** Dat de naam Niccolò Paganini (1782-1840) voor violisten synoniem staat met virtuositeit tonen zijn vierentwintig caprices. Elk van deze korte stukjes doet een violist zweten, want als geen ander slaagt Paganini erin om het vioolspel in zijn meest extreme vormen te ontleden. De Nederlandse violist Bob van der Ent wordt hierdoor niet van zijn sokken geblazen. Met zijn recente opname van deze ‘acrobatenstunts’ toont hij zich van zijn meest virtuoze kant.
** Dat de naam Niccolò Paganini (1782-1840) voor violisten synoniem staat met virtuositeit tonen zijn vierentwintig caprices. Elk van deze korte stukjes doet een violist zweten, want als geen ander slaagt Paganini erin om het vioolspel in zijn meest extreme vormen te ontleden. De Nederlandse violist Bob van der Ent wordt hierdoor niet van zijn sokken geblazen. Met zijn recente opname van deze ‘acrobatenstunts’ toont hij zich van zijn meest virtuoze kant.
Bob van der Ent is met zijn nieuwste CD een van de weinigen die tot op heden alle caprices van Paganini heeft opgenomen. Julia Fisher in 2010 en Izthak Perlman al veel eerder zijn wellicht de twee bekendste uitvoerders die de caprices ook opgenomen hebben. Verwacht geen prachtige melodieën die als een oorworm in het hoofd blijven dwalen, maar korte, demonisch moeilijke stukjes, die telkens één aspect of techniek van het vioolspel in zijn meest virtuoze gedaante laten horen. Van arpeggio’s over dubbelgrepen, van octaven en tertsen tot trillers, zeer veel technieken passeren de revue in Paganini’s vierentwintig caprices.
Van der Ent voert de caprices met een overwegend robuuste toon uit. Door deze stevige manier van spelen, komen de grillige werkjes overtuigend over. Het is wellicht juist door dit enthousiasme dat van der Ent op vlak van intonatie niet altijd even zuiver speelt. Op technisch vlak weet hij met zijn vioolspel elke moeilijkheid, die Paganini neergepend heeft, te omzeilen. Echter wanneer de componist de melodie wat meer op de voorgrond plaatst, is van der Ents spanningsboog niet altijd steekhoudend. Zo wordt Caprice Nr. 13, beter bekend als ‘De lach van de Duivel’, iets te kuis gespeeld. Het is juist dit gebrek aan creativiteit die ten opzichte van de beroemde voorgangers een gemis is.
De caprices van Paganini worden op een onderhouden manier vertolkt door van der Ent. De begeleidende tekst in het CD-boekje, die door van der Ent zelf is geschreven, vertelt niet alleen bevattelijk het belang van Paganini en zijn caprices voor een violist, maar biedt ook een zeer beknopte, maar heldere luistergids voor luisteraars die minder vertrouwd zijn met deze werkjes. Van der Ents interpretatie van Paganini’s Carprices zal in de smaak vallen bij zij die graag geïmponeerd worden door virtuoze hoogstandjes.