest speelde puntgaaf en vol vaart.
Zangers
Klasse hoe vier zangers in dubbelrollen alle personages van deze opera kunnen vertolken. Anne Rodier speelt de Franse sopraan die door de Haagse theaterdirecteur is binnengehaald. Zij neemt alle vrouwelijke personages voor haar rekening en acteert met glans en verve, puur amusement. Vocaal leek ze aanvankelijk nog wat op stoom te moeten komen, maar gaandeweg liet ze prachtige lyrische passages horen. Wat een lappen Franse tekst hebben de vier zangers zich eigen moeten maken, chapeau!
Indrukwekkend is de stem en performance van Wiebe-Pier Cnossen als Don Giovanni, die een goed team vormde met zijn Leporello, de bas-bariton Pieter Hendriks. Hendriks gaf een geweldige vertolking van de registeraria. Jean-Léon Klostermann als theaterdirecteur, alias Ottavio en Commendatore moet veel verschillende stijlen en personages vertolken, maar toont zich een prachtige zanger. Zijn verheven optreden als de Commendatore is indrukwekkend. Het acteertalent van alle vier solisten is puik, vrijmoedig, met groot inlevingsvermogen, en sterk op elkaar betrokken.
Decors en kostuums
Een leuke vondst is het effectieve, minimalistische, maar speelse decor. Bij al die veroveringen van Don Giovanni moet er toch wat gegluurd kunnen worden. Tijdens elke verleidingsscène kon de zaal meegenieten door de transparante scheidingswanden. Smaakvolle kostuums zorgen ervoor dat het publiek zich in de juiste tijd waant. Jammer dat de zaal maar half gevuld was, deze productie en dit gezelschap verdient meer! Mogelijk zetten de Belgische theaters in de toekomst hun deuren ook open voor Barokopera Amsterdam.