Die Zauberflöte en Platée

Die Zauberfloete in regie van Robert Carsen

Volgende maand presenteert de Munt een nieuwe productie van Verdi’s ‘Rigoletto’ in een enscenering van Robert Carsen, de Canadese regisseur die sinds 1990 voor de Vlaamse Opera opmerkelijke Puccini- en Janacek-cycli realiseerde. In de Munt was hij voor het eerste en het laatst te gast met Mozarts ‘Mitridate, re di Ponto’ in 2007 maar ondertussen staan zijn ensceneringen op nagenoeg alle grote internationale operatonelen.

Volgende maand presenteert de Munt een nieuwe productie van Verdi’s ‘Rigoletto’ in een enscenering van Robert Carsen, de Canadese regisseur die sinds 1990 voor de Vlaamse Opera opmerkelijke Puccini- en Janacek-cycli realiseerde. In de Munt was hij voor het eerste en het laatst te gast met Mozarts ‘Mitridate, re di Ponto’ in 2007 maar ondertussen staan zijn ensceneringen op nagenoeg alle grote internationale operatonelen.

Dus ook in Parijs waar hij de voorbije jaren trouwens geregeld werkte. Deze maand stond hij zelfs op de affiche van twee Parijse operatheaters met ‘Die Zauberflöte’ van Mozart in de Opéra National de Paris en ‘Platée’ van Rameau in de Opéra Comique. En zoals het de dag van vandaag meer en meer het geval is met realisaties, in coproductie met andere operahuizen. Maar jammer genoeg, niet bepaald zijn meest geslaagde of interessante interpretaties. Maar het vakmanschap van Carsen blijft bewonderenswaardig.

‘Die Zauberflöte’ ging in maart 2013 in première in het Festspielhaus van Baden-Baden, een programma-onderdeel van het Paasfestival dat de Berliner Philharmoniker van Salzburg naar het Duitse kuuroord  hebben verhuisd. Geen Berliner onder leiding van Simon Rattle in Parijs maar het Orkest van de Parijse Opera gedirigeerd door zijn muziekdirecteur Philippe Jordan die Mozarts partituur met veel elan, mooie kleurschakeringen en zin voor het detail tot klinken bracht. De tempi waren goed uitgebalanceerd en de begeleiding van de zangers voortreffelijk.

Soberheid

Geen sprookje, vrijmetselaarssymboliek of filosofische kronkelingen in Carsens interpretatie die eenvoud, natuurlijkheid en soberheid uitstraalt. Soms iets té veel soberheid. Twee decors (Michael Levine): een groen woudlandschap en een donker gewelf, weinig rekwisieten maar enkele elementen die eraan herinneren dat de dood eigenlijk omnipresent is. Hedendaagse kostuums en een maatschappij die gelijkheid en broederlijkheid nastreeft en waarin ook Monostatos tenslotte vriendelijk opgenomen wordt. Geen echte tegenstelling van goed en kwaad. De Koningin van de Nacht en Sarastro zijn eigenlijk partners die samen Tamino en Pamina naar de volwassenheid en het licht  begeleiden. Het slotbeeld toont dan ook de hele bezetting in hagelwitte kledij (kostuums van Petra Reinhardt) blijkbaar klaar voor een zomerse uitstap in het groen. Alles is prima geregeld maar blijft toch wat oppervlakkig.

Bezetting

De bezetting wordt aangevoerd door de nobele, sonore Sarastro van Franz-Josef Selig. Daniel Schmutzhard is een sympathieke Papageno met warme bariton, Pavol  Breslik een jeugdige maar vocaal weinig soepele Tamino. Julia Kleiter geeft Pamina natuurlijkheid en emotie met een zuivere sopraan en Regula Mühlemann is een pittige Papagena. Sabine Devieilhe reeg de coloraturen van de Koningin van de Nacht virtuoos aan elkaar en  werd stormachtig toegejuicht. Maar eigenlijk kan deze jonge Franse sopraan die als een nieuwe ster bejubeld wordt, de dramatiek van de partij (nog) niet aan en zette ze haar stem lelijk onder druk. Terje Stensvold geeft de Sprecher autoriteit en François Piolino is een degelijke Monostatos. Het damestrio is prima en alle overige rollen zijn adequaat bezet.

Opéra Comique

In de Opéra Comique stond ‘Platée’ van Rameau op het toneel, een coproductie met het Theater an der Wien van Wenen waar de productie reeds in februari te beleven was.  Kenmerkte soberheid de enscenering van die ‘Die Zauberflöte’  dan leed ‘Platée’ enigszins onder een overdaad aan ideeën en  visuele effecten.

Carsen verplaatste het mythologische verhaal van de lelijke en belachelijke moerasnimf Platée die meent door Jupiter bemind te worden naar de hedendaagse glitterwereld van de mode met Karel Lagerfeld als de oppergod. Een originele en aanvaardbare omzetting, in het kleinste detail uitgewerkt  tot een wervelende show in de soms letterlijk oogverblindende decors van Gideon Davey die ook een reeks kleurrijke en fantasievolle kostuums ontwierp.

Het koor (prima Les Arts Florissants) gooit zich met duidelijk plezier in het drukke gebeuren en het publiek geniet van de vele leuke verwijzingen naar bekende figuren uit de modebranche, de Chanel-pakjes en  -zakjes,  het optreden van ‘la Folie’ als een popster en de Karel Lagerfeld-figuur  met haarstaartje en zonnebril, een witte kat in de armen. Maar uiteindelijk schijnt Carsens fantasie op te drogen en begint de overdaad vermoeiend te werken. Bovendien zijn de dansnummers (Nicolas Paul) weinig geïnspireerd.

Groot engagement

Niets dan lof echter voor de personenregie en de individuele typering van de verschillende personages met in de eerste plaats Platée zelf: stevig gebouwd, weinig elegant maar overtuigd van haar charmes en haar plaats in de modewereld en helemaal niet bewust van de spot en minachting die ze opwekt. Marcel Beekman doet het voortreffelijk zonder overdrijving en is uiteindelijk meelijwekkend en zelfs ontroerend wanneer de nimf quasi naakt achterblijft. Hij zingt met een kloeke maar soepele tenor en weet de tekst goed te projecteren. Simone Kermes heeft wat moeite met de uitbarstingen van La Folie, Edwin Crossley-Mercer is een voortreffelijke Jupiter, Emilie Renard een verleidelijke, woedende  Junon, Cyril Auvity een druk telefonerende Mercure met aangename tenor en Marc Mouillon een prima Cithéron. Ook alle overige rollen waren voortreffelijk bezet en soli en koor stortten zich met groot engagement en duidelijke geestdrift in het gebeuren.

Ook het orkest van Les Arts Florissants maakte een uitstekende beurt, niet geleid door William Christie maar door Paul Agnew, ex-tenor die zelf nog de partij van Platée heeft gezongen  en sinds dit jaar ‘directeur musical adjoint’ van het ensemble is dat hij met zwier dirigeerde.

Krijg elke donderdag een overzicht in je mailbox van alle artikelen die geplaatst zijn op Klassiek Centraal. Schrijf je snel in:

Welcome Back!

Login to your account below

Retrieve your password

Please enter your username or email address to reset your password.

Add New Playlist