Balletgezelschappen en symfonische orkesten over heel de wereld vieren dit jaar de 100ste verjaardag van de wereldpremière van Le Sacre du Printemps van Igor Stravinsky. Dit werk blijft onlosmakelijk verbonden met de balletvoorstelling van Vaslav Nijinsky die op 13 mei 1913 in première ging in Parijs. Bezieler van de productie was de geniale impresario Sergei Diaghilev, directeur van Les Ballets Russes. Muziek en ballet waren hun tijd ver vooruit en werden als provocerend ervaren. Het operapubliek was er niet rijp voor. Kleinburgerlijke bekrompenheid regeerde. De muziek én het ballet werden destijds uitgejouwd en uitgespuugd. Anno 2013 zien we met recht en rede de tegenovergestelde reactie: gelauwerd en bejubeld. Briljante kunst is tijdloos. “Het kan verkeren” zei Bredero.
Balletgezelschappen en symfonische orkesten over heel de wereld vieren dit jaar de 100ste verjaardag van de wereldpremière van Le Sacre du Printemps van Igor Stravinsky. Dit werk blijft onlosmakelijk verbonden met de balletvoorstelling van Vaslav Nijinsky die op 13 mei 1913 in première ging in Parijs. Bezieler van de productie was de geniale impresario Sergei Diaghilev, directeur van Les Ballets Russes. Muziek en ballet waren hun tijd ver vooruit en werden als provocerend ervaren. Het operapubliek was er niet rijp voor. Kleinburgerlijke bekrompenheid regeerde. De muziek én het ballet werden destijds uitgejouwd en uitgespuugd. Anno 2013 zien we met recht en rede de tegenovergestelde reactie: gelauwerd en bejubeld. Briljante kunst is tijdloos. “Het kan verkeren” zei Bredero.
Artistiek directeur Assis Carreiro haalt het eerste seizoen dat ze de vrije hand heeft onmiddellijk naar zich toe met “Diaghilev Unbound” en biedt eindeloze variaties die door 3 verschillende choreografen op een magistrale wijze worden uitgewerkt. Mannen versus vrouwen, tussen stiltes en explosies, tussen geweld en tederheid. De voorstelling balanceert tussen abstractie en realisme, spanning en ontlading, tussen eenvoud en dramatiek van het zuiverste soort. Ze speelt het spel ook slim door niet alleen buitenlandse choreografen aan te trekken maar ook iemand uit de eigen provincie, niemand minder dan Sidi Larbi Cherkaoui. In deze keuze ligt een grote artistiek ervaring en intelligentie opgeslagen.
De voorstelling opent met een wereldpremière van ”Les Noces”, muziek Igor Stravinsky. Voor de choreografie deed het KBvV beroep op de jonge Roemeense danser en choreograaf Edward Clug. Het resulteert in een pittig schouwspel dat toch enige maturiteit mist. De choreograaf liet zich inspireren door Russische folkloristische elementen, zoals de typische volksdansen, met een hedendaags sausje overgoten. De vrienden die het bruidspaar een poets bakken, het verlangen naar elkaar, maar ook de angst voor het onbekende. Het geheel is te omschrijven als speels, lichtvoetig en naïef.
Minimalistisch en warm
Het KBvV danst voor het eerst ook een werk van de internationaal gerenommeerde Antwerpse choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui. “Faun”, muziek van Claude Debussy, toegevoegde muziek Nitin Sawhney. De hoogste vorm van kunst is misschien het creëren van iets nieuws met de schijn van iets vertrouwd dat geruststelt. Er was alleen maar genie voor nodig – of simpeler – wat op hetzelfde neerkomt, meer intelligentie, meer kracht om door de obstakels heen te breken, het oeuvre te doorgronden.
‘Prelude à l’apres-midi d’un faun’ is een symfonisch gedicht voor orkest, gecomponeerd door Claude Debussy. Het stuk, dat ongeveer tien minuten duurt, geldt als een hoogtepunt van het muzikale impressionisme en verwierf vooral bekendheid door de balletuitvoering van Vaslav Nijinsky uit 1912.
Deze dans behandelde het seksueel ontwaken naar een gedicht van Stéphane Mallarmé. Sidi Larbi Cherkaoui maakte dit gelegenheidswerk, een alternatieve kijk op de mythische solo van Nijinski, in het kader van een soirée gewijd aan Diaghilev, getiteld ‘In the Spirit of Diaghilev, en georganiseerd door het Londense Sadler’s Wells. Zijn versie duurt iets langer dan het origineel, 15 minuten in totaal, door een muzikale ingreep van Nitan Sawhney. Volledig origineel zijn is niet mogelijk maar de combinatie van invloeden en visies creëert iets nieuw. Als een soort alchemist maakt Sidi Larbi Cherkaoui van alles dat hij aanraakt goud. De totaalindruk is minimalistisch en warm.
Het doek schuift open, de muziek zet ragfijn aan, de danser zit gevangen in een lichtbundel en magic happens: je wordt als toeschouwer van de eerste aanblik, van de eerste noot meegevoerd in een uniek universum. De wereld verzinkt, de focus ligt geheel en al op wat er op het podium gebeurt. Eén danser op een immense scène gevangen in een witte lichtbundel. Een lichaam dat de muziek incorporeert. Muziek wordt. De bewegingstaal doet denken aan een diertje dat net geboren is en wankel op zijn poten staat. De mogelijkheden van zijn ledematen verwonderd uitprobeert, reikt naar het licht, zelfzekerder wordt en het ruime podium bespeelt en verkent.
Dan verschijnt de nimf, warm omhult door als goud gesponnen lichtstralen. In complete synchronisatie bewegen ze over de scène. Afwachtend. Om elkaar heen draaiend. Tot ze elkaar vinden. Twee entiteiten die versmelten in een kluwen van armen, benen en handen.
Zoals Johan Dijkstra het ooit formuleerde: “ Wat is kunst? Kunst is alles geven, alles durven, alles zeggen, alles doen… Kunst moet gestolde emotie zijn. Iets dat vlammend is, ongeremd vrijmaken.” Sidi Larbi Cherkaoui verstaat de kunst om op een fijnbesnaarde manier erotiek en seks in een dans te verweven zonder een zweem van vulgariteit. De drift van de ontluikende seksualiteit krijgt gestalte in de aanzwellende muziek. Op de achtergrond vermoed je door het diffuse licht een bos dat stilaan meer profiel krijgt zoals bij de morgenschemering, wanneer de nacht oplost in de dageraad. De ‘faun’ Yevgeniy Kolesnik en ‘nimf’ Virginia Hendricksen schitteren in deze etherische pas de deux waarin tegelijk de oerkrachten doorschemeren. Als ze uit de zinnebeeldige coïtus loskomen blijf je ook als publiek een beetje verweesd achter, uit pure spijt dat dit arcadische verhaal gedaan is.
Spectaculaire en virtuoze choreografie
Als orgelpunt van “Diaghilev Unbound” pakt het KbvV uit met ‘Le Sacre du Printemps’ één van de meest uitdagende choreografieën voor mannelijke dansers. De muziek, één gebalde brok energie, geeft bijzonder goed de emotie weer en dat is toch het belangrijkste van muziek. In de versie van choreograaf Glen Tetley die hij oorspronkelijk maakte voor het Bayerisches Staatsbellet München, wereldpremière 17 april 1974, zindert de geschiedenis door van een lang, niet aflatend creatief proces. De groei van een choreografie van krijgen en interpreteren naar geven en stimuleren. Dat levert een uiterst krachtig en gevoelig werk op. Het is als een dynamo, mannen versus vrouwen. De ene energie die tegen de andere werkt, waardoor een aangename en levendige wrijving ontstaat. Met een fascinatie voor de muziek maakte Glen Tetley een spectaculaire en virtuoze choreografie.
De hoofdrol gedanst door Wim Vanlessen blaast je van je sokken en heeft een verbijsterend niveau van perfectie bereikt. Het jonge aanstormende talent kan zich spiegelen aan deze oude rot in het vak. Het KbvV heeft bewezen dat het over fantastische en veelzijdige dansers beschikt. Eens te meer excelleren ze in ‘Le Sacre du printemps’ met groepsscènes, duetten, kwartetten en pas de deux met een waanzinnige moeilijkheidsgraad, maar het lijkt allemaal een fluitje van een cent. Wat ik zo aan dansers waardeer en bewonder. Op de bühne imponeren en verbluffen ze. Daarbuiten verdwijnen ze in de anonieme massa.
De ovatie kreeg het gezelschap niet gratuit, het werd afgedwongen met professionaliteit, dosering en geweldige dynamiek. Een magistrale balletvoorstelling.