De Luikse componist Line Adam is bescheiden maar niet zonder ambitie. Met haar nieuwe CD Femme keert zij terug naar haar wortels: de klassieke muziek.
Omnivoor
Line Adam (Namen, 1972) was 8 jaar toen zij haar eerste fluitconcert gaf. Haar muzikale parcours heeft sindsdien een duizelingwekkende vorm aangenomen. In 1988 studeerde zij af aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel met eerste prijzen voor fluit en kamermuziek.
De eerste jaren speelde zij het ene concert na het andere, waaronder een tournee in Canada en een optreden in het Parijse Olympia. Vanaf begin jaren ’90 heeft zij zich toegelegd op componeren, arrangeren en produceren. Meer dan 60 albums, ruim 30 filmtracks, 2 opera’s, muzikale directies van toneelstukken, musicals en cabarets volgden.
Adam heeft vooral bekendheid verworven met haar filmmuziek. Die bekendheid is relatief omdat veel componisten van filmmuziek genoegen moeten nemen met een bijrol, hun aanwezigheid wordt nu eenmaal overvleugeld door de bewegende beelden. Er zijn maar enkele uitzonderingen waarbij de filmmuziek een zelfstandige rol kan opeisen, zoals Neil Diamond’s Jonathan Livingston Seagull of, natuurlijk, The Sound of Music.
Adams wortels liggen in de klassieke muziek, zij het met een twist. Voor haar CD Femme heeft zij een beroep kunnen doen op het Luikse strijkkwartet Aïda, bestaande uit strijkers van de Opéra Royal de Wallonie en het Orchestre Philharmonique Royal de Liège. De vrouwen van dit ensemble geven regelmatig klassieke concerten maar laten zich ook in met tango en filmmuziek. Verder zijn te horen Rhonny Ventat (saxofoon) en Johan Dupont (piano).
Hommage aan de vrouw
Met deze CD heeft Adam een hommage aan de vrouw willen brengen. Het openingsstuk Courbes de Femme bestaat uit ronde melodische lijnen in een gracieus voortschrijdende ritmiek. De harmonieën zij ingenieus en zo nu en dan waait een zacht windje. Het stuk ruikt naar frisgewassen linnen.
In Amazone draven de cello’s en de eerste violen als Arabische volbloeden. Dit rijke stuk heeft in het midden een licht-dissonante dalende sequens die een stoot frisheid aan het verhaal geeft. Tegen de tremolo-lijnen van de strijkers ontwikkelt zich een volksdans die even de kant van joods-traditionele Kletzmer-muziek opgaat. Vrolijk en onbevangen verdwijnt de muziek via lichte pizzicati achter de horizon.
Het begin van Ombre de femme is theatraal en bevat flarden Rachmaninov en Einaudi. Het tweede deel met piano en violen ontleent een verrassende authenticiteit aan eenvoud van melodie en textuur. De kracht van de stilte wordt aan het einde uitgebuit waardoor het stuk aan sterkte wint.
Plein lune zet in met een korte cellosolo die naadloos wordt overgenomen door de altviool. Zachte tremoli van de violen stuwen de lange lijnen en verklanken de onverbiddelijke regelmaat van de wassende maan. De saxofoon van Rhonny Ventat komt volledig tot zijn recht in A fleur de femme. Vanaf het begin gaat hij in gesprek met de viool die later wordt bijgevallen door de andere strijkers. Zijn droge tonen contrasteren fraai met het fluweel van de strijkers. Ventat’s technische en muzikale verleidingskunst blijkt uit de warmte van zijn hoge registers en de vileine glissandi die de luisteraar nietsvermoedend meevoeren naar de krochten van zijn lage registers.
Line Adam heeft met deze CD aangetoond dat zij haar klassieke achtergrond respecteert en zelfs uitbuit. Het Quator Aïda en de twee solisten vervolledigen de luisterervaring, vooral in enkele stukken die wat meer peper en zout hadden kunnen gebruiken. Maar het smaakt naar meer.
- WAT: Line Adam – Femme
- WIE: Quatuor Aïda, Johan Dupont (piano) en Rhonny Ventat (saxofoon)
- UITGAVE: Album beschikbaar via Line Adam Shop
- FOTO’S: © Line Press 2020, © Jassepoes, © R. Hansemme Photgraphy