Nominatie Gouden Label – Als Klassiek Centraal een eindejaarslijstje zou maken met de beste opnamen van het voorbije jaar, dan zou deze Schubertiade met Jos van Immerseel en Anima Eterna Brugge zeker bij mijn keuze zijn. Van Immerseel kon zichzelf en zijn publiek met deze vierdelige cd-box nauwelijks een mooier verjaardagsgeschenk geven.
Nominatie Gouden Label – Als Klassiek Centraal een eindejaarslijstje zou maken met de beste opnamen van het voorbije jaar, dan zou deze Schubertiade met Jos van Immerseel en Anima Eterna Brugge zeker bij mijn keuze zijn. Van Immerseel kon zichzelf en zijn publiek met deze vierdelige cd-box nauwelijks een mooier verjaardagsgeschenk geven.
De titel Schubertiade verwijst natuurlijk naar de bijeenkomsten waaraan Franz Schubert als muzikant en componist deelnam, omringd door een groep artistieke vrienden. Ze kwamen samen om poëzie te lezen, muziek te maken, piano te spelen, te dansen, te drinken, zich te amuseren. In de toelichting bij zijn opname geeft van Immerseel aan dat hij vier keer een “Schubertiaans salon” heeft willen inrichten – zonder de pretentie van een historische reconstructie. Soms is de beweegreden, dixit van Immerseel, enkel “mijn bewondering en liefde voor een bepaalde compositie”. Elk van de vier cd’s presenteert een uitgekiende combinatie van solozang, vocaal kwartet en instrumentale bezetting, inclusief een afwisseling van sfeer en toonsoort. Uiteraard zijn er de hoogtepunten uit het oeuvre van Schubert: het Forellenkwintet, de Arpeggione-sonate, de Fantasie in f en de liederen Der Tod und das Mädchen, Gretchen am Spinnrade en Ständchen. Maar minder populaire kleinoden als Auf der Bruck en de pakkende ballade Der Zwerg of enkele prachtige vocale kwartetten ontbreken niet.
Uiteraard beantwoordt de opname ook volledig aan de aandacht die Jos van Immerseel aan het belang van de authentieke uitvoeringspraktijk besteedt. De twee pianoforte’s en de achttiende-eeuwse instrumenten bepalen mee de charme en de lichte en verfijnd-kamermuzikale klank van de uitvoeringen. In het inlegboekje wordt elk instrument trouwens naar tijd en herkomst gespecifieerd.
Regelrecht kippenvel
De eerste cd zet in met een aanlokkelijk Ständchen, waarin het vocaal kwartet de mezzosopraan omringt en de luisteraar meteen in de unieke Schubertiaanse klankwereld binnenleidt. De mezzo, Marianne Beate Kielland, heeft jammer genoeg een wat hard timbre en weinig glans in de stem. Maar het kwartet omkleedt dat mooi. Het specifieke van haar stem past beter bij het bittere Der Tod und das Mädchen, dat ze op cd 3 zingt, of in de onheilspellende ballade Der Zwerg (cd 4). Bariton Thomas Bauer – die ook al Winterreise met van Immerseel opnam – heeft een warme, diepe baritonklank en zijn expressiviteit is steeds geïnspireerd door de tekst. Hij slaagt erin zijn stem flexibel te buigen naar de emotie. Ook in Der Wanderer bijvoorbeeld (cd 3) legt hij mooie accenten en klinkt de onrust en vervreemding in de manier waarop hij een woord als “Fremdling” zingt. In Gretchen am Spinnrade maken we kennis met de sopraan Yeree Suh: een mooie, frisse stem met soepele en toonvaste hoogte. Nog hemelser klinkt ze in Die junge Nonne. Du bist die Ruh is pure ingetogenheid en in Nacht und Träume laat ze op de meest subtiele wijze horen wat een impact het “nachtelijke” in het oeuvre van Schubert heeft. De uitvoering door het vocale kwartet van Die Nacht (cd 1) leidt regelrecht naar kippenvel.
En dan is er telkens de begeleiding op pianoforte: gewoon subliem. De pianoklank is super wendbaar, met heel fijnzinnige differentiatie tussen hoge en lage tonen. Het levert heerlijke kamermuziek op, waarbij ik toch nog maar het voorbeeld aanhaal van Ganymed, gespeeld met lichte toets en toch met spanning, helemaal parallel met de stem van de bariton.
In het Forellenkwintet dat de eerste cd afsluit, is er een mooie dialoog tussen de instrumenten, met opnieuw die speelse, vlotte en tintelende piano. Jammer dat de viool een tikkeltje scherp en dun klinkt: een euvel dat ook in de andere stukken opvalt.
Diversiteit in klank
De tweede cd zet in met weer dat wonderlijk mooie vocale kwartet in Nachtgesang im Walde, met een heerlijk hoornkwartet dat de klank van het woud evoceert als puur natuur, met een heerlijke echo. Uit het Trio in Es klinkt het Andante zo fragiel als nog nooit gehoord (met de Conrad Graf pianoforte van 1826). Het Divertissement à la Hongroise – vierhandig (D 818) heeft zoveel diversiteit in klank, is zo verfijnd en charmant.
Dan zet je cd 3 op en de zachte, frêle toon van de heerlijke Fantasie in f overvalt je en nodigt uit tot zacht en rustig genieten. Jos van Immerseel speelt voor het eerst vierhandig samen met Claire Chevalier. Nooit opdringerig en ook in de fellere passages fijn geciseleerd, dansend en fris huppend. Gewoonweg zalig.
Cd 4 zet in met de romig-warme klank van de klarinet in Der Hirt auf dem Felsen die samengaat met de intiem-natuurlijke sopraan. De Arpeggione-sonate geeft een laatste prachtige illustratie van de zorg die de muzikanten besteden aan de instrumentale uitvoering, en van de motivatie om zo intens en werkgetrouw mogelijk te klinken, in totaal respect voor Franz Schubert en zijn tijd. De prachtige, zachte klank van de violoncello piccolo schuift heerlijk mee in de hoofdmelodie, waar de pianoforte weer invalt. Het slot An die Musik is een ontroerend en respectvol eerbetoon aan Schubert. Het is bijna een heilig moment.
Dit is een vierdelige box waar je vrolijk van wordt. Niet dat het altijd vrolijke muziek is – vaak integendeel met die typische Schubertiaanse weemoed. Maar bij het luisteren voel je je deelgenoot worden van de passie van Jos van Immerseel en zijn team voor de “holde Kunst”. Schubertiade is niet alleen een hommage aan Schubert, maar tegelijk een prachtige illustratie van de jarenlange, persoonlijke inzet van Jos van Immerseel voor de authentieke uitvoering. Of is het de authentieke inzet van de onlangs 70 geworden Jos van Immerseel voor een heel persoonlijke manier van muziek uitvoeren, muziek dienen? De hier geschreven woorden kunnen nauwelijks de ervaring van de muziek weergeven. Luisteren dus maar …