Nominatie Gouden Label – Met Die Entführung aus dem Serail zet René Jacobs zijn tocht doorheen het opera-oeuvre van Mozart verder. De opname is de neerslag van concertante opvoeringen, waarvan er in oktober 2014 ook een te zien was in Bozar.
Nominatie Gouden Label – Met Die Entführung aus dem Serail zet René Jacobs zijn tocht doorheen het opera-oeuvre van Mozart verder. De opname is de neerslag van concertante opvoeringen, waarvan er in oktober 2014 ook een te zien was in Bozar.
Neerslag is echt wel het juiste woord, want als Jacobs een opera concertant uitvoert, heeft de voorstelling een beweeglijkheid en expressiviteit die ze even levendig maakt als een geënsceneerde opera. Ook hier gebeurt dat wonder: de opname zit vol leven. René Jacobs zorgt op alle gebied graag voor spanning en ontdekking in de opera- en muziekwereld. Deze maand bijvoorbeeld met zijn opvoeringen van Opera Seria, een satirische opera van Florian Gassmann, die de dirigent ooit ontdekte in een bibliotheek in Basel. Op zijn initiatief is het werk te beleven als een van de Extra Muros voorstellingen van de Muntschouwburg.
Frisse en jeugdige cast
Maar keren we terug naar zijn opname voor Harmonia Mundi van Die Entführung. Reeds de eerste dialoog tussen Belmonte en Osmin is tekenend voor de aanpak van Jacobs: het visuele wordt als het ware meegeleverd met de klank van zangers en orkest. Het orkest is trouwens ook voortdurend in symbiose met de tekst, het klinkt boos, stokend, teder en vooral altijd spannend.
De rolverdeling brengt een knap team van jonge zangers bij elkaar met een fijnzinnige (jawel!) acteur voor de spreekrol van Bassa Selim. Maximilian Schmitt zingt Belmonte met een fijne tenor, klinkt aangenaam en beslist, maar mist soms een mooi legato (bijvoorbeeld in de aria op het einde van het tweede bedrijf Wenn der Freude Tränen fliessen). Met heldere en soepele tenorstem brengt Julian Prégardien Pedrillo tot leven. Hoewel jeugdig en onstuimig, is zijn dictie zo verzorgd en toch natuurlijk, dat we onwillekeurig aan zijn vader denken. Robin Johannsen zingt Konstanze met frisse en lichte stem, een heel geloofwaardige geliefde met een klank van treurnis en melancholie. Een mooi contrast met de pittige Blondchen van Mari Eriksmoen. Ze heeft een iets scherpere stem zonder ooit schril te worden en zit vol speelsheid en vrolijkheid, zoals van een Blondchen verwacht wordt. Dimitry Ivashchenko heeft als Osmin een stevige en autoritaire bas, is brutaal met een honende klank, zonder echt karikaturaal te klinken, waardoor hij des te beangstigender overkomt. Wonderlijk is de omfloerste, zelfzekere en steeds rustige stem van Cornelius Obonya als Bassa Selim, een prachtige prestatie waarbij van in het begin van de opera bijna de vergevingsgezindheid en goedmoedigheid van de man voorvoeld wordt.
Spannend
Het bijzondere van de opname is natuurlijk de aanpak van René Jacobs, die de opera als een hoorspel registreert (regisseert?), waarbij niet alleen de muziek uit de partituur zo alert en levendig mogelijk wordt uitgevoerd, maar er ook bijkomende geluiden zijn die naar het scenische verhaal verwijzen. Zo kwetteren de vogeltjes in de dialoog tussen Konstanze en Blondchen, hoor je de zweepslagen van Osmin of de fles ontkurken waarmee Osmin dronken wordt gevoerd, en geven klokken het nachtelijk uur aan als tijdstip voor de ontvoering van de meisjes. De ontsnappingsscène is trouwens ontzettend spannend – zelfs al zie je niets! Onnodig te vermelden dat het orkest een geraas maakt van de janitsarenmuziek, maar even goed speelt het bijzonder lieflijk, bijvoorbeeld als intro op de aria van Belmonte Konstanze dich wiederzusehen. De bijdrage van de pianoforte (Andreas Küppers) is onschatbaar: continu begeleidt, accentueert, commentarieert het klavier de verhaallijn in muziek en dialoog. De dialogen (uitgebreide versie van R. Jacobs) worden echt als geïntegreerde passages gereciteerd door de zangers met uitgesproken acteertalent.
De uitgave is – zoals alle vorige edities van de Mozart-opera’s bij Harmonia Mundi – opnieuw bijzonder verzorgd, met een interessante toelichtingstekst over de Weense context van de opera, het genre van het Singspiel en de Turkenmuziek door Willem Bruls (hoewel een Nederlandse publicist is de tekst jammer genoeg enkel in vertaling afgedrukt) en natuurlijk een uitgebreide tekst (origineel in het Duits geschreven) waarin René Jacobs zelf zijn visie en keuzen uiteenzet. Een typische “René Jacobs-opname” en dus origineel en uiterst boeiend!