Dimitri Illarionov gitaar en…

Gitarist Dimitri Illarionov

Gouden Label 80 ofzo aanwezigen, meer niet – beschamend weinig dus – kwamen opdagen naar het gitaarrecital van de 31-jarige Rus Dimitri Illarionov, op maandagavond 14 november in de Muziekstudio van deSingel (Antwerpen). 

Gouden Label 80 ofzo aanwezigen, meer niet – beschamend weinig dus – kwamen opdagen naar het gitaarrecital van de 31-jarige Rus Dimitri Illarionov, op maandagavond 14 november in de Muziekstudio van deSingel (Antwerpen). De 80 aanwezigen zullen het volmondig met mij eens zijn dat het Gouden Label dat hier bovenaan het artikel prijkt, niet zomaar ten geschenke is gegeven omdat ons webmagazine perspartner is van de concertreeks ‘Podium Jonge Musici’. Het zou onbetamelijk zijn.

De gitaarvirtuoos en onvoorstelbaar grondig geleerd en ervaren man Illarionov, speelt met een overgave gitaar zoals ik het nooit eerder zag. Je kent wel die typische flamencogitaristen waar het passionele drama van hun gezicht, samen met het zweet in dikke druppels afdruipt en je kent de bescheiden ogende klassieke gitaristen die bijna braaf op het podium zitten. Je kan Dimitri niet tussen of naast hen plaatsen, hij zou té fel opvallen door zijn houding die op zich al verraadt, net voor hij een nieuw stuk inzet, dat er iets te gebeuren staat dat je zal verplichten in de grootste stilte en gefixeerde aandacht te luisteren naar wat hij je via zijn gitaar gaat laten horen. Vooralleer hij zijn instrument laat spreken, licht hij elk stuk nader toe en dat mag wel, zeker met de voor ons hier totaal onbekende werken van Russische gitaarcomponisten uit vorige en deze eeuw.

Onder het motto ‘East Side Stroy’ (een knipoog naar jawel, West Side Story) programmeert de Rus werken die gebaseerd en/of geïnspireerd zijn op volkse melodieën, op meer hedendaagse rock of gewoon nog eens echt gecomponeerd zijn op indrukken. We krijgen werken van Alexander Ivanov-Kramski (1912-1973), Sergei Rudnev (1955°), Kikita Koshkin (1956°) en Rossen Balkanski (1968°). Het openingsstuk van de avond, ‘Horovodnaya’ zegt meteen alles. Hier zit geen gitaristje voor ons op het podium voor een haast lege zaal, hier zit een gitaargenie, een muzikaal geniaal uitvoerder en bovendien beschikkend over een vlotte rede die picturaal de inhoud van de stukken uiteenzet. Ik zoek en zoek en zoek de juiste bewoording om het spel van Illarionov te beschrijven. Hij streelt, tokkelt, aait, klopt op de snaren zonder enig onaangenaam bijgeluid te produceren. Je hoort dus niet het verzetten van de rechterhand bij het nemen van andere posities, je hoort geen glijdende snaren, alleen zuiver spel met een ongekende variatierijke klankleur want de gitarist speelt niet alleen boven of vlakbij het klankgat, hij tokkelt tegen de kam, dan weer bijna op de arm van het instrument en deze brede speelwijze zorgt voor een ongekende rijkdom aan muzikaliteit. Dan weer een zaal sterk vullend om nadien in een uiterst zachte piannissimo haast te verdwijnen. Heel de avond zingt Illirionov in een gebonden harmonie in meerdere stijlen, dan ingetogen, tot tranen toe bewegend, dan virtuoos of vol humor en assertiviteit of mag ik zelfs zeggen agressiviteit om dan weer in een sensitief, teerhartig en kwetsbaar spel over te gaan. Nog meer dan in de andere werken liggen al die muzikale emoties in de Chaconne (de viool partita nr. 2 in d BWV 1004) van Bach, voor gitaar bewerkt door de Meester van deze avond. Het is me nog niet veel voorgevallen dat ik zo ontroerd werd door de tengerheid die in dit stuk schuilgaat. Wondermooi.

Bekender zijn de werken van Fransico Tarrega (1852-1909) met onder meer zijn Carnaval van Venetië of het Caprichio Arabe. Vooral in wat wij snel herkennen als ‘Mijn hoed die heeft vier deuken’ haalt Illarionov alles uit de gitaar dat maar kan. Hij doet je wenen, dan lachen en als het moet ook met de tranen in de ogen, dan vrolijk opkijken om weerom smeuïg slijmend te worden met nadien breed open te gaan in virtuositeit. Wat een krak en wie niet zeker genoeg is? Die luistert lmet een aangesproken gemoed naar de werken van de Chopin van de gitaar, Agustin Barrion Mangoré (1885-1944). Al even sterk eindigt het concert met werken van Roland Dyens (1955°). Eindigt? Neen, het wordt afgesloten met twee bisnummers. Het publiek was zelden zo stil tijdens dit concert waar je gerust mag stellen dat je met 80 uitverkorenen een avond muziek hoorde, gespeeld door een kunstenaar van wereldklasse.

Tags

Krijg elke donderdag een overzicht in je mailbox van alle artikelen die geplaatst zijn op Klassiek Centraal. Schrijf je snel in:

Welcome Back!

Login to your account below

Retrieve your password

Please enter your username or email address to reset your password.

Add New Playlist