**** Toen Nederland in 1830 een groot deel van de Zuidelijke Nederlanden moest afstaan aan de nieuwe staat België, reageerde Nederland onder meer door voor de Scheldedoorvaart naar de haven van Antwerpen een hoge taks te eisen. In 1863 kocht België die taks af en werd de Schelde vrij bevaarbaar.
Het was de aanleiding voor grote vreugde en de Antwerpse haven zou niet geworden zijn wat ze nu is. Dat vrijkopen van de toevaart tot de haven leidde in het gezegende jaar 1863 tot allerlei feestelijkheden. De euforie duurde jaren. Er werden standbeelden opgetrokken en de directeur van het nieuwe Antwerpse Koninklijk Conservatorium, Peter Benoit (1834-1901), componeerde in 1866-‘67 een oratorium ter ere van De Schelde op tekst van Emmanuel Hiel (1834-1899). Benoit en Hiel gingen met de tekst en muziek verder dan alleen een werk om de vrijkoping van de Schelde te huldigen. Het oratorium werd een lofzang, in het Nederlands – toen niet zo vanzelfsprekend – en droeg zelfs een heel-Nederlandse boodschap uit. De vrienden Hiel en Benoit hadden een duidelijk doel voor ogen en mogelijk waren ze er van overtuigd dat beide landen zich wel zouden herenigen. Toen was dat begrijpelijk. De huidige staten in ons deel van Europa vormden zich nog volop en de grenzen verschoven om de haverklap, al dan niet na militair geweld. Het grondgebied van het jonge België had een zeer bewogen geschiedenis achter zich met allerlei bezettingen die elkaar afwisselden. In die optiek is het begrijpelijk dat onder meer Peter Benoit en Emmanuel Hiel de landsgrenzen niet als een definitief uitgemaakte zaak zagen.
Wat het dieper liggend doel ook moge geweest zijn van beide heren, Antwerpen kreeg een oratorium te horen waar het enthousiast op reageerde. Voor Peter Benoit betekende het meteen zijn definitieve aanvaarding in de stad waar hij, als Harelbekenaar met zijn Westvlaams accent, nog niet echt ingeburgerd was geraakt.
Live CD van jubelconcert
2013: Antwerpen viert opnieuw de historische vrijkoping van de Schelde. Op de affiche staat onder meer een uitvoering van Benoits oratorium. Men kiest ervoor het werk op het podium te brengen in de leegstaande ruime hal van de Waagnatie, nu beter gekend als Hangar 29. Op 30 augustus loopt de baksteen-beton-metaal constructie bomvol. Geen stoel is nog vrij. Het enthousiasme is groot maar ook zit bij de muzikanten en bij de muziekkenners ‘de schrik’ erin want hoe zal het werk klinken in zo’n depot zonder akoestische voorzieningen? Die schrik werd binnen de minuut weg gemusiceerd en het resultaat van dat toegejuichte concert staat nu op CD. Het is een live opname van deze historische uitvoering.
Live opnames mag je nooit beoordelen als studio opnames. Een studio opname moet perfect zijn. Live kan je allerlei horen dat niet meteen de bedoeling was van de uitvoerder(s). Hier krijgen we een live opname die zo goed is, dat wie er even geen aandacht aan geeft, kan denken dat het om een studio opname gaat. Een sterke prestatie op zich die een bewijs is van de vakbekwaamheid van de opnameploeg.
Martyn Brabbins, de Britse dirigent die een boon heeft voor volkseigen muziek waar dan ook, dirigeert deFilharmonie, het Vlaams Radio Koor, het Nederlands Groot Omroepkoor en een schare solisten in dit oratorium. We kennen Brabbins als een bijzonder begaafd dirigent die zich sterk kan inleven in de geest van het werk én het volk waaraan een werk gewijd is of wiens ziel een werk wil vertolken. Dat kunnen velen niet op die wijze. Je krijgt dankzij zijn inzicht een oersterke interpretatie die een energie losmaakt bij de uitvoerders en bij de luisteraars. Je wil gaan meezingen waar het kan. Het orkest en beide koren presteren uitmuntend. Wat een professionaliteit !
Persoonlijk ben ik niet over elk deel van het oratorium wild enthousiast. Het leidmotief van het bijzonder mooie lied – Vlaanderens mooiste lied? – ‘Waar Maas en Schelde vloeien’ is de rode draad en meeslepend, soms echt pakkend. De koorpartijen zijn allemaal hoogtepunten ook al is Benoit soms bombastisch romantisch. Meeslepend indrukwekkend is de aria, die zou overleven als afzonderlijk lied, ‘Van Artevelde’s geest’. Je mag dit, wat mij betreft, het absolute muzikale hoogtepunt van heel dit oratorium noemen.
Noteer dat het inlegboekje een leerrijke tekst bevat van Tom Janssens (Nederlands en Engels).
Deze dubbel-CD is in alle opzichten een aanwinst voor het te schrale landschap Vlaamse muziek dat al op CD staat en kunnen we alleen maar aanraden.