Als er nu één vogel is waarvan muziekliefhebbers de muzikale zang kennen, is het wel die van de opstijgende leeuwerik, die van Ralph Vaughan Williams. Maar de auteur van dit boek over componisten en hun vogels presenteert ons meer dan 40 vogels, die meer dan 140 componisten inspireerden met hun gekweel. In het boek van Fernand Rochette kan je zowel de composities beluisteren als het inspirerende gezang dat hen tot die composities aanzette. En beide kan je na lezing onmiddellijk horen via de bijhorende QR-code. Je kan overigens geen nieuw boek over muziek meer kopen, zonder deze handige tool.
Maar wat levert dit alles op? Als je het boek ziet liggen, het vastpakt en er in bladert, dan vraag je je af: “hoe ga ik me daar door worstelen”. Tientallen vogels beluisteren in meer dan honderd composities. Aan de slag, denk je dan, over dit werkstuk met vogelzang als inspiratiebron. Pas op, want we hebben te maken met iemand die twee hobby’s combineert, die van vogelaar en muziekliefhebber, op basis van wetenschappelijk inzicht en onderzoek. Overigens is de auteur ook doctor in de psychologie.
Leuk om te lezen hoe hij verknocht geraakte aan klassieke muziek door een bevlogen leraar die hem de Ouverture 1812 van Tsjaikovski leerde kennen, waarna hij met zijn eerste zakgeld de lp ging kopen. Identiek hetzelfde is mij overkomen: een leraar die met die ouverture mijn luisterend oor écht opende. Pas na zijn drukke beroepsloopbaan kwam voor hem de natuur uit zijn jeugd terug in beeld, én de vogels. En bij het schrijven over beide drongen twee beperkingen zich op: het moet gaan over vogels die we hier kunnen horen en over West-Europese muziek die we hier kennen.
Aandacht voor schoonheid
Vooraleer je in het boek aan de “de vogel” en “de componist” komt, moet je wel doorheen 40 bladzijden weliswaar razend interessant, maar vooral wetenschappelijk onderzoek ploeteren. Onder andere over de fysiologische basis van zang en gehoor, over verschil en gelijkenis tussen vogelzang en de menselijk spraak. Je komt te weten dat een vogel geen stembanden heeft, maar een bijzonder orgaan, de syrinx, en daarrond luchtzakken, bestaande uit kraakbeen en membranen. Zingen gaat hij doen als daar lucht door geperst wordt. En met dezelfde eruditie gaat de auteur verder over tempo, interval, ritme en timbre om zich ten slotte af te vragen of vogelzang wel muziek is. “Ja, als we het mooi vinden noemen we het muziek.” De aandacht voor schoonheid speelt trouwens een belangrijke rol doorheen het hele boek.
En de fascinatie van componisten voor vogels. Schilders hoeven een vogel maar te portretteren. Denk aan het kleine en alom bekende Puttertje van Carel Fabritius (1622-1654). Maar hoe doe je dat in muziek? Ze zingen zeer hoge tonen, razendsnel, met een steeds wisselende snelheid en met een ongemeen grote variatie aan timbres. Valt dat te imiteren, met welke instrumenten? Componisten horen er vooral melodieën en ritmes in, twee essentiële bestanddelen van wat we muziek noemen. Maar al dat andere… De eenvoudige tweedelige zang van de koekoek, tot daaraantoe. Hij citeert 11 werken van componisten die die makkelijke klus klaren: van Vivaldi over Beethoven tot Toots Thielemans. Toch waagden 16 componisten zich ook aan de nachtegaal, onder wie Clément Janequin, Schubert (3 keer), Pink Floyd. Maar opvallend weinig (slechts 4) doen dat ook voor de merel.
Samenzang
In alfabetische orde staan de vogels gerangschikt met de bij hen horende werken. Telkens ook een foto van de vogel met een beschrijving hoe je hem erkent, waar je hem vindt, zijn biotoop, gedrag, zang, met dus de QR-code. Uiteraard ook een bespreking van de werken en de componisten met korte biografie en commentaar. In een apart stukje behandelt hij ook de componisten die meer aandacht hebben voor “samenzang”, voor de zalige ervaring van het ochtendkoor, met natuurlijk de man die we allemaal kennen als het over muziek en vogels gaat: Olivier Messiaen (1908-1992).
De kern van wat de auteur beschreven heeft, is samen te vatten in drie begrippen, zo zegt hij zelf in zijn slotbeschouwing: natuur, muziek, verbondenheid. In die combinatie ligt de ervaring van geluk, de sleutel tot welbevinden. En ja, je kan ontroerd luisteren naar Ralph Vaughan Williams’ The Lark ascending, maar de auteur zal me niet tegenspreken als ik suggereer om toch ook eens de velden in te trekken om zelf de vlucht omhoog te zien en de zang te horen van onze veldleeuwerik. Dit boek is minstens een aansporing om dat te doen.
- WAT: De vogel en de componist. Vogelzang als inspiratiebron
- WIE: Fernand Rochette
- UITGAVE: Sterck & De Vreese, Gorredijk, Nederland, 256 p.